1
Bijlagenr. 250.
Voor U ligt het beleidsplan van de gemeente Leeuwarden voor de periode
1989 tot en met 1993. Te zamen met dit beleidsplan bieden wij U de ont-
werp-begrotingen van de Algemene Dienst en van de Takken van Dienst voor
het jaar 1989 aan.
De opzet van dit beleidsplan is overeenkomstig voorgaande jaren, hoewel
op enkele onderdelen reeds vooruitgelopen is op de resultaten van de
evaluatie van het beleidsplan die inmiddels heeft plaatsgevonden. Bij de
opzet van het Beleidsplan 1990-1994 kunnen de evaluatieresultaten volle
dig worden betrokken. Het ziet er echter niet naar uit dat dit tot dras
tische veranderingen zal leiden.
Hoofdstuk I vormt zoals gewoonlijk het hoofdstuk waarin de algemene en
financiële context waarbinnen ons beleid zich afspeelt, wordt geschetst.
Hiertoe behoort ook een beknopt overzicht van de rol die de absolute
hoofdprioriteiten en de middelenfuncties hierin vervullen. De details
dienaangaande komen in hoofdstuk II terug.
Hoofdstuk II bevat uiteraard de beleidsvoornemens per hoofdfunctie en
hoofdstuk III gaat dieper in op de financiële situatie van onze gemeen
te
Evenals het vorige jaar zijn om praktische redenen de meerjarenramingen,
die bij dit beleidsplan behoren, apart gebundeld.
Hoofdstuk I. De context van het beleid.
1.1 De algemene (financiële) situatie.
De Nederlandse economie heeft de afgelopen jaren een stabiel karakter
vertoond. Hoewel er daarbij sprake is van enige economische groei en het
financieringstekort van het Rijk iets daalt, blijft de werkloosheid op
een verontrustend hoog peil. Met name het aantal langdurig werklozen is
daarbij zeer zorgwekkend. Er kan dus niet worden gesproken van een suc
cesvol herstelproces.
Het uitblijven van een economisch herstel heeft zijn repercussies voor
de lokale samenleving. Enerzijds omdat de positie van vele medeburgers
die zich momenteel in een uitzichtloze situatie bevinden, niet zal ver
beteren, anderzijds omdat de middelen van de gemeentelijke overheid
tekort schieten om aan vele, op zich zeer te rechtvaardigen, in de ge
meentelijke samenleving levende verlangens tegemoet te komen.
De aandacht van het overheidsbeleid dient zich in het bijzonder te rich
ten op de financieel minder-draagkrachtigen in de samenleving. Hun posi
tie vereist een "steuntje in de rug", zowel van de rijksoverheid als van
de gemeentelijke overheid.
Nu van het huidige rijksbeleid op dit gebied weinig inspiratie uitgaat,
is een eigen gemeentelijk beleid voor de financieel minder-draagkrachti
gen des te noodzakelijker. In de volgende paragraaf gaan wij hier nader
op in.
Dat de economie een stabiel karakter vertoont is op zich opmerkelijk na
de "beurskrach" van een jaar geleden. Al of niet in verband daarmee
vertoont de economie echter nieuwe haarscheurtjes: de inflatie dreigt
weer enigszins de kop op te steken en de rente heeft de neiging te stij
gen. Met name de rentestijging heeft een nadelig effect op de financiële
situatie van de Nederlandse gemeenten. Dat geldt zeker voor onze gemeen
te. Niet alleen hebben wij net als andere gemeenten financiële middelen