Nr. 13301.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 25 augustus
1988 (bijlage nr. 238);
BESLUIT
met ingang van 1 juli 1988 geen bijdrage voor onderhoud van algemeen
groen in de wijk NijlSn meer in rekening te brengen bij de betrokken
woningbouwcorporaties en het gemeentelijk Woningbedrijf.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Beschikbaar stellen van een aanvullend krediet voor de renovatie van het
schoolgebouw Nieuwe Schrans 11a ten behoeve van de Vrije School,
Michaëlschool
Bijlage nr. 239. Leeuwarden, 25 augustus 1988.
Aan de Gemeenteraad.
Op 30 september 1985 (raadsbesluit nr. 16266) heeft U besloten voor
de renovatie van het schoolgebouw Emmanuel Murandstraat 37, thans Nieuwe
Schrans 11a, ten behoeve van de Vrije School, Michaëlschool, een krediet
van 1.358.900,-- beschikbaar te stellen, bestaande uit de volgende
onderdelen:
a. feitelijke renovatie 1.061.900,--
b. achterstallig onderhoud 230.000,--
c. energiebesparende maat
regelen 67.000,--
Dit krediet was gebaseerd op de destijds door de architect opgestelde
kostenraming
Het werk is in februari 1987 voltooid. De werkelijke kosten hebben,
blijkens de voor U ter inzage gelegde cijfermatige opstelling,
1.716.506,89, incl. 19 resp. 202 BTW, architectkosten, inrichting ge
meenschapsruimte en rente tijdens de bouw, bedragen, als volgt toegere
kend:
a. feitelijke renovatie 1.356.995,94
b. achterstallig onderhoud 264.515,55
c. energiebesparende maat
regelen 72.901,36
d. diverse noodzakelijke
voorzieningen 22.094,04
Als gevolg van noodzakelijk meerwerk en de verhoging van de BTW met
12, zijn derhalve voor een bedrag van 357.606,89 meer-uitgaven te
constateren
Het noodzakelijk meerwerk, dat deels in overleg met ons c.q. het
Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en deels op initiatief van het
schoolbestuur dan wel de architect is uitgevoerd, heeft in hoofdzaak
betrekking op voorzieningen als gevolg van brandveiligheidseisen, de
beveiliging van het gebouw, tijdens het werk geconstateerde gebreken aan
het gebouw, extra werkzaamheden als gevolg van vandalisme en het toepas
sen van de Risicoregeling lonen en materialen.
Voor de feitelijke renovatie (a.) heeft het Ministerie van Onder
wijs en Wetenschappen destijds voorshands een investeringsruimte van
1.050.000,--, incl. 192 BTW, architectkosten en inrichting
gemeenschapsruimte toegestaan. Zoals gebruikelijk zijn hierin niet be
grepen de rente tijdens de bouw en de administratiekosten.
Wij verwachten, dat het Rijk de meerdere feitelijke renovatiekosten
ad 306.995,94 1.356.995,94 - 1.050.000,--) voor vergoeding in
aanmerking zal nemen, omdat deze op aanwijsbare en acceptabele gronden
en deels in overleg met het ministerie zijn gemaakt.
De onder b. en cgenoemde onderdelen blijven, zoals in ons voor
stel van 19 september 1985 eveneens werd vermeld, voor rekening van de
gemeente, evenals de onder d. genoemde uitgaaf.
Voor de totale genoemde meer-uitgaven is een aanvullend krediet van