-2-
1. Verbouw/samenvoeging/splitsing,
In 1987 vielen deze bouwaktiviteiten wel onder de met het
rijk gemaakte Budgetafspraak, doch de subsidiëring ervan werd
nog geregeld in de Beschikking geldelijke steun huurwoningen
1975. De verbouw/samenvoeging /woningsplitsing zijn thans ook
onder het NKS gebracht. Om misverstand te voorkomen merken
wij het volgende op.
Onder "verbouw" moet worden verstaan:
-het tot stand brengen van woningen door verbouw van gebouwen
die geen woning zijn (bijvoorbeeld kaaspakhuis tot
hat-eenheden)en:
-verbouw van woningen die een wezenlijke afwijkende
bestemming hebben van de tot stand te brengen woonruimte
(bijvoorbeeld groot herenhuis tot hat-eenheden).
2.Vervallen van de kleinste grootteklasse (kleiner dan 28 m2
Binnenwerks kernoppervlak -hierna BKO)
Voor zeer kleine woonruimten werd in de jaren 1986 en 1987
een hoger percentage voor variabele exploitatiekosten
toegepast. Omdat bedoeld percentage wordt berekend over de
(in dit geval zeer lage) stichtingskosten was er daardoor
voor de huurder toch een reële dekkingmogelijk voor de
exploitatielasten. Nu het rijk de tot standkoming van zeer
kleine wooneenheden niet meer wenst te stimuleren kent het
NKS nog slechts drie grootte-categorieën, te weten:tot en met
49 m2 BKO; 49, 1 t/m 67 m2 BKO en 67,1 en groter tot maximaal
106 m2 BKO. In vergelijking tot de vroeger gehanteerde
normstelling voor woninggrootte betekent dit respectievelijk:
tot 1.25 Verblij fseenheid(VE)1.25 tot 2.75 VE en groter dan
2.75 VE tot maximaal 6 VE.
3. Geluidwerende voorzieningen.
De Bijdrageregeling geluidhinder nieuwe woningen is voor wat
betreft het treffen van voorzieningen aan woningen zelf
geïntegreerd in het NKS.Voor afschermende voorzieningen
(buiten de woning) blijft de Bijdrageregeling van toepassing.
Met de integratie van de geluidwerende voorzieningen
verdwijnt het onderscheid tussen zogenaamde bestaande en
nieuwe situaties. Tevens vervalt de aparte opslag voor de
gemeentelijke kosten van voorbereiding, controlemetingen e.d.
Dit wordt gecompenseerd door een hogere uitkering uit het
Gemeentefonds.
4. Aanpassing subsidietabel en extra subsidie voor verlaagde
huren in stadsvernieuwingsgebieden.
In de subsidiemethodiek is tot uiting gebracht het landelijke
beleid om de aanvangshuren ten opzichte van het vorig jaar
met 4,5% te doen verhogen.
Voorts is rekening gehouden met hogere gemiddelde grondkosten
en met de herziene normbouwkosten voor 1988.
5. Budgettoekenning.
-3-
Gedurende de experimentele periode van het NKS konden de
gemeenten een budgetafspraak maken met de
Hoofdingenieur-directeur van de Volkshuisvesting in de
provincie (hierna:HID)Daarbij kon worden onderhandeld met
betrekking tot de te realiseren woninggrootte
In het per 1988 in werking getreden systeem wordt er geen
budgetafspraak meer gemaakt. Thans vindt er een min af meer
eenzijdige budgettoekenning plaats door de HID aan de hand
van het toegekende contingent voor sociale huurwoningen. Voor
de component bouwkosten wordt daarbij uitgegaan van het
landelijke gemiddelde voor de woninggrootte, t.w. 75 m2 BKO.
Dit was in 1987 nog 73 m2 BKO.
Voor de componenten grondkosten en kopkosten (funderings en
geluidwerende voorzieningen) is nog wel overleg nodig met het
oog op het gemeentelijke bouwprogramma voor het betreffende
jaar (ligging en mate van stapeling van de bouwprojecten).
11WERKWIJZE ONDER NORMKOSTENSYSTEEM 1988.
Op basis van de ervaringen tot nu toe, wordt in zijn
algemeenheid het normkostensysteem als positief ervaren,
wanneer het gaat om de mogelijkheden tot sturing van het
bouwprogramma en de woonlasten. Echter door de beperkte mate
van flexibiliteit en de grote mate van detaillering in de
regelgeving loopt de gemeente zekere risico's. De verwerking
van prijsstijgingen, het verwisselen van plannen of
onverwache planuitkomsten zijn alle zaken waar de gemeente
een oplossing voor moet vinden. De financiële risico's voor
het Rijk zijn vrijwel nihil. De gemeente is financieel
aansprakelijk voor de overschrijding van het budget.
Naar onze mening kan de uitvoering van het NKS 1988 op
dezelfde wijze geschieden als in de voorgaande jaren. Dit
houdt derhalve in de werkwijze zoals deze is omschreven in de
eerderbedoeide "Notitie inzake het Normkastensysteem 1986.
Tevens kan de verdeling van de kopkostencomponent in het
budget alsmede het beheer van het Kopkostenfonds geschieden
overeenkomstig de uiteenzetting die wij hebben gegeven in
punt V van de raadsbrief van 16 april 1987 (Bijlage nr.176).
De bedoelde notitie en raadsbrief liggen voor U bij de
stukken ter inzage.
Wel dient hierbij nog het volgende in acht te worden genomen.
Tengevolge van de (nieuwe wijze van) budgettoekenning wordt
het deelbudget kopkosten (inclusief geluidskopkosten) niet
meer bijgesteld aan de hand van de werkelijke uitgaven voor
fundering en geluidwering.
Wij stellen tenslotte voor de bestaande werkwijze ten aanzien
van de inschakeling van het Raadgevend Ingenieursbureau DHV
te Amersfoort als kostendeskundige voort te zetten. Dit