Vaststelling van het bestemmingsplan "Achter de Hoven"
Bijlage nr. 208. Leeuwarden, 30 juni 1988.
Aan de Gemeenteraad.
Inleiding
Hierbij bieden wij U ter vaststelling aan het bestemmingsplan "Ach
ter de Hoven"Dit bestemmingsplan bestrijkt het gebied globaal begrensd
door de spoorlijn Leeuwarden-Groningen, Pieter StuyvesantwegPotmarge
en de oostelijke grens van het voormalige Lijempf-complex. Dit plange
bied vormt een onderdeel van het gebied Schil-Oost dat indertijd is
aangewezen als stadsvernieuwingsgebied in de zin van de Interim Saldo
Regeling
Na de vaststelling van de toekomstige structuur en stedebouwkundige
uitwerking voor dit gebied bij Uw besluit van 3 november 1980, nr. 15765
en na vaststelling van een op evengenoemde regeling gebaseerd verbete
ringsplan bij Uw besluit van 12 januari 1981, nr. 19105 is bovengenoemd
bestemmingsplan ontwikkeld, dat de planologisch-juridische vertaling
bevat van de reeds in hoofdlijnen genomen beslissingen. Voor de aan dit
plan ten grondslag liggende gedachten en voor de uitkomsten van het op
grond van artikel 8 (oud) van het Besluit op de ruimtelijke ordening
gevoerde overleg verwijzen wij U kortheidshalve naar de bij dit plan
behorende toelichting.
Bezwaren.
Tegen het ontwerp-bestemmingsplan is binnen de periode van tervi-
sieligging een gezamenlijk bezwaarschrift ingediend door J. Drijver en
J. Wiemers beiden te Leeuwarden, dat U aantreft bij de ter inzage geleg
de stukken.
Hieronder is het bezwaarschrift samengevat weergegeven en door ons van
commentaar voorzien.
Bezwaarschrift van J. Drijver en J. Wiemers beiden te Leeuwarden.
Het gezamenlijk bezwaar van reclamanten is analoog aan het bezwaar
dat op 20 oktober 1980 in het kader van de vaststelling van bovenvermel
de toekomstige structuur en stedebouwkundige uitwerking voor dit plange
bied door hen werd ingediend. Hierin werd bezwaar aangetekend tegen het
verkleinen van de achtererven behorende bij de panden Achter de Hoven
191 en 193 te Leeuwarden, zulks ten gunste van de verruiming van de
achtererven behorende bij de panden 3e Vegelindwarsstraat 1 tot en met
15 (oneven nummers). Een en ander was tot uitdrukking gebracht door mid
del van de aanduiding "groenvoorzieningen" op de bij het besluit van 3
november 1980 behorende kaart.
Wij merken op dat het erf behorende bij het pand Achter de Hoven
193 (J. Wiemers) op de plankaart is aangegeven als bijbehorend erf deel
uitmakende van de bestemming woondoeleinden W(a)l waarop met inachtne
ming van de in het plan opgenomen voorschriften de plaatsing van bijge
bouwen is toegestaan. Deze bestemming impliceert in het geheel niet, dat
een deel van dit erf zou moeten worden afgestaan aan derden, nog afge
zien overigens van het feit dat een bestemmingsplan zulke dwingende
voorschriften niet zou mogen inhouden. Het bestemmingsplan laat recla-