2
behartigen belang of in verband met de schaal, waarop dit belang behar
tigd moet worden. Gebleken is, dat HÜs en Hiem zelf van oordeel is, dat
voor het welstandstoezicht het draagvlak op regio-niveau te klein is en
HÜs en Hiem in dit opzicht werkzaam dient te zijn in alle drie regio's
van de provincie, hetgeen thans ook reeds het geval is. Wij delen deze
opvatting, zoals wij reeds te kennen hebben gegeven in de evaluatie)No-
ta Welstandszorg 1987. Onafhankelijkheid en objectiviteit zullen naar
onze mening bij de beoordeling van welstandsaspecten beter tot hun recht
komen
Wellicht ten overvloede merken wij nog op, dat momenteel alleen de
gemeenten Leeuwarden en Sneek nog niet zijn aangesloten bij HÜs en Hiem.
Over een eventuele aansluiting hebben wij met HÜs en Hiem overleg
gevoerd. Het is ons daarbij gebleken, dat de grondgedachten, neergelegd
in de Nota Welstandstoezicht van mei 1980 gedeeld worden door HÜs en
Hiem, met inbegrip van de door Uw Raad voorgestane openbaarheid van de
vergaderingen.
Voor de welstandszorg bestaan er binnen HÜs en Hiem een drietal
regionale commissies. Bij toetreding door Leeuwarden zal er daarnaast
een aparte stadscommissie worden ingesteld.
Bij de samenstelling van de stadscommissie hebben onafhankelijkheid
en objectiviteit eveneens als belangrijke uitgangspunten gegolden. De
bedoeling is om in deze commissie geen bestuurder en/of eigen ambtenaar
zitting te laten nemen; zo mogelijk evenmin een Leeuwarder architect.
Wel hechten wij er aan, dat een stedebouwkundige deel uitmaakt van deze
commissie. Wij zijn dan ook van mening, dat de Leeuwarder stadscommissie
als volgt dient te zijn samengesteld: een bestuurder uit de regio, de
regio-architect, een in de praktijk werkzaam zijnde, niet in Leeuwarden
gevestigde architect, een stedebouwkundige, een burgerlid, een directeur
Gemeentewerken en (in een later stadium) een monumentendeskundige
Ten aanzien van de openbaarheid van de vergaderingen van HÜs en
Hiem en de werkzaam zijnde adviescommissies merken wij op, dat naar onze
mening deze in de toekomst voldoende gewaarborgd is.
Ten aanzien van de vraag in welke mate deze gemeentelijke taak moet
worden overgedragen, merken wij op, dat naar onze mening alle bouwplan
nen door HÜs en Hiem beoordeeld dienen te worden. Door de werkwijze van
HÜs en Hiem is een snelle advisering op met name "lichtere" bouwaanvra-
gen verzekerd, terwijl normale en zwaardere zaken niet meer tijd zullen
vergen dan bij de huidige organisatie het geval is. Wel merken wij hier
bij op, dat het beoordelen van aanvragen voor reclamevergunningen niet
onder de gemeenschappelijke regeling valt. Wij beraden ons hoe deze
beoordeling in de toekomst zal dienen plaats te vinden.
Mede in het kader van een eventuele decentralisatie monumentenzorg
zullen wij ons nader beraden omtrent de advisering met betrekking tot
zaken van monumentenzorg. In dit verband zal in het verdere overleg met
HÜs en Hiem tevens worden betrokken de vraag in hoeverre de "stadscom
missie" in de toekomst ook als monumentencommissie kan functioneren.
Bij het voorbereidend overleg met HÜs en Hiem is als voorwaarde
voor deelneming gesteld, dat de kosten voor Leeuwarden niet hoger zouden
mogen zijn dan thans het geval is. Wij kunnen U meedelen, dat
aansluiting bij HÜs en Hiem geen hogere kosten met zich meebrengt. Een
en ander zal derhalve budgettair neutraal kunnen geschieden.
Ten aanzien van de personele consequenties merken wij op, dat de
vermindering van het aantal uren in verband met het afstoten van de
onderhavige taak bij de Dienst Stadsontwikkeling wordt gecompenseerd
door een bestaande vacature niet volledig te vervullen en door minder
stedebouwkundig werk uit te besteden.
3
Over dit voorstel is overleg gepleegd met de MZC van de Dienst
Stadsontwikkeling; deze kon hiermee akkoord gaan. Verder is het Georga
niseerd Overleg geïnformeerd omtrent de voorgenomen aansluiting bij HÜs
en Hiem.
In verband met het vorenstaande stellen wij U dan ook voor toe te
treden tot de gemeenschappelijke regeling welstandszorg Hüs en Hiem
(welke voor U ter inzage is gelegd), onder voorwaarde dat de Leeuwarder
stadscommissie wordt samengesteld, zoals hiervoor omschreven en de open
baarheid van de commissievergaderingen is gewaarborgd. Omdat de conse
quenties van de toetreding door HÜs en Hiem nog moeten worden geregeld,
is het tijdstip van toetreding niet exact aan te geven; in elk geval zal
dit uiterlijk op 1 oktober 1988 zijn beslag moeten hebben gekregen,
omdat de bestaande gemeenschappelijke regeling daarna wordt aangepast
aan de nieuwe wetgeving ter zake. Wij verzoeken U daarom ons college te
machtigen het tijdstip van toetreding met inachtneming van het voren
staande te bepalen.
Onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting in haar vergadering van 7 juni 1988 U heeft geadviseerd
met dit voorstel in te stemmen, stellen wij U voor overeenkomstig bijge
voegd ontwerp te besluiten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.