2
in het Burgerlijk Wetboek teniet wordt gedaan. Met het oog op het
treffen van één van de genoemde voorzieningen menen wij dat rede
lijkerwijs niet gesteld kan worden dat door uitvoering van het
bouwplan onder verlening van een voorwaardelijke vrijstelling ex
artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening een aantasting
zal plaatsvinden in het aanwezige woon- c.q. leefklimaat. Gelet op
het volkshuisvestingsbelang dat met de uitvoering van het bouwplan
wordt gediend en in aanmerking genomen vorengenoemde omstandighe
den, achten wij voldoende reden aanwezig om de vrijstellingsproce
dure te rechtvaardigen. Ten einde de vrijstelling te kunnen verle
nen van de voorschriften van het geldende bestemmingsplan, welke
zich thans tegen de realisering van het bouwplan verzetten, is het
noodzakelijk dat voor het betrokken perceel een voorbereidingsbe
sluit wordt vastgesteld.
Hierdoor wordt het mogelijk om na een verkregen verklaring van geen
bezwaar van Gedeputeerde Staten daadwerkelijk de voorwaardelijke
vrijstelling te verlenen van het geldende bestemmingsplan en tot
vergunningverlening te besluiten. Gezien de wijze waarop de bezwa
ren op een effectieve wijze kunnen worden ondervangen, achten wij
het verantwoord de afhandeling van het vrijstellingsverzoek aan ons
college over te laten. Wij stellen U voor daartoe te besluiten.
III. De heer J. de Vries te Leeuwarden heeft bij ons een aanvraag om
bouwvergunning ingediend voor het bouwen van een garage op een
perceel gelegen achter het perceel Azaleastraat 110 te Leeuwarden.
Dit bouwplan is in strijd met het ter plaatse als bestemmingsplan
geldende "Uitbreidingsplan Leeuwarden 1939".
In Uw vergadering van 26 september 1977 hebt U een voorbereidings
besluit vastgesteld ten einde medewerking te kunnen verlenen aan
de realisering van een garage annex berging achter het perceel
Azaleastraat 114, alhier. Het betreft hier een op een binnen
terrein gelegen strook grond welke in het verleden aan diverse
eigenaren is toegedeeld. De realisering van bijgebouwen, waaronder
garages e.d. werd in overeenstemming geacht met het ontwerp-bestem-
mingsplan "Vrijheidsplein"Het thans ingediende bouwplan is even
eens in overeenstemming met vorengenoemd ontwerp-bestemmingsplan.
Gelet op de afstand van het geprojecteerde bouwwerk tot de aangren
zende woningen aan de Azaleastraat menen wij dat door plaatsing
ervan in de zonlichttoetreding en in het bestaande uitzicht ten
opzichte van deze derden-belanghebbende niet een zodanige
verslechtering optreedt dat gesproken zou moeten worden van het
creëren van een in planologisch opzicht onaanvaardbare situatie.
Bij afweging van de onderscheiden belangen menen wij dat het belang
dat wordt gediend met de bouw van de garage dient te prevaleren
boven het achterwege laten van de bouw ervan. Hierbij nemen wij in
aanmerking dat de garage dient tot stalling van een auto en een
camper. Aangezien het niet wenselijk is een dergelijke camper op de
openbare weg te stallen, achten wij in de behoefte om deze binnen
een besloten ruimte te stallen een genoegzame reden gelegen om de
vrijstellingsprocedure te rechtvaardigen.
Ten einde de vrijstelling te kunnen verlenen van de voorschriften
van het geldende bestemmingsplan, welke zich thans tegen de reali
sering verzetten, is het noodzakelijk dat voor het betrokken per
ceel een voorbereidingsbesluit wordt vastgesteld.
Hierdoor wordt de weg geëffend om na een verkregen verklaring van
geen bezwaar van Gedeputeerde Staten daadwerkelijk vrijstelling te
verlenen van het geldende bestemmingsplan en tot vergunningverle
3
ning te besluiten. Aangezien de stedebouwkundige ontwikkelingen op
dit binnenterrein reeds in een eerder stadium door U is gefiat
teerd, achten wij het verantwoord de afhandeling van het vrijstel-
lingsverzoek aan ons college over te laten.
IV. De automaterialenhandelwelke thans is gevestigd in het Groene
Weide-complex aan de Harlingersingelzal zich binnenkort elders in
de stad vestigen. Genoemd complex wordt niet beschermd door een
actuele planologische regeling. Eventuele ontwikkelingen kunnen
derhalve niet getoetst worden binnen een vooraf vastgesteld plano
logisch kader. Ten einde ten aanzien van mogelijke functionele
wijzigingen een adequaat ruimtelijk beleid te kunnen voeren, achten
wij het noodzakelijk, dat dit terrein wordt beschermd door middel
van het nemen van een voorbereidingsbesluit, zodat tussentijds vorm
kan worden gegeven aan een gewenst planologisch beleid. Het complex
is gelegen aan de rand van de binnenstad, aan één van de invalswe
gen naar het stadscentrum, op een beeldbepalend punt. Mede gelet op
de functies in de directe omgeving is, naast een zorgvuldige afwe
ging wat betreft de toelaatbare functies, een duidelijke en herken
bare ruimtelijke vormgeving bij eventuele nieuwbouw noodzakelijk.
Met het oog hierop zal een ontwerp-bestemmingsplan worden voorbe
reid. Op basis van het structuurplan voor de gehele gemeente, waar
bij aanwijzingen zijn gegeven voor de bestemming van de gronden kan
de werkingsduur van het voorbereidingsbesluit worden bepaald op
twee jaar met een éénmalige verlenging van één jaar. Wij verwachten
binnen deze periode het in voorbereiding te nemen bestemmingsplan
ter inzage te kunnen leggen.
Onder mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting in haar op 17 mei 1988 gehouden vergadering U heeft
geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij U voor te
besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.