2 derwijk gereageerd. De reactie komt, samengevat, op het volgende neer Met de invoering van de ASV in 1985 is de subsidiëring van buurtactiviteiten drastisch gewijzigd, d.w.z. niet meer op basis van goedgekeurde begrotingscijfers, maar op basis van inwonertal en de sociale structuur van een plangebied. Hollanderwijk was destijds nog volop stadsvernieuwingsgebied en Vluchtheuvel kon zich financieel goed bedruipen. Besloten is toen de status quo van 1984 te handhaven. Deze werkwijze sloot aan bij de situatie in enkele andere wijken. Een aantal buurtorganisaties is daarna zelf met her verdelingsvoorstellen gekomen. In het ontwerp-programma SCW 1988 hebben B W de overige buurtorganisaties eveneens uitgenodigd met voorstellen te komen tot verdeling van het beschikbare budget. Hollanderwijk en Vluchtheuvel brachten geen gezamenlijke reac tie uit. Wel protesteerde Vluchtheuvel tegen de oude verdeling en wenste men per 1988 subsidie conform de nieuwe norm. Dit werd ondersteund door de Commissie voor Welzijnsaangele- genheden Op 5 januari 1988 is hierover met beide organisaties gespro ken. Hollanderwijk wenste eerst per 1989 subsidie volgens de nieuwe norm. De gemeente stelde een overgangsregeling voor. Beide organisaties konden zich met de overgangsregeling ver enigen, doch Vluchtheuvel per 1988 en Hollanderwijk per 1989. Het college heeft de Raad voorgesteld uit te gaan van de over gangsregeling per 1988 bij de subsidievaststelling, omdat het niet langer reëel werd geacht Vluchtheuvel voor 1988 op het lage niveau van vroeger te handhaven en omdat Hollanderwi jk tijdig van e.e.a. op de hoogte was en in het activiteitenpro gramma met het lagere budget rekening had kunnen houden. Bij de vaststelling heeft de Raad de belangen van beide par tijen meegewogen. Verzocht wordt het bezwaarschrift ongegrond te verklaren. Het niet of niet-tijdig contact opnemen met Hollanderwijk is in dit kader niet relevant, terwijl invoering van de nieuwe verdeling m.i.v. 1985 niet in het belang van Hollanderwi jk kon worden geacht. IV. Terinzagelegging van de stukken en hoorzitting. De op de zaak betrekking hebbende stukken hebben voor Hollanderwijk van 18 t/m 22 april 1988 ter gemeentesecretarie ter inzage gelegen. De vertegenwoordigers van Hollanderwijk en van Burgemeester en Wethouders zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten mondeling toe te lichten tijdens de hoorzitting van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften op woensdag 27 april 1988 om 15.30 uur in het Stadhuis. Als nieuw gezichtspunt van B W kwam naar voren, dat het compromis van de gemeente niet met een jaar verschoven zou kunnen worden. VOverwegingen en advies van de Raadsadviescommissie voor de beroep en bezwaarschriften. De commissie vraagt zich af of de Raad wel op 25 januari 1988 had kunnen beslissen, zoals hij heeft gedaan, nu gebleken is, dat Hol landerwijk pas per 5 januari 1988 op de hoogte was van de bezwaren van Vluchtheuvel, van het standpunt van de Commissie voor Welzijns- 3 aangelegenheden en van de wijziging ter zake in het concept-pro gramma SCW 1988. Op deze wijze heeft Hollanderwijk geen kans gekre gen zijn begroting en activiteiten af te stemmen op de nieuwe situ atie. Dit klemt temeer, nu Hollanderwijk in het bezit is van een nieuw buurthuis, hetgeen hoge kosten met zich meebrengt. De commis sie acht het een goede zaak, dat de gemeente met een compromisvoor stel is gekomen, doch is van mening, dat het compromis, gelet op de voorgeschiedenis en de verwachtingen die Hollanderwijk heeft mogen koesteren tot 5 januari 1988, niet eerder kan en mag worden inge voerd dan per 1 januari 1989. Dit betekent, dat voor Hollanderwijk de oude situatie nog moet blijven gelden voor het jaar 1988. Het zou voorts onjuist zijn om van Hollanderwijk te vergen per 1 janua ri .1989 zonder overgangsregeling over te gaan naar de nieuwe situa tie, omdat zij buiten haar schuld terecht is gekomen in de aan de orde zijnde problematiek. De keerzijde hiervan zou kunnen zijn, dat Vluchtheuvel de hogere subsidie-inkomsten per 1988 zou moeten inle veren en ook weer terug zou moeten naar de oude, voor Vluchtheuvel nadelige situatie. Dit kan echter niet de bedoeling zijn, aangezien Vluchtheuvel geheel via de daartoe bestemde procedure in een vroeg stadium wel van de nieuwe situatie op de hoogte is gekomen. Boven dien is er sprake van twee afzonderlijke raadsbesluiten, nleen t.a.v. Vluchtheuvel en een t.a.v. Hollanderwijk. Dat dit de gemeen te extra geld kost, moet derhalve als een gevolg worden gezien van de niet geheel zorgvuldige wijze van handelen van de gemeentelijke organen t.o.v. Hollanderwijk. Resumerend komt de commissie tot de conclusie, dat de Raad in rede lijkheid niet had kunnen komen tot het besluit zoals dat is genomen en dat het bezwaarschrift van Hollanderwijk gegrond moet worden verklaard. De commissie adviseert de Raad derhalve het bezwaarschrift gegrond te verklaren en te besluiten conform bijgevoegd concept-besluit. Voorzitter w.g. mr. C.O. Rommerts. Secretaris w.g. mrA.D. v. Dijk.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 281