2
Wij zullen de kwestie van het aanzienlijke tekort aan financiële
middelen voor de verbetering van vooroorlogse particuliere huurwoningen
bij de hoofdingenieur-directeur van de Volkshuisvesting in deze provin
cie aan de orde stellen.
Onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting op 26 april 1988 heeft geadviseerd in te stemmen met
dit voorstel, geven wij U in overweging adressant overeenkomstig het
vorenstaande te berichten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mrG.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke orde
ning voor het perceel Verlengde Schrans 14 te Leeuwarden.
Bijlage nr. 154. Leeuwarden, 28 april 1988.
Aan de Gemeenteraad.
De heer J.E. Greving te Leeuwarden heeft een aanvraag om bouwver
gunning ingediend voor de bouw c.q. verbouw inzake een apotheek op het
perceel Verlengde Schrans 14 te Leeuwarden.
Op dit perceel rust ingevolge het ter plaatse geldende bestemmings
plan "Huizum-Westdeelgebied I", de bestemming "Handel, bedrijven en
opslag". Op als zodanig bestemde gronden zijn alleen bedrijfsgebouwen
ten behoeve van handel, nijverheid en opslag toelaatbaar onder nader in
het plan omschreven eisen. De oprichting van een apotheek staat niet ten
dienste van deze bestemming; immers, een apotheek functioneert op het
gebied van de gezondheidszorg en wordt doorgaans gerubriceerd onder de
bestemming "maatschappelijke doeleinden"Het bouwplan is derhalve in
strijd met de voorschriften behorende bij evenvermeld bestemmingsplan.
Uit stedebouwkundig oogpunt ontmoet de vestiging van een apotheek
op deze lokatie bij ons geen bezwaren. Ten einde vrijstelling te kunnen
verlenen van de voorschriften welke zich thans tegen de realisering van
het bouwplan verzetten, is het noodzakelijk dat voor het betrokken per
ceel een voorbereidingsbesluit wordt vastgesteld. Hierdoor wordt het
mogelijk om na een verkregen verklaring van geen bezwaar van Gedeputeer
de Staten daadwerkelijk vrijstelling te verlenen en tot vergunningverle
ning te besluiten. Aangezien wij van oordeel zijn, dat de beoogde func
tiewijziging geen ingrijpende gevolgen met zich meebrengt in de omge
ving, achten wij het verantwoord de behandeling van het vrijstellings-
verzoek aan ons college over te laten. Wij stellen U voor daartoe te
besluiten.
Onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting U in haar vergadering van 26 april 1988 heeft geadvi
seerd met het voorstel akkoord te gaan, stellen wij U voor om voor bo
venbedoeld perceel een voorbereidingsbesluit vast te stellen conform het
bijgevoegde concept-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.