60 Hoofdfunctie 6. SOCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJK WERK. Gevolgen van autonome ontwikkelingen ten aanzien van regelgeving op het gebied van de sociale zekerheid. Als gevolg van de invoering van de wijziging van het sociale zeker heidsstelsel per 1 januari 1987, kunnen er vanaf die datum geen nieuwe aanspraken ontstaan op een uitkering krachtens de Wet werkloosheidsvoor ziening (WWV). Gegeven de maximum uitkeringsduur van 2 jaar die deze wet kent, zal het aantal WWV-uitkeringsgerechtigden per 1 januari 1989 in principe zijn gedaald tot nul. Werknemers die nu werkloos worden, kunnen, indien zij voldoen aan bepaalde voorwaarden, in aanmerking komen voor een uitkering krachtens de (nieuwe) Werkloosheidswet. Voor de mees ten van hen geldt dat een uitkering krachtens deze wet in vergelijking met een WWV-uitkering lager uitvalt en/of over een kortere periode wordt toegekend. Voor zover deze uitkeringsgerechtigden niet over andere inkomsten kunnen beschikken, zullen zij daarna voor hun inkomensvoorziening zijn aangewe zen op een uitkering die ligt op het niveau van het sociaal minimum (ABW). Verwacht wordt dan ook dat deze groep van bijstandsgerechtigden zal toenemen. Er is nog een ander aspect van de wijziging van het sociale zekerheids stelsel, dat gevolgen heeft voor de bestandsontwikkeling van uitkerings gerechtigden. Gedoeld wordt op de zogenaamde 'afschatting' van uitke ringsgerechtigden ingevolge de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) en/of de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Ten aanzien van personen die een uitkering krachtens één van deze beide wetten ontvan gen, zal periodiek worden (herbeoordeeld of en in welke mate zij als arbeids(on)geschikt zijn aan te merken. Voor zover zij arbeidsgeschikt zijn, maar niet over een inkomen uit arbeid beschikken, zullen zij als werkzoekende, gedeeltelijk arbeidsgeschikte werkloze werknemers een beroep kunnen doen op een aanvullende uitkering krachtens de Wet inko mensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werk nemers (IOAW). Dit ter compensatie van de daling van de AAW/WAO-uitke- ring die het gevolg is van de "afschatting"Wij verwachten dat op ter mijn ongeveer 600 personen een dergelijke uitkering via de G.S.D. zullen ontvangen. Voor de betrokken personen kan de herbeoordeling van de mate van arbeids(on)geschiktheid een verslechtering van de inkomenspositie tot gevolg hebben, enerzijds, omdat bij de bepaling van de hoogte van een uitkering ingevolge de IOAW rekening dient te worden gehouden met het inkomen van de partner en anderzijds omdat de uitkering ingevolge de IOAW is gerelateerd aan het minimumloon en niet, zoals bij de WAO, aan het laatstverdiende loon. Zoals wij in voorgaande beleidsplannen hebben gemeld, was de invoering van de stelselherziening sociale zekerheid onder meer gericht op het realiseren van bezuinigingstaakstellingen bij de rijksoverheid. De rege ring heeft een nieuwe bezuinigingsmogelijkheid gevonden in de vorm van de voorgenomen verlaging van de uitkeringen voor degenen die jonger zijn dan 27 jaar. Wij zijn van oordeel, dat een dergelijke maatregel haaks staat op het rijksbeleid inzake verlaging van de leeftijd waarop men tegenwoordig als volwassene wordt beschouwd. Indien het voornemen van het Rijk op dit punt zou worden geëffectueerd, blijven "jongeren" tot hun 27e levensjaar in financiële zin afhankelijk van hun ouders.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 484