2
2. 24 mei 1988 Ver. voor Prot. Het aanbrengen
Chr. Basisond. van een bevei-
Leeuwarden liging bij de
pleinuitgangen
van de Dr. Al-
graschool en
T. Brandsma-
school, Idzer-
dastins 61,
alhier
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
art. 74
WBO
Dwangbevel ingevolge de Hinderwet tegen J. Wiekstra en verzetsprocedure
Bijlage nr. 247. Leeuwarden, 25 augustus 1988.
Aan de Gemeenteraad.
Bij brief van 21 april 1988 hebben wij de heer J. Wiekstra, Noord-
vliet 71 te Leeuwarden, medegedeeld dat hij, ondanks voorafgaande waar
schuwingen en na enige steekproeven, zich niet houdt aan het aan zijn
hinderwetvergunning verbonden voorschrift m.b.t. de opslag van oud pa
pier en oud ijzer en dat hem derhalve een dwangsom als bedoeld in arti
kel 28a, eerste lid, van de Hinderwet wordt opgelegd k 200,-- voor
iedere dag, dat de inrichting niet conform de verleende vergunning in
werking is. De heer Wiekstra heeft tegen deze beschikking geen beroep
ingesteld, zodat die per 22 mei 1988 van kracht is geworden. Bij brief
van 7 juni 1988 heeft de directeur Ruimtelijke Ordening van de D.S.O. de
heer Wiekstra medegedeeld, dat voortzetting van de overtreding van het
voorschrift was geconstateerd en dat de dwangsom ter zake van de over
treding daadwerkelijk zou worden geïnd.
Op 21 juni 1988 hebben wij ingevolge artikel 155 van de Gemeentewet
tegen J. Wiekstra een dwangbevel verleend tot invordering van de dwang
som. Dit dwangbevel is op 29 juni 1988 door de deur-waarder aan de heer
Wiekstra betekend tot een bedrag k 10.652,75, incl. kosten.
Op 26 juli 1988 heeft de advocaat van de heer Wiekstra, de heer mr
W. Sleijfer, verzet tegen het dwangbevel aangetekend bij de rechtbank
door dagvaarding van de gemeente. Het verzet schorst de tenuitvoerleg
ging van het dwangbevel.
Op grond van artikel 177 van de Gemeentewet beslist de Raad of
vanwege de gemeente een rechtsgeding zal worden gevoerd. Wij stellen U
voor te besluiten, dat de gemeente zich verweert tegen de dagvaarding
voornoemd. Gelet op het feit, dat de eerste rolzitting al op 11 augustus
1988 plaatsvond, hebben wij de stadsadvocaat onmiddellijk na de dagvaar
ding verzocht de gemeente in deze procedure te vertegenwoordigen ter
behoud van rechten, onder voorbehoud van Uw besluit.
Spoedshalve wordt het voorstel eveneens aan de orde gesteld in de
vergadering van de Commissie voor Algemene Zaken van 5 september 1988.
Resumerend stellen wij U voor te besluiten conform bijgevoegd ont-
werp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.