- 2 - 4. van het pad zal buiten de eigenaar van het heersend erf dan wel zijn ver tegenwoordigers, personeel, leveranciers, bezoekers, daartoe gemachtigdenen diegenen die van hem met betrekking tot het heersend erf enig recht van gebruik hebben verkregen, tevens gebruik mogen worden gemaakt door de eige naar van het lijdend erf, dan wel zijn vertegenwoordigers, personeel, leveranciers, bezoekers, daartoe gemachtigden en diegenen die van hem met betrekking tot het lijdend erf enig recht van gebruik hebben verkregen; 5het is zowel aan de eigenaar van het heersend erf als aan de eigenaar van het lijdend erf en verder aan alle personen, die van het pad gebruik maken, verboden om vervoermiddelen van welke aard ook of andere zaken of goederen op het pad te plaatsen anders dan voor het directe gebruik van het pad als zodanig vereist zal zijn, zodat dit gebruik ongehinderd en onverminderd zal kunnen plaatshebben; indien in strijd met deze bepaling mocht zijn gehandeld, zal ieder van par tijen of zijn gemachtigden bevoegd zijn datgene wat zich op het pad bevindt, zonder enige aanmaning te verwijderen door zulks op de genoemde openbare weg of elders te plaatsen; 6. de eigenaar van het heersend erf is verplicht op zijn kosten en binnen een termijn van 3 maanden na de dag van het verlijden van de akte tot vestiging der erfdienstbaarheid: ahet pad aan de zuidzijde af te sluiten van het resterende niet met de erfdienstbaarheid bezwaarde gedeelte der gemelde steeg door middel van een deurpartij; deze deurpartij, welke uitsluitend ten dienste zal staan aan de eigenaar, gebruikers enzovoorts van het resterende gedeelte van het lijdend erf, zal aan de bovenzijde van een inbrekerskering moeten worden voorzien, terwijl daarenboven op de aan te brengen deur aan de achter-(zuid)zijde een zogenaamde panieksluiting moet worden aangebracht b. het raam dat zich bevindt in de aan het pad aangrenzende westgevel van de gemelde opstal, plaatselijk gemerkt Eewal 56, te voorzien van een ijzeren traliewerk; het uitvoeren van de onder a. en b. genoemde werkzaamheden dient plaats te vinden in overleg met en ten genoegen van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leeuwarden; nadat de onder a. bedoelde deurpartij is aangebracht komt vervolgens het onderhouden (herstel en vernieuwing daaronder begrepen) hiervan geheel voor rekening van de eigenaar van het heersend erf; verder komt geheel voor rekening van de eigenaar van het heersend erf het onderhouden (herstel en vernieuwing daaronder begrepen) van de deur met kozijnen en hang- en sluitwerk aan de straatzijde van het pad; het onderhouden van het onder b. bedoelde traliewerk komt voor rekening van de eigenaar van het lijdend erf; 7. het onderhouden (herstel en vernieuwing daaronder begrepen) van de bevloering van het pad - welke bevloering eigendom is van de eigenaar van het lijdend erf - komt voor rekening van de eigenaar van het heersend erf en de eigenaar van het lijdend erf, ieder voor de helft; de eigenaar, gebruikers enzovoorts van het heersend erf dienen te allen tijde te gedogen dat de eigenaar, gebruikers enzovoorts van het lijdend erf werkzaamheden uitvoert/uitvoeren aan de in het pad aanwezige putten, rioleringen enzovoorts; 8. uitdrukkelijk wordt bepaald dat de erfdienstbaarheid ongewijzigd zal blijven voortbestaan, ook al mocht het heersend erf verder worden bebouwd, gesplitst of van aard of bestemming worden veranderd, ongeacht de eventueel daardoor veroorzaakte verzwaring; - 3 - 9. iedere actie tot ontbinding of vernietiging van de overeenkomst tot vestiging der erfdienstbaarheid, zomede alle beroep op de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek, zal zijn uitgesloten; 10. de kosten welke op de overeenkomst tot vestiging der erfdienstbaarheid vallen, daaronder begrepen de kosten van de benodigde notariële akte en die van de levering van een afschrift van de akte ten behoeve van het gemeente archief, komen geheel voor rekening van de eigenaar van het heersend erf. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 359