Nr. 14027. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 25 augustus 1988 (bijlage nr. 248); BESLUIT tot het beschikbaar stellen van een krediet van 350.000,-- voor het verleggen van nutsleidingen in het stationsgebied. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Vaststellen van het bestemmingsplan "Spoordok". Bijlage nr. 249 Leeuwarden, 25 augustus 1988. Aan de Gemeenteraad. Inleiding. Hierbij bieden wij U ter vaststelling aan het bestemmingsplan "Spoordok". Dit bestemmingsplan geeft een regeling van de bestemming van de gronden gelegen binnen het gebied begrensd door de westzijde van de Zuidersingel, Harlingertrek- weg, Julianalaan, de noordzijde van het oostelijk deel van het recreatiegebied "Nijlan" en een deel van het spoorwegemplacement te Leeuwarden. Voor de aan dit plan ten grondslag liggende gedachten en voor de uitkomsten van het op grond van artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening gevoerde overleg verwijzen wij U kortheidshalve naar de bij dit plan behorende toelichting. Bezwaren. Tegen het ontwerp-bestemmingsplan zijn binnen de periode van tervisieligging drie bezwaarschriften ingediend, welke U aantreft bij de ter inzage gelegde stukken. Hieronder zijn de bezwaarschriften samengevat weergegeven en door ons van commentaar voorzien. A. Bezwaarschrift van mr. P.W.A. Gerritzen-Rode te Amsterdan namens Donjon BV te Leeuwarden. De bezwaren richten zich tegen het bepaalde in artikel 5.2, sub 2, artikel 9, lid 1 en artikel 10, lid 2 van de planvoorschriften. Hierin is enerzijds een regeling vervat betreffende bestaande detailhandelsfuncties, welke op het tijdstip van terinzagelegging van het bestemmingsplan aanwezig zijn en wordt anderzijds voorzien in gebruiksvoorschriften ter zake van het gebruik dat niet harmonieert met de op de grond gelegde bestemming. Reclamante vreest dat de desbetreffende bepalingen een belemmering kunnen vormen ten aanzien van het gebruik als detailhandel van de nog door haar cliënte op te richten bebouwing. Hieromtrent merken wij op, dat de Raad bij beschikking van 16 maart 1987, nr. 3795 aan Donjon BV te Marssum in beroep een bouwvergunning heeft verleend voor het oprichten van een winkel- en kantorencomplex op het per ceel Snekertrekweg 17-23 te Leeuwarden. Dit bouwplan is nog niet ten uitvoer gebracht. Het thans aan de orde zijnde bestemmingsplan staat de uitvoering daarvan ook niet in de weg. Immers, zo lang een vergunning, welke onder een ander rechtsregiem is verleend, niet is ingetrokken, kan hiervan op rechtsgeldige wijze gebruik worden gemaakt. Het gebruiksdoel waartoe de oprichting van een gebouw strekt, moet in zo'n situatie als niet verboden gelden. Dit brengt mede dat artikel 5.2, sub 2 van de planvoorschriften geen wijziging behoeft te ondergaan. Met betrekking tot het bepaalde in artikel 10, tweede lid, sub a van de planvoorschriften merken wij het volgende op. Uitgaande van het gegeven dat in het algemeen verbodsvoorschriften niet kunnen gelden dan nadat deze van kracht zijn geworden, zijn wij bij nader inzien van mening - in aanmerking nemende ook de heersende Kroonjurisprudentie - dat dit artikel aanpassing behoeft zoals geformuleerd in het concept-raadsbesluit. Immers, de verbodsbepalingen wor-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 438