Nr. 5943
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 7 april 1988
(bijlage nr. 133);
gelet op artikel 9, tweede en vierde lid, van de Winkelsluitingswet 1976;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening: Verordening ingevolge
artikel 9, tweede lid, van de
Winkelsluitingswet 1976.
Artikel 1.
Burgemeester en Wethouders kunnen op daartoe strekkend verzoek ontheffing verle
nen van de verboden vervat in artikel 7, eerste lid, van de Winkelsluitingswet
1976 ten behoeve van de straathandel in versnaperingen, fruit, bloemen en plan
ten, indien de verkoop plaatsvindt binnen een afstand van 50 meter van de voor
het publiek bestemde toegangen tot een ziekenhuis of verpleeginrichting
gedurende een half uur voor de aanvang van de algemene bezoekuren tot aan het
einde daarvan.
Artikel 2.
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar afkon
diging.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Onderbrenging van de functie van de natuur- en milieu-educatie bij het Fries
Natuur(historisch) museum.
Bijlagenr134 Leeuwarden, 7 april 1988.
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 15 december 1987 heeft U besloten de subsidiëring ten
behoeve van het Natuur Educatief Centrum (NEC) per 1 januari 1988 te beëindigen,
onder de voorwaarde dat, binnen het door U vastgestelde budget van f 102.760,
voor 1988, de natuur- en milieu-educatieve ondersteuning voor het onderwijs bin
nen de gemeente zou worden gecontinueerd.
Overeenkomstig de aanbeveling uit de gemeentelijke notitie "Heroverweging
van de structuur, taak en functie van de natuureducatie" heeft U aangedrongen op
spoedige onderhandelingen met het bestuur van het Fries Natuurhistorisch Museum
(FNM) ten einde te bewerkstelligen dat de natuur- en milieu-educatie door deze
instelling kan worden overgenomen.
Na een aantal besprekingen met het bestuur van het FNM heeft dit bestuur
kenbaar gemaakt in principe positief te staan tegenover de integratie van de
natuur- en milieu-educatieve functie met de bestaande museale en educatieve
diensten van dit museum.
Ten einde de relevante aspecten die daaraan verbonden zijn nader uit te
werken en beide besturen daarover te adviseren, is op 7 januari 1988 een ad-hoc
werkgroep ingesteld, die een rapportage heeft opgesteld die voor U ter inzage is
gelegd. In deze rapportage heeft de werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers
van het FNM en de gemeente Leeuwarden, een aantal adviezen opgenomen met
betrekking tot onder meer:
1. de inhoud, uitgangspunten en doelstellingen van de natuur- en
milieu-educatie;
2. de taak en functie van de medewerker natuur- en milieu-educatie;
3. de oplossing voor de huisvestingsproblematiek;
4. het opstellen van een samenwerkingsovereenkomst;
5. voorstellen voor een concept-begroting 1989.
ad 1,2
De inhoudelijke aspecten van de natuur- en milieu-educatie en de wijze waarop
die gestalte krijgen, worden geformuleerd in een meerjaren-beleidsplan en een
daarvan afgeleid jaarprogramma. Beide vereisen de goedkeuring van ons college en
zullen binnenkort door het bestuur van het FNM worden ingediend.
ad 3
Voor de huisvesting van de medewerker natuur- en milieu-educatie in het FNM is
het noodzakelijk een interne verbouwing uit te voeren. De kosten die hiermee
gemoeid zijn, worden door DSO begroot op rond f 100.000, en kunnen deels
gedekt worden door het niet benutte deel van het budget voor de natuur- en
milieu-educatie 1988, geschat op f 40.000,
Voor het overige deel wordt dekking gezocht door middel van een aan het bestuur
van het FNM in rekening te stellen huurverhoging.
ad 4
Gezien de voorgestelde samenwerking en de interne huisvesting van de medewerker
natuur- en milieu-educatie is ervoor gekozen dat de medewerker gaat functioneren
onder de verantwoordelijkheid van en in dienst van het bestuur van het FNM.
Om onduidelijkheden met betrekking tot de gewijzigde subsidiestructuur van het
FNM te voorkomen, achten wij het het meest juist om deze vorm van dienst
verlening door het FNM te regelen op basis van een samenwerkingscontract.