40 lingen, als dat wenselijk is, tweemaal per jaar kunnen doorstromen naar een hogere groep. Zowel kwalitatief als ten aanzien van de groei van het leerlingenaantal komen deze scholen tot een goede ontwikkeling. De grote belangstelling voor de Jenaplanschool noodzaakt ons tot een bezinning op de ruimtelijke situatie. Omdat bovengenoemde scholen hun extra toeloop vooral danken aan de komst van veel kleuters, stelt de 4-jarigenmaatregelwaarbij kleuters van die leeftijd voor de vaststelling van personeelsformatie slechts voor de helft meetellen, ons voor bijna onoverkomelijke proble men Met betrekking tot het onderwijs in eigen taal en cultuur moet worden vermeld dat het OETC vraagt om een grondige programmatische voorberei ding nu de Nota "Onderwijs aan Allochtone Leerlingen te Leeuwarden" door U is vastgesteld. Het onderwijs in eigen taal en cultuur (OETC) ten behoeve van Marokkaan se, Turkse en Vietnamese leerlingen wordt ook in het schooljaar 1988- 1989 gegeven. De Werkgroep Begeleiding Onderwijs aan Allochtonen is belast met de uitwerking van de beleidsaanbevelingen in de Nota "Onderwijs aan Alloch tone Leerlingen te Leeuwarden" In een op te stellen activiteitenplan zal worden aangegeven op welke wijze het intercultureel onderwijs (ICO) vorm moet worden gegeven. Er is een aanzet gegeven tot leerplanontwikkeling OETC, ten einde dit onder wijs beter te doen aansluiten aan het reguliere basisonderwijs. In de huidige situatie is de programmering in een (te) grote mate over gelaten aan de inzichten van de buitenlandse leerkrachten. Ten einde een goede coördinatie van het OETC te bewerkstelligen, is met de besturen van het bijzonder onderwijs een eerste overleg gepleegd over de wijze waarop het OETC wordt gegeven. De destijds door de Gemeenteraad gedane suggestie om een gezamenlijke werkgroep op te richten om de knel punten binnen het OETC-onderwijs in kaart te brengen, zal wellicht ook door de bijzondere scholen worden overgenomen. In de komende periode wordt tevens aandacht besteed aan de doorstro- mingsproblematiek basis- en voortgezet onderwijs, toegespitst op de allochtone leerlingen en de mogelijkheden van invoering van eigen taal onderwijs (OETC) in het voortgezet onderwijs. In het kader van het gemeentelijk onderwijsvoorrangsbeleid wordt in de wijken Schieringen, Achter de Hoven, Lekkumerend, Bilgaard, de Meenthe en Wielenpölle gepoogd onderwijsachterstanden te bestrijden. De in deze wijken gevestigde scholen voor basisonderwijs en welzijnsinstellingen komen in aanmerking voor de voor dit doel beschikbare gemeentelijke financiële middelen. Het aantal deelnemende scholen en welzijnsinstel lingen zal naar alle waarschijnlijkheid niet verder stijgen. Het samenwerkingsverband houdt de betrokkenen en de Raadscommissie On derwijs op de hoogte van de in de genoemde wijken lopende activiteiten. In het kader van het Regionaal Overleg Primair Onderwijs is vanaf 1 au gustus 1988 een aantal projecten van start gegaan met een schoolover stijgend karakter. Deze projecten staan in het teken van de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs, de relatie regulier onderwijs- speciaal onderwijs, de zorgverbreding en enkele algemene overlegsitua ties tussen scholen, betrekking hebbende op verschillende thema's. Nadat een aantal jaren geleden de Raamnota Onderwijs en het Innovatie plan zijn vastgesteld hebben wij de evaluatie van deze nota's ter hand genomen Wij zullen U via de Raadscommissie Onderwijs in het voorjaar van 1989 ter zake informeren. 41 Op 29 januari 1988 heeft U besloten gebruik te maken van de mogelijkheid om met Gedeputeerde Staten meerjarige afspraken te maken over de in standhouding van de openbare basisscholen te Hempens en Lekkum. Als uitvloeisel van deze afspraken is per 1 augustus 1988 de Floris Verster- school opgeheven en gefuseerd met de Ferd. Bolschool, terwijl er uiter lijk per 1 augustus 1990 een tweede openbare basisschool zal moeten worden opgeheven. Voorts is aan de afspraak met Gedeputeerde Staten om vóór 1 oktober 1988 een zogenaamde spreidingsnotitie vast te stellen inmiddels gevolg gegeven. Naast het feit dat deze notitie gemotiveerd aangeeft welke basisschool uiterlijk per 1 augustus 1990 zal moeten worden opgeheven is er tevens een overzicht gegeven van de levensvat baarheid van de basisscholen. Ten aanzien van een aantal basisscholen kan de conclusie worden getrokken dat het perspectief niet van dien aard is dat de toekomst zonder zorgen tegemoet getreden kan worden. Wij hebben reeds de nodige maatregelen voorbereid of genomen om te be reiken dat de aantrekkingskracht van deze scholen wordt vergroot. Functie 430/431; Speciaal onderwijs. In november 1987 is de Beleidsnota voor het Openbaar Speciaal Onderwijs vastgesteld. Met voortvarendheid wordt er thans op de scholen gewerkt aan her- en bijscholing gericht op de statuswijziging van de Prof. Gre- welschool en op de verbrede toelating van leerlingen op de Arendstuin- school. Samen met de schoolleiding van de scholen voor openbaar speciaal onderwijs wordt - mede gerelateerd aan recente landelijke en lokale ontwikkelingen - uitvoering gegeven aan het beleid, gericht op een ge meenschappelijke Commissie van Onderzoek. Via de Raadscommissie Onder wijs bent U geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot deze gemeenschappelijke commissie. Met ingang van 1 januari 1989 verkrijgt de Prof. Grewelschool dus de status van Regionaal Orthopedagogisch Instituut waardoor de leerlingen met een gecompliceerder hulpvraag op een nog meer afdoende wijze dan tot op dit moment het geval is hulp kan worden geboden. Wij prijzen ons gelukkig binnen het openbaar onderwijs over zo'n voorziening de beschik king te hebben. De bekostiging van het speciaal onderwijs. Op 1 januari 1988 is voor het speciaal onderwijs een nieuw bekostigings stelsel van kracht geworden. Het nieuwe stelsel is op dezelfde leest geschoeid als dat voor het basisonderwijs. Het is in de plaats gekomen van een stelsel van integrale rijksvergoedingen van de werkelijke kosten binnen bepaalde grenzen. Het nieuwe stelsel houdt dus in dat de finan ciële risico's van de gemeente met betrekking tot het speciaal onderwijs zijn toegenomen. Ons streven is erop gericht de uitgaven voor het speciaal onderwijs zo veel mogelijk te doen aansluiten op de rijksvergoedingen. Dit betekent dat onder andere de schoonmaakkosten drastisch teruggebracht moesten worden. Als gevolg van een bezuiniging op het schoolzwemmen voor het speciaal onderwijs door een lagere LONDO-vergoeding voor het schoolzwemmen, zijn de gevolgen voor deze sector nader onderzocht. Uitgaande van het door het Rijk beschikbaar gestelde budget is gepro beerd zoveel mogelijk leerlingen van de kernafdelingen aan het school zwemmen te laten deelnemen. Voor het v.s.o. is het niet mogelijk geble ken het schoolzwemmen te continueren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 472