Nr. 11414.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 30 juni
1988 (bijlage nr. 226);
gelet op ons besluit van 28 maart 1988, nr. 4755 (bijlage nr. 109);
BESLUIT
I. de gemeente, onder afstanddoening van de voorrechten van uitwinning
en schuldsplitsing en van alle andere voorrechten en excepties bij
de wet aan borgen toegekend of nog toe te kennen, in het bijzonder
ook van de voorrechten welke zij te harer bevrijding zou kunnen
ontlenen aan het bepaalde in de artikelen 1466, 1885, 1886 en 1887
van het Burgerlijk Wetboek, te stellen tot borg ten behoeve van nog
nader te noemen geldgever(s) tot zekerheid van de nakoming van al
de verplichtingen van de desbetreffende woningcorporaties voort
vloeiende uit met door hen nader te noemen geldgever(s) te sluiten
overeenkomsten van geldlening, welke door corporaties worden aange
gaan ter financiering van het eigen aandeel in de kosten van het
treffen van voorzieningen aan complexen huurwoningen;
II. ten aanzien van de te verlenen garanties Burgemeester en Wethouders
te machtigen met de desbetreffende corporaties overeenkomsten aan
te gaan waarin voorwaarden en bepalingen worden opgenomen die in
het belang van de gemeente nodig worden geoordeeld.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Gemeentelijke reactie op de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening.
Bijlage no. 227. Leeuwarden, 30 juni 1988
Aan de Gemeenteraad.
Op 17 maart is het rapport "Vierde Nota over de Ruimtelijke Orde
ning" verschenen als deel a, beleidsvoornemens, van de Planologisch
Kernbeslissing ter zake. Dit betekent dat de nota de procedure van de
planologische kernbeslissingen zal doorlopen. Voor het deel a is een
inspraaktermijn van 4 maanden uitgetrokken. Wij hebben ter zake reeds in
een vroegtijdig stadium een voorlopige reactie opgesteld, die wij met
diverse betrokkenen hebben besproken. Uit deze contacten is ons niet
alleen gebleken dat onze reactie spoort met de reactie van het Besturen
Overleg Noord (BON) over de voorloper van deze nota, de nota "Ruimte
lijke perspectieven"maar ook dat deze reactie binnen Friesland vrij
breed wordt ondersteund, onder meer door de provinciale afdelingen in
Friesland van de vier grootste politieke partijen en de Vereniging van
Friese Gemeenten. Wij zijn dan ook van mening dat de voorlopige reactie
nagenoeg geheel kan worden gehandhaafd.
In de Vierde Nota worden de noordelijke besturen uitgenodigd om
voorstellen voor een functionele taakverdeling tussen de stadsgewesten
Groningen en Leeuwarden te ontwikkelen. Wij hebben in dat kader een
voorstel tot samenwerking en taakverdeling tussen Groningen en Leeuwar
den opgesteld. Wij stellen U voor dit voorstel tot taakverdeling als
onderdeel van de gemeentelijke inspraakreactie in de zenden. Wij zullen
vervolgens trachten op basis van dit voorstel te komen tot concrete
afspraken over taakverdeling en samenwerking binnen het noorden. Daar
naast zal het gemeentelijk beleid ten aanzien van de uitbouw van de
(centrum)positie van Leeuwarden binnen het noorden de komende tijd geba
seerd worden op de voorliggende taakverdeling.
Wij hebben zo wel de gemeentelijke reactie, onder de titel "Vierde
Nota over de Ruimtelijke Ordening, standpunt van de gemeente Leeuwarden"
als het daarvan onderdeel uitmakende taakverdelingsvoorstel getiteld
"Samenwerking en taakverdeling tussen Groningen en Leeuwarden" hierbij
gevoegd.
Onder de mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijk Ordening in
haar vergadering van 28 juni 1988 heeft geadviseerd om met de twee bij
gevoegde rapporten in te stemmen en deze als inspraakreactie van de
gemeente Leeuwarden op het regeringsvoornemen aangaande het rapport
"Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening" in te zenden, stellen wij U
voor te besluiten overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester,
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.