14
Hoofdstuk II. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie.
Hoofdfunctie 0. ALGEMEEN BESTUUR.
Functie 002: Bestuursapparaat.
A. Personeelsbeleid.
Ontwikkeling werkgelegenheid en herverdeling van arbeid.
Na herhaalde vertragingen in de aflevering van PERSIS (het geautomati
seerde personeelsinformatiesysteem), zijn eind mei de meest essentiële
onderdelen opgeleverd. De periode tot aan de zomervakantie 1988 is ge
bruikt voor het testen en bijstellen van het systeem. Na de zomervakan
tie is gestart met de invoering van het enorme aantal gegevens.Het bo
venstaande betekent dat nog niet beschikt kan worden over een betrouw
baar en gedetailleerd inzicht in de ontwikkeling van de werkgelegenheid
en de herverdeling van arbeid bij de gemeente Leeuwarden. De personeels-
statistiek zoals die in het bijlageboek is opgenomen, is een gebrekkige
(handmatig vervaardigde) weergave van de werkelijkheid omdat ook diverse
categorieën tijdelijk personeel (seizoenkrachten, vakantiewerkers e.d.)
in de tellingen zijn verwerkt.
Met inachtneming van het bovenstaande kunnen de volgende conclusies
worden getrokken; ten opzichte van vorig jaar is:
het totale personeelsbestand afgenomen met 57 personen tot 1443
personen;
het aantal voltijders afgenomen met 72 personen tot 1033 personen;
het aantal deeltijders toegenomen met 15 tot 410;
Het percentage deeltijders is hiermee gekomen op 28,4, waarvan 59Z
vrouwen;
het aantal vrouwen toegenomen met 3 tot 345.
Hun aandeel in het totale personeelsbestand is hiermee gekomen op
29,91 (was in 1987 22,8Z)
De door de gemeente tot ontwikkeling gebrachte en in uitvoering genomen
werkgelegenheidsplannen worden behandeld in Hoofdfunctie 6, functie 611:
werkgelegenheid
Vervroegd uittreden.
Ambtenaren in de leeftijd van 61 tot 65 jaar en ambtenaren met 40
dienstjaren, kunnen vrijwillig vervroegd uittreden (VUT). In 1988 is
het bovendien éénmalig mogelijk geweest om ook op 60-jarige leeftijd van
de VUT gebruik te maken. In totaal hebben 12 ambtenaren van de laatstge
noemde mogelijkheid gebruik gemaakt. Het gevolg is dat in 1989 een
kunstmatige daling optreedt van het aantal ambtenaren dat vrijwillig
vervroegd uittreedt.
Exclusief degenen die op basis van 40 of meer dienstjaren kunnen ver
trekken, kunnen in 1989 geen ambtenaren vervroegd uittreden. In 1990
zijn dat er 16, in 1991 25, in 1992 17 en in 1993 22. Het aantal amb
tenaren dat op 1 juli 1988 nog geen gebruik had gemaakt van de VUT, maar
daarvoor wel in aanmerking kwam, bedroeg 3.