Programma Flankerend Ouderenbeleid 1988. Bijlage no. 94 Leeuwarden, 17 maart 1988. Aan de Gemeenteraad. Inleiding In 1983 is door het Rijk een financiële regeling afgekondigd die bedoeld was als stimulans voor een betere samenwerking tussen organisaties op het terrein van het ouderenwerk. De doelstelling van dit "flankerend ouderenbeleid" was (innoverende) maatregelen te ontwikkelen die gericht dienen te zijn op de handhaving van de zelfstandige leefwijze van ouderen. Het vertrekpunt daarbij was dat vernieuwingen o.m. moge lijk zijn door een betere benutting van de taken en functies van bestaande voorzieningen. Vanaf 1985 berustte de beleidsverantwoordelijkheid voor dit flankerend ouderen beleid (FOB) bij de provincies. Het provinciaal bestuur van Friesland heeft zich bij het gestalte geven aan dit beleid ten doel gesteld het geboden financiële kader te benutten om activiteiten en voorzieningen te stimuleren die het in de breedste zin mogelijk maken dat ouderen langer zelfstandig wonen. De. gedachte daarbij was dat ouderen met behulp van "zorg op maat" langer in hun eigen omgeving kunnen functioneren en zodoende hun eigen leven vorm kunnen blij ven geven. Voorts werd het van belang geacht dat het zou gaan om projecten die vernieuwend werken voor het totale (flankerend) ouderenbeleid. De invoering van de Welzijnswet, met ingang van 1 januari 1987, heeft onder andere consequenties voor de bevoegdheden van provincies en gemeenten op het terrein van het flankerend ouderenbeleid. Krachtens deze wet behoren voorzieningen op het gebied van het "gecoördineerd ouderenwerk" en "het handhaven of bevorderen van de mogelijkheden voor ouderen om zolang mogelijk zelfstandig te blijven wonen" (w.o. het flankerend ouderen beleid) tot de bemoeiing van de gemeenten. Met ingang van 1988 zullen de flankerend ouderenwerkgelden als doeluitkering worden toegevoegd aan de brede doeluitkering die de gemeenten in het kader van de Welzijnswet ontvangen, met uitzondering van de gelden ten behoeve van de bin nen het bejaardenoord plaatsvindende kortdurende opnames, dagverzorging en nachtverzorging van zelfstandig wonende ouderen. De wetgever heeft ervoor gekozen laatstgenoemde taken in het kader van de Wet op de bejaardenoorden onder verantwoordelijkheid van het provinciaal bestuur te laten berusten. Aangenomen kan worden dat de gemeente in 1988 een bedrag ad f 311.047,zal ontvangen ten behoeve van het flankerend ouderenbeleid; dit bedrag is gebaseerd op de opgave van de provincie Friesland aan het ministerie omtrent de in Leeuwarden toegekende subsidies FOB in 1987. Deze middelen dienen te worden ingezet voor initiatieven die worden ondernomen door plaatselijke groeperingen en instellingen. Om die reden zijn instellingen in de gelegenheid gesteld subsidieverzoeken bij ons in te dienen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 38