2
Accountants Maatschap te Leeuwarden.
Bij het onderzoek naar de inhoudelijke aspecten van het functione
ren van de instelling lag het accent op de evaluatie van de effecten van
het samenwerkingsverband. Enerzijds werden hiervoor de betrokken hulp
verleners van het centrum geïnterviewd over de wijze waarop samenwerking
en hulpverlening binnen het Wijkgezondheidscentrum gestalte heeft gekre
gen. Anderzijds werden hiervoor wijkbewoners (zowel gebruikers als niet-
gebruikers van de voorziening) ondervraagd naar hun ervaringen met de
instelling. Daarnaast werd een documentenanalyse uitgevoerd op beleids
plannen en jaarverslagen van het centrum.
Bij het onderzoek naar de financieel-economische perspectieven
("haalbaarheidsanalyse") van het Wijkgezondheidscentrum stond de vraag
centraal of de voorziening, op basis van de huidige gegevens en progno
ses voor de (nabije) toekomst in staat moet worden geacht, zonder aan
vullende financiële vergoeding van de zijde van onze gemeente, voort te
bestaan. Daarbij is gewerkt met een drietal scenario's voor de groei van
het patiëntenbestand. Voor de berekening van de financiële perspectieven
is een meerjarenanalyse van te verwachten kosten en opbrengsten gemaakt,
op basis van de subsidienormen die de Ziekenfondsraad op dit moment
hanteert alsmede op basis van de nieuwe tariefstructuur voor de vergoe
ding van de kosten van geneesmiddelenverstrekking, zoals dit op 1 janua
ri 1988 van toepassing is geworden.
Voor wat betreft de meer gedetailleerde informatie betreffende de
onderzoeksopzet en de uitkomsten van het onderzoek, verwijzen wij IJ
kortheidshalve naar de ter inzage gelegde onderzoeksrapporten. Hier
vermelden wij in het kort de conclusies van de beide rapporten.
Conclusies
Met betrekking tot het inhoudelijk onderzoek wordt in de desbetref
fende rapportage geconcludeerd, dat de samenwerking tussen de hulpverle
ners binnen de instelling bevredigend is verlopen. Wel wordt opgemerkt
dat de organisatiestructuur van de instelling op een aantal punten zou
kunnen worden verbeterd. Voorts blijkt een deel van de wijkbewoners nog
in onvoldoende mate bekend te zijn met het bestaan van het centrum.
Positief wordt geoordeeld over de bereikbaarheid en toegankelijkheid van
de voorziening. Voorts blijken de gebruikers in meerderheid de bijzonde
re vorm van hulpverlening vanuit het gezondheidscentrum te waarderen als
een positieve bijdrage aan de kwaliteit van de gezondheidszorg. Tenslot
te valt uit de verzamelde "produktiecijfers" af te lezen dat het centrum
gemiddeld minder medicijnen aflevert per verzekerde en minder patiënten
doorverwijst naar de tweedelijnszorg in vergelijking met overige vormen
van eerstelijnszorg elders in de gemeente. De aldus geconstateerde
"meerwaarde" van een multidisciplinaire benadering van gezondheidspro
blemen strookt overigens met ervaringen die zijn opgedaan met soortge
lijke samenwerkingsverbanden in andere delen van het land.
Voor wat betreft het financieel-economisch onderzoeksdeel wordt
geconcludeerd, dat, met inachtneming van een aantal kostenbesparende
maatregelen, het gezondheidscentrum de komende jaren, ook uitgaande van
het meest ongunstige groeiscenario van het patiëntenbestand, binnen de
thans geldende subsidievoorwaarden (ter verkrijging van een AWBZ-bijdra-
ge alsmede een subsidie van WVC) kan worden geëxploiteerd. Van de zijde
van de gemeente behoeft dan ook vanaf 1988 geen aanvulling meer plaats
te vinden ten behoeve van ongedekte exploitatiekosten van de instelling.
De bedoelde kostenbesparende maatregelen hebben met name betrekking op
de bedrijfsvoering van de apotheek.
Aanbevolen wordt met de ZFR hiervoor een z.g. afbouwregeling te
3
treffen gebaseerd op het cijfermateriaal dat in het onderzoeksrapport
bijeen is gebracht. Uit overleg dat wij onlangs met het stichtingsbe
stuur hebben gevoerd over het evaluatie-onderzoek is ons gebleken dat
het bestuur inmiddels ter zake van de inhoud van een dergelijk afbouw-
plan met de Ziekenfondsraad overeenstemming heeft bereikt. Uit het eer
dergenoemde overleg is voorts gebleken dat de instelling, op grond van
de resultaten van het inhoudelijk evaluatie-onderzoek, heeft besloten
voor de komende twee jaar een beleidsplan voor te bereiden gericht op
aanpassingen t.b.v. de interne overleg- en organisatiestructuur.
Tegen de achtergrond van de resultaten van de ingestelde onderzoe
ken en gelet op het standpunt dat het bestuur van het centrum naar aan
leiding daarvan heeft ingenomen, constateren wij dat het samenwerkings-
experiment in de eerstelijnszorg met de ontwikkeling van het Wijkgezond
heidscentrum Camminghaburen als geslaagd kan worden beschouwd.
Er is een vorm van geïntegreerde dienstverlening op het terrein van de
eerstelijnsgezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening in Cam
minghaburen tot stand gekomen, die zich een gewaardeerde plaats heeft
verworven in de wijk en die naar verwachting zich thans ook in bedrijfs
matig opzicht zonder financiële steun van de gemeente zal kunnen handha
ven. Dit heeft onder meer tot gevolg dat de relatie tussen de gemeente
en de instelling in een ander licht kan komen te staan. Hierna zal dan
ook worden ingegaan op de consequenties die de uitkomsten van het evalu
atie-onderzoek o.i. zouden moeten hebben voor de wijze van betrokkenheid
van de gemeente bij het functioneren van het centrum.
3. Gemeentelijke betrokkenheid bij het Wijkgezondheidscentrum.
De gemeentelijke bemoeienis bij het functioneren van het Wijkge
zondheidscentrum heeft tot nu toe op de volgende wijze gestalte gekre
gen:
a. Garantie voor exploitatietekorten;
voor zover gedurende de kwetsbare aanloopfase, d.w.z. de eerste
vijf jaar, van de voorziening de exploitatiekosten niet geheel
gedekt zouden kunnen worden uit de bijdrage van de rijksoverheid,
stelde de gemeente zich hiervoor garant.
b. Kettingbeding;
in de verkoopvoorwaarden van bouwterreinen in de wijk Camminghabu
ren werd een beding opgenomen op grond waarvan het verboden is,
zonder toestemming van het college, het beroep huisarts, tandarts,
fysiotherapeut c.q. verloskundige, buiten het centrum, uit te oefe
nen.
c. Grondreservering
in het bestemmingsplan voor de wijk Camminghaburen werd met name in
het centrumgebied grond gereserveerd voor de (nieuw)bouw van het
gezondheidscentrum.
d. Statutaire relatie;
in de statuten van de stichting werden een aantal zaken geregeld
die betrekking hadden op de verhouding tussen de gemeente en de
instelling
Met name gaat het daarbij om het door de gemeente uit te oefenen
toezicht op het financieel beleid van de stichting en het recht om
de voorzitter van het bestuur aan te wijzen alsmede een lid van het
bestuur te benoemen.
Tegen de achtergrond van het vorenstaande kan met het oog op de
nieuwe situatie van financiële onafhankelijkheid van het Wijkgezond
heidscentrum t.o.v. de gemeente het volgende worden opgemerkt.
Zoals gesteld, is de garantie voor de exploitatietekorten van de