VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT 24 doen en het terrein enigermate te verkennen. In dit kader zijn een stuurgroep en een projectgroep ingesteld en is op tijdelijke basis een coördinator aangesteld. Inmiddels zijn wij tot de conclusie gekomen dat er behoefte bestaat aan een verbreding van de aanpak op dit terrein. Met name blijkt behoefte te bestaan aan een meer systematische en gestructureerde aanpak van de materie. Daartoe zal een beleidsplan tot stand moeten komen, waarin een en ander zichtbaar wordt gemaakt en prioriteiten worden gesteld. In verband daarmee hebben wij een aanvraag om een financiële bijdrage gericht tot de Stuurgroep Bestuurlijke Preventie van de Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken. Deze aanvraag is grotendeels gehonoreerd, hetgeen wil zeggen dat het Rijk bereid is gedurende twee jaar onder zekere voorwaarden maximaal 50Z bij te dragen in de kosten van respectievelijk een coördinator bestuur lijke preventie kleine criminaliteit en een pakket activiteiten, waaron der het opstellen van een beleidsplan als hierboven bedoeld. De activiteiten in het kader van de uitvoering van de Nota Enge Plekken zullen zover mogelijk medebekostigd worden ten laste van het activitei tenbudget kleine criminaliteit. Wij beschouwen de bestuurlijke preventie van de veel voorkomende crimi naliteit als een uiterst belangrijke aangelegenheid, waarvoor een extra inspanning zeker gerechtvaardigd is. Dankzij de bijdrage van het Rijk ontstaat de mogelijkheid om op dit gebied een wezenlijke stap vooruit te doen. Om die reden hebben wij besloten om ten laste van de ruimte voor nieuw beleid gedurende twee jaar een bedrag van 80.000,-- beschikbaar te stellen, overeenkomende met het maximale door het Rijk toegekende bedrag. Van dit bedrag is de helft bestemd ter bestrijding van de kosten van de coördinator en de andere helft ter bestrijding van die van de activiteiten. Ten slotte kunnen wij nog meedelen dat het in het voornemen ligt in de loop van 1989 meer concrete voorstellen aan de Raad dan wel de Commissie Algemene Zaken aan te bieden. Functie 120: Brandweer. In het kader van de herwaardering 1987-1991 is voor de brandweer een bezuinigingstaakstelling vastgesteld op 500.000,--. In het hieraan voorafgaand beleidsplan berichtten wij U dat door middel van het niet vervullen van ontstane vacatures een gedeelte van de taakstelling kan worden ingevuld. Een restant van 230.000,-- diende nog te worden in gevuld via twee sporen, te weten vermindering van de kosten van brand- kranen en inschakeling van vrijwilligers op langere termijn. Inmiddels heeft dit geresulteerd in een besparing van 53.000,-- op de kosten van periodiek onderhoud van de brandkranen. Momenteel onderzoeken wij nog de mogelijkheden 175.000,-- te besparen door inschakeling van vrijwilli gers op langere termijn. Het Rijk heeft maatregelen aangekondigd waardoor gemeenten de tarieven voor het verlenen van vergunningen (leges) niet hoger mogen stellen dan de werkelijk gemaakte kosten. De brandweer verricht onder andere voor het verlenen van bouwvergunningen diverse advieswerkzaamheden. Aangezien - gelet op de bovengenoemde maatregel - de totale door de gemeente ge maakte kosten zichtbaar gemaakt dienen te worden, worden met ingang van 1989 deze advieswerkzaamheden ten laste gebracht van functie 822.00 in de gemeentebegroting. In verband met deze vergoeding is een bedrag van 35.000,-- opgenomen aan inkomsten in de brandweerbegroting.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 461