21
Inhoudsopgave
Inleiding
I. Doorlopende projecten van:
1.1 Stichting Dienstencentrum Menaldumadeel
t.b.v. maaltijdenvoorziening
1.2 Stichting Sociaal Medische Alarmering (SMAL)
1.3 Stichting Bejaardenwerk Leeuwarden, t.b.v.
Project dagopvang in het Dienstencentrum Huizum
1.4 Stichting Bejaardenwerk Leeuwarden, t.b.v
Emancipatorisch educatief werken met ouderen in
de drie dienstencentra
1.5 Buurtkomitee Valeriuskwartiert.b.v. diverse
activiteiten voor ouderen
II. Nieuwe projecten van:
11.1 Stichting Bejaardenwerk Leeuwarden, t.b.v.
behoefte-onderzoek in Aldlan-Oost en -West
11.2 Het St. Anthony Gasthuis t.b.v.
bouwinvestering
11.3 Stichting Bejaardencentrum Greunshiem, t.b.v.
een project bejaardenwoningen annex zorgcentrum
in Camminghaburen
11.4 Stichting Bejaardencentrum Leeuwarden, t.b.v.
een initiatiefgroep gemeenschappelijk wonen
11.5 Stichting Dienstencentrum Wijtgaard t.b.v
woonvoorziening voor ouderen te Wijtgaard
11.6 Centraal Orgaan Samenwerkende Ouderenbonden in
Nederland (COSBO) afdeling Leeuwarden t.b.v
een themadag ouderen
11.7 Partij van de Arbeid, Federatie Leeuwarden, t.b.v
themabijeenkomsten ouderenbeleid
III- Projecten, waarvoor toezeggingen zijn gedaan van:
111.1 Stichting Bejaardenwerk Leeuwarden, t.b.v.
een centraal advies- en.informatiecentrum
111.2 Wijkkomitee Schieringen, t.b.v. voorzieningen
voor ouderen in het winkelcentrum Heechterp
IVOverzicht vari toekenningsvoorstellen.
pagnr
1
4
5
8
10
12
13
13
14
16
17
17
19
20
- 1 -
PROGRAMMA FLANKEREND OUDERENBELEID 1988.
Inleiding.
De invoering van de Welzijnswet, per 1 januari 1987, heeft onder
andere consequenties gehad voor de bevoegdheden van provincies en
gemeenten op het terrein van het flankerend ouderenbeleid.
Krachtens deze wet behoren namelijk voorzieningen op het gebied van het
"gecoördineerd ouderenwerk" en "het handhaven of bevorderen van de
mogelijkheden voor ouderen om zolang mogelijk zelfstandig te blijven
wonen" (w.o. het flankerend ouderenbeleid) tot de bemoeiing van de
gemeenten.
Met ingang van 1988 zijn de flankerend ouderenwerkgelden als
doeluitkering toegevoegd aan de brede doeluitkering die de gemeenten in
het kader van de Welzijnswet ontvangen, met uitzondering van de gelden
ten behoeve van de binnen het bejaardenoord plaatsvindende kortdurende
opnames, dagverzorging en nachtverzorging van zelfstandig wonende
ouderen. De wetgever heeft ervoor gekozen laatstgenoemde taken in het
kader van de Wet op de bejaardenoorden onder verantwoordelijkheid van
het provinciaal bestuur te laten berusten.
Aangenomen wordt dat de gemeente in 1988 een bedrag ad f 311.047,
ontvangt t.b.v. het flankerend ouderenbeleid. Dit bedrag is gebaseerd
op de opgave van de provincie Friesland aan het Ministerie omtrent de
in Leeuwarden toegekende subsidies FOB in 1987.
Deze middelen dienen te worden ingezet voor initiatieven, die worden
ondernomen door plaatselijke groeperingen en instellingen. Om die reden
zijn deze groeperingen en instellingen in de gelegenheid gesteld sub
sidieverzoeken bij ons in te dienen.
In de in voorbereiding zijnde gemeentelijke notitie ouderenbeleid zal
een toetsingskader t.b.v. de beoordeling van subsidieaanvragen FOB op
langere termijn worden ontwikkeld. Aangezien deze notitie eerst eind
1988 ter vaststelling aan de Raad kan worden aangeboden, hebben wij
- in overleg met de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden - ervoor
gekozen om als overgangsregeling voor het jaar 1988 het tot nu toe door
de provincie gevoerde beleid ten aanzien van de beoordeling van de
subsidie-aanvragen flankerend ouderenbeleid op gelijke voet voort te
zetten. Het vertrekpunt daarbij is dat voor 1988 in principe alleen
eenmalige subsidies kunnen worden toegekend. Voorts geldt als randvoor
waarde dat niet meer projecten kunnen worden gehonoreerd dan gefinan
cierd kunnen worden uit de daarvoor bestemde bijdrage op grond van de
Welzijnswet
Tegen deze achtergrond hebben wij de volgende criteria i.v.m.
toekenning van subsidies in het kader van het flankerend ouderenbeleid
gesteld:
de activiteit dient tegemoet te komen aan de behoeften van ouderen
en dient het langer zelfstandig wonen en functioneren van ouderen
te bevorderen;
de activiteit dient aangeboden te worden door een bestaande voor
ziening, dan wel een samenwerkingsverband van bestaande voor-