Nr. 10720. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 30 juni 1988 (bijlage nr. 205); gelet op de desbetreffende artikelen van de Wet op het basisonder wijs; BESLUIT dat vermeerdering van het aantal openbare scholen in de planperiode 1 augustus 1989 tot 1 augustus 1992 niet nodig is om te voorzien in vol doende gelegenheid tot het volgen van openbaar onderwijs. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Vaststelling Subverordening ontwikkelingssamenwerking. Bijlage nr. 206. Leeuwarden, 30 juni 1988. Aan de Gemeenteraad. In Uw vergadering van 21 oktober 1985 hebt U door vaststelling van de Notitie Ontwikkelingssamenwerking onder meer besloten tot de instel ling van een fonds voor ontwikkelingssamenwerking. De middelen van het genoemde fonds zouden moeten worden besteed aan enerzijds de directe financiële steunverlening t.b.v. projecten in de ontwikkelingslanden en anderzijds het stimuleren van voorlichting en bewustwording van de Leeu warder bevolking. Deze laatste activiteiten zouden bij voorkeur moeten worden gekoppeld aan de door de gemeente te ondersteunen projecten. Inmiddels zijn diverse stappen ondernomen op dit beleidsterrein. Zo is een relatie aangegaan met een tweetal projecten in Latijns-Amerika (in Peru en Chili) en worden bewustwordingsactiviteiten, uitgevoerd door plaatselijke organisaties, met financiële steun van de gemeente tot ontwikkeling gebracht. De subsidiëring op het gebied van de ontwikke lingssamenwerking vindt niet alleen plaats langs de weg van het eerder genoemde fonds, maar geschiedt ook in het kader van het Programma Soci aal-Cultureel Werk, met name binnen de werksoorten overig sociaal-cultu reel werk en vormings- en ontwikkelingswerk voor volwassenen. Een belangrijk nadeel hiervan is dat geen totaaloverzicht werd verkregen van de inspanningen die met behulp van gemeentelijke middelen in Leeuwarden geleverd worden op het gebied van de ontwikkelingssamen werking. Bovendien ontbreken nadere criteria waaraan activiteiten kunnen worden getoetst, ten einde de middelen die uit het Fonds voor ontwikke lingssamenwerking kunnen worden geput in de meest gewenste richting aan te wenden. Ten slotte kan worden opgemerkt dat de subsidiemogelijkheden en de daarbij te hanteren procedure voor de instellingen op het desbetreffende terrein onduidelijk is. Derhalve is het naar onze mening noodzakelijk naast de instelling van het fonds een procedure voor subsidieverlening ten laste van het fonds vast te stellen. Wij stellen in dit kader voor ertoe over te gaan de besluitvorming omtrent de toekenning van middelen voor te ondersteunen activiteiten op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking te doen plaatsvinden aan de hand van een jaarlijks door de Raad vast te stellen "Uitvoeringsprogram ma ontwikkelingssamenwerking". Wij achten het daartoe van belang een subverordening ingevolge artikel 5 van de Algemene subsidieverordening vast te stellen waarin nadere regels zijn gesteld aan de wijze van sub sidiëring. Ter zake verwijzen wij U naar het bijgaande ontwerp-besluit

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 339