3De samenwerkingsovereenkomst Ten aanzien van het opstellen van samenwerkingsovereenkomsten han teert het Ministerie de volgende uitgangspunten: - Er mogen geen nieuwe rechtspersonen worden gecreëerd. - Er dienen duidelijke afspraken te worden gemaakt met betrekking tot de respektievelijke verantwoordelijkheid en inbreng (personeel, middelen} - De verzorging van vervolgaktiviteiten is enerzijds een G.A.B.-aan gelegenheid; anderzijds zouden gemeenten ondersteuning kunnen bie den door het verzorgen van een voortrajekt voor die werklozen die buiten het bereik van het arbeidsvoorzieningsinstrumentarium val len. Op basis van deze uitgangspunten is een samenwerkingsovereenkomst op gesteld door het G.A.B. en de gemeente Leeuwarden. In deze overeen komst - voor u ter inzage gelegd - is het aantal voor de gemeente Leeuwarden te voeren heroriënteringsgesprekken door het G.A.B. vast gesteld op 450 (ofwel 2\ boven-formatieve medewerkers). In totaal zijn aan Friesland 11 heroriënteringsmedewerkers toegewe zen, waarvan 5H aan het gewest Leeuwarden. Uitgaande van circa 2.100 langdurig werklozen en 180 gesprekken per jaar per heroriënteringsmedewerker, zijn vier medewerkers nodig om de gehele doelgroep te bereiken binnen de door het Ministerie vastge stelde termijn van drie jaar. Hierbij is echter geen rekening gehou den met uitval ten gevolge van bestandsvervuiling en in- en uit stroom, dat landelijk is geschat op circa 20V Bij een dergelijke uitval zou in Leeuwarden kunnen worden volstaan met 3 medewerkers. Op basis van de langdurige werkloosheid per rayon heeft het G.A.B. Leeuwarden de volgende toedeling gemaakt: - 3)5 voor het rayon Leeuwarden (waarvan voor alleen administratieve werkzaamheden, 2\ voor de gemeente Leeuwarden en voor de rest van het rayon) - 1 voor het rayon Dokkum; - 1 voor het rayon Harlingen. Mocht tijdens de loop van het heroriënteringsprojekt blijken dat een eventuele herschikking van middelen nodig en mogelijk is, dan is het G.A.B.-Leeuwarden bereid een en ander ten gunste van de gemeente Leeuwarden bij te stellen. Gezien de ernst van de problematiek met betrekking tot de werkloos heid in Leeuwarden in het algemeen (21°* van de Friese werkloosheid bij een bevolkingsaandeel van 14\) en de langdurige werkloosheid in het bijzonder {29% van de totale Leeuwarder werkloosheid en een aan deel van eveneens 29% in de Friese langdurige werkloosheid), achten wij het niet verantwoord van deelname af te zien. Wel plaatsen wij vraagtekens bij de effektiviteit van een en ander, met name vanwege het ontbreken van voldoende financiële middelen om een adequate follow-up te realiseren. Deelname verschaft ons evenwel de mogelijkheid om ingeval onze bedenkingen in de praktijk gegrond blijken te zijn, het Rijk op basis van onze ervaringen aan te tonen dat een en ander dient te worden bijgesteld. Wij zullen overigens te allen tijde trachten te voorkomen dat bij de doelgroep illusies worden gewekt, terwijl er geen middelen of moge lijkheden meer zijn om een vervolg op de gesprekken te kunnen geven. Wat betreft de concrete organisatorische invulling, is besloten om deze vooralsnog een globaal karakter te geven, teneinde in een later stadium een meer specifieke uitwerking mogelijk te maken op basis van praktijkervaring. Uitgangspunt hierbij is onder andere dat de leden van de doelgroep op vrijwillige basis deelnemen aan de aktiviteiten in het kader van de heroriënteringsgesprekken. Een en ander betekent dat het niet deelne men aan de aktiviteiten geen gevolgen heeft voor de reguliere aktivi teiten van het G.A.B. en de G.S.D.. Mocht de deelnemer gestart zijn en na verloop van tijd alsnog beslui ten om zich terug te trekken, dan worden er, analoog aan de afspraken in het kader van het TVJ-projekt, geen sankties toegepast. Inmiddels hebben wij besloten tot het aangaan van een voorlopige sa menwerkingsovereenkomst als hierboven bedoeld, onder voorbehoud van goedkeuring door de Raad. Op deze wijze konden de heroriënteringsme dewerkers vanaf 1 april worden aangetrokken, zodat na een opleiding van een maand in mei met de heroriënteringsgesprekken kan worden be gonnen. Overigens zullen van gemeentewege eerst de resultaten worden afge wacht alvorens te overwegen een en ander financieel te ondersteunen. Onder vermelding dat de Raadsadviescommissie voor Economische Zaken en Bedrijven in haar vergadering van 19 april 1988 heeft geadviseerd hiermee in te stemmen, stellen wij u voor te besluiten conform het bijgevoegde ontwerp-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden Mr. G.J. te Loo, Burgemeester Mr. W.J.G. Reumer, Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 211