- 4 -
ad b.
Gedoeld wordt op de grens die op reclamantes perceel is gelegd met de intentie
de mogelijk te maken kantorenbestemming in het gebied ten noordoosten van de
Marshallweg te markeren. Gelet op het karakter van dit gebied, dat zich op rede
lijke afstand bevindt van de overwegende bedrijfsfunctiesachten wij het
toestaan van een kantoorfunctie in dit gebied niet onacceptabel. De grens is
bepaald met inachtneming van de huidige scheiding tussen het bebouwde en het
onbebouwde gedeelte. Het terrein ten oosten van de aangegeven grensaanduiding en
dat in eigensdom toebehoort aan reclamante is in gebruik als parkeerterrein bij
de naastgelegen bouwmarkt Superdoe. Deze feitelijke situatie in aanmerking
nemende, achten wij de getrokken grens niet onlogisch en derhalve niet wille
keurig. Wij achten dit bezwaar dan ook ongegrond.
ad c.
Dit verkeersaspect is thans nog niet actueel. Het bestemmingsplan verplicht
niet tot afsluiting van de Snekertrekweg nabij de Hermesbrug. Voor zover een
vlotte verkeersafwikkeling zulks in de toekomst mocht meebrengen, zou overgegaan
kunnen worden tot het ongedaan maken van de bestaande afsluiting. Wij merken in
dit verband op, dat afsluiting niet zal kunnen plaatsvinden zonder het nemen van
de vereiste verkeersmaatregelen, zodat reclamante in dat kader haar belangen kan
verdedigen. Wij achten dit bezwaar ongegrond.
ad d
Het bestemmingsplan sluit de aanleg van een los- en laadplaats op de bedoelde
lokatie niet uit. In het kader van de herprofilering van de Marshallweg zal een
en ander nader gedetailleerd moeten worden. Nu het bestemmingsplan een en ander
niet verbiedt, achten wij de opmerking van reclamante voor zover die als bezwaar
moet worden opgevat, ongegrond.
De aanvullende brief van reclamante van 19 juli 1988, uitgereikt ter vergadering
van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting op 19 juli
1988, biedt geen nieuwe gezichtspunten om aan de wensen van reclamante tegemoet
te komen. Hierbij zij tevens aangetekend, dat er bij reclamante geen rechtens
te honoreren verwachtingen zijn gewekt van de zijde van het gemeentebestuur.
Onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuis
vesting U in haar vergadering van 19 juli 1988 heeft geadviseerd met de
voorgestelde vaststelling in te stemmen, stellen wij U voor het bestemmingsplan
"Spoordok" vast te stellen conform het bijgevoegde concept-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
Nr. 14028
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
overwegende, dat het wenselijk is om het bestemmingsplan "Spoordok" vast te
stellen;
dat het ontwerp-bestemmingsplan vergezeld van een toelichting met ingang van
31 maart 1988 gedurende een maand ter gemeentesecretarie voor een ieder ter
inzage heeft gelegen;
dat tegen het ontwerp-bestemmingsplan binnen de in de Wet op de ruimtelijke
ordening voorgeschreven termijn drie bezwaarschriften zijn ingediend;
dat hij onder overneming van de motivering, zoals weergegeven in het hierna
omschreven voorstel van Burgemeester en Wethouders van oordeel is, dat de
aangevoerde bezwaren deels gegrond en voor het overige ongegrond dienen te wor
den verklaard, zoals tot uitdrukking is gebracht in het dictum van dit besluit;
dat in verband met vorengenoemde overweging het bestemmingsplan op onder
delen gewijzigd dient te worden vastgesteld, zoals in het dictum van dit besluit
is omschreven;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 25 augustus 1988
(bijlage nr. 249);
gelet op de Wet op de ruimtelijke ordening en Besluit op de ruimtelijke
ordening;
BESLUIT:
onder overneming van de motivering, zoals vervat in het hierbovenvermelde
voorstel van Burgemeester en Wethouders:
A. 1. het bezwaarschrift van mr. P.W.A. Gerritzen-Rode te Amsterdam namens Don
jon BV te Leeuwarden deels gegrond en voor het overige ongegrond te
verklaren;
2. het bezwaarschrift van de NV Nederlandse Spoorwegen te Utrecht deels
gegrond en voor het overige ongegrond te verklaren;
3. het bezwaarschrift van L.S. Brouwers BV te Leeuwarden ongegrond te
verklaren.
B. vast te stellen het bestemmingsplan "Spoordok", zoals dit is vervat in de
bij dit besluit behorende:
1. kaartnr. 504b-4 met bijbehorende verklaring, waarop de bestemming van de
in het bestemmingsplan begrepen grond wordt aangegeven;
2. voorschriften omtrent het gebruik van de in het bestemmingsplan begrepen
gronden en van de zich daarop bevindende opstallen, welk plan op de
volgende onderdelen afwijkt van het ontwerp dat ter visie heeft gelegen.