In aeze subverordening is aanvullend geregeld, dat net moet
gaan om axtiviteiten, die op i septemoer van enig jaar niet
waren te voorzien en verder ann.itstelba.ar' zijn, hetgeen de
reden is waarom de collectieve behandeling van
subsidie-verzoeken voor enig jaar niet kan worden afgewacht.
Voor de behandeling van de nagekomen subsidie-verzoeken
zullen, dezelfde peildata als van toepassing bij de
sub-verordening specifiek welzijn worden gehanteerd, te
weten; 1 mei en i oktober.
Artiicei 5 eerste lid.
Teneinde snel op subsidie-verzoenen te kunnen inspelen en
gelet op het feit, dat het budgettaire kader op basis van de
rijnsregeiing door de Baad wordt bepaald, waarbij tevens in
artikel b een aantal nadere randvoorwaarden is geformuleerd,
is in de sub-verordening bepaald, dat de uitvoering van de
verordening door B,. en W. geschiedt.
Artikel 5 tweede lid.
ingevolge artikel 4ö van ae ASV dienen B. en W, de Baad
jaarlijks een overzicht te verstrekken van de door hen
genomen beslissingen. In dit verband is net tevens van
belang, dat de toe te kennen structrurele subsidie-bedragen
afzonderlijk in de begroting van de Algemene Dienst worden
vermeld.
Artikel 6 eerste lid.
Wat onder organisatiekosten en kosten van activiteiten wordt
verstaan wordt nader verkiaard in het vierde en vijfde lid
van artikel 27 de ASV. Door het expliciet noemen van de
hierboven genoemde in de ASV gedefiniëerde kostensoorten
worden andere kosten zoals personeels- en huisvestingskosten
(artikel 27 tweede en derde lid) in feite uitgesloten.
Huisvestingskosten worden slechts bij wijze van uitzondering
gehonoreerd. Dit is geregeid in iid 3. Wat onder structureel
en eenmalig subsidie wordt verstaan is omschreven in artikel
1 van de A.SV.
Het beperkte gemeentelijk budget maakt net noodzakelijk zo
sober mogelijk projekten ai initiatieven op te zetten.
Bepaalde kosten, zoals representatie-kosten, reis- en
verblijfkosten, kosten van vrijwillige medewerkers e.d.
dienen daarom kritisch te worden beoordeeld c.q. in sommige
gevallen te worden uitgesloten. Dat betekent, dat niet zonder
meer alle specifieke kosten zoals nader aangeven onder
artikei 27 het vier en derde iid. respectievelijk sub a t/m m
en sub a t/m g door B. en W. worden aanvaard.
Artikei b tweede iid,
Teneinde de mogelijkheid te blijven houden voor het honoreren
van nieuwe initiatieven is het gewenst een redelijk aandeel
van het gemeentelijk budget te reserveren voor het toekennen
van eenmalige subsidies. Gekozen is voor een minimum
percentage van 2b. Dit vloeit automatisch voort uit de
randvoorwaarde, dat de structurele subsidies maximaai 75% van
gemeentelijk budget mogen bedragen. Ben dergelijke bepaling
voorkomt dat het gemeentelijk budget voor een reeks van jaren
is vastgelegd.
Artikel 6 derde lid.
Huisvestingskosten zorgen ais regel voor een vrij permanent
beslag op de middelen, Miet elke instelling heelt
noodzakelijkerwijs een eigen onderkomen nodig. hen
uitzondering is gemaakt voor net Platform Ben- en
tweepersoonshuishoudens (PEL) en het Huurdersservice-buro
i.
(KSB). üm te voorkomen, dat deze post een onevenredig groot
aandeel gaat vormen van het totale gemeentelijke structurele
subsidie-budget (waardoor de feitelijke activiteiten in het
gedrang komen! is bepaald, dat de som van de individuele
Huisvestingskosten (i.e. van het PEL en. Hbbl van de
gesubsidieerde instellingen niet meer dan 25% mogen bedragen
van het gemeentelijk subsidie—budget in een bepaald jaar.
Dit Komt overeen met maximaal 1/3 deei van het gestelde
maximum van het structurele subsidie-budget. Binnen de
begroting van de desbetreffende instellingen behoeft dit
maximum van 25% derhalve niet gehanteerd te worden.
je*****