- 2 -
Na bestudering van de ter zake relevante delen uit de nota van het kabinet
zou kunnen worden geconcludeerd dat het AMW per 1 januari 1989 via de AWBZ zal
worden gefinancierd. De zekerheid dat dit het definitieve regeringsstandpunt met
betrekking tot het AMW is, bestaat echter allerminst. Deze onzekerheid is nog
versterkt doordat de verantwoordelijke minister zich blijkens recente uitspraken
op het standpunt heeft gesteld, dat hij uiteindelijk toch aan onderbrenging van
het AMW in de Welzijnswet boven financiering via de AWBZ de voorkeur geeft.
Wij hebben overigens ook geen bevestiging kunnen krijgen van de veron
derstelling dat de omvang van de formatie van het AMW in geval van financiering
via de AWBZ op het moment van overgang bepalend zal zijn voor de hoogte van het
subsidie direct daarna. Een vermindering van de subsidiabele formatie moet
derhalve ook onder die omstandigheid niet bij voorbaat worden uitgesloten. Wij
kunnen hierin derhalve geen aanleiding vinden om de vermindering van het subsidie
met één jaar uit te stellen.
Ten aanzien van het door de Madi aangevoerde argument dat vermindering van
het subsidie 1988 de voortgang van de onderhandelingen met het PMZW over bun
deling van het advies- en informatiewerk ernstig zal belemmeren, merken wij het
volgende op.
Bij de onderhandelingen die momenteel gaande zijn tussen de besturen van de
beide instellingen over een eventuele bundeling van de activiteiten op het
terrein van het advies- en informatiewerk zal onzes inziens, gelet op de recente
ontwikkelingen m.b.t. het AMW, rekening moeten worden gehouden met een vermin
dering van de subsidiabele formatie per 1 januari 1989. Wij zien daarom niet in,
dat het verlenen van uitstel van doorvoering van het besluit tot vermindering
van het subsidie per 1 januari 1988 respectievelijk het niet toekennen van een
éénmalig extra subsidie onder de huidige omstandigheden nog een belemmering zou
kunnen vormen voor het slagen van deze onderhandelingen.
Onder vermelding dat wij ervan hebben afgezien de Commissie voor Welzijns-
aangelegenheden ter zake (opnieuw) te horen, stellen wij U voor te besluiten
overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
No. 5182
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 23 maart 1988
(bijlage nr. 114);
BESLUIT:
het verzoek van de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Leeuwarden om de
vermindering van het subsidie 1988 met 4c.q. f 40.032, respectievelijk om
het subsidie 1988 éénmalig met een overeenkomstig bedrag te verhogen, af te
wijzen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.