77 Ook zal de inhoud van het werk en de gemeentelijke subsidiëringsmetho diek van het algemeen maatschappelijk merk moeten worden vastgelegd in een subverordening van de Algemene subsidieverordening. Wij zullen U ter zake zonodig voorstellen doen. 620.01 Maatschappelijke hulp- en dienstverlening aan jongeren en jong volwassenen. De opheffing van de knelpunten in de huisvestingssituatie bij het KRIC (Krisis- en Informatiecentrum) is helaas vertraagd doordat het niet mogelijk is gebleken deze voorziening te huisvesten in het nieuwbouwcom- plex in de Schoolstraat. Het KRIC heeft zich nu uitgesproken voor onder brenging van haar crisishulp-activiteiten in het pand Zuidergrachts- wal 26. Zodra dit pand beschikbaar komt voor het KRIC zal het nodige worden gedaan om de interne ruimtes ervan aan te passen aan de behoeften van deze voorziening. De druk vanuit de maatschappelijke omgeving op het KRIC om naast de kern-activiteiten steeds weer nieuwe taken op zich te nemen, is bijzonder groot. De ervaring heeft geleerd dat dit ten koste kan gaan van de uitvoering van de eigenlijke taken van deze voorziening. Wij zijn van mening dat het KRIC gezien de beperkte eigen spankracht uiterst terughoudend dient te reageren op deze druk. Gegeven de risico's die zijn verbonden aan de uitbreiding van het taken pakket beschouwen wij de beëindiging van de zogenaamde huiskamerfunctie niet als een ernstig verlies van de kwaliteit van deze voorziening. De gebruikers van deze functie beschikken immers over eigen huisvesting en zij bevinden zich ook anderszins niet in een directe crisissituatie. Het aantal vrijwilligers bij het KRIC bevindt zich weer op een accepta bel peil. 620.02 Ouderenwerk. De noodzaak om ook in de toekomst een aktief beleid te voeren, waarin rekening gehouden wordt met de toenemende vergrijzing in onze samenle ving, wordt door ons onderkend. In de afgelopen tijd hebben wij aan de vormgeving van een dergelijk beleid de nodige (extra) aandacht gegeven. De neerslag daarvan zal U binnenkort in de vorm van de Beleidsnotitie Ouderenwerk worden aangeboden. De aanleiding tot de ontwikkeling van deze beleidsnotitie kan mede wor den gevonden in het gegeven dat de praktische mogelijkheden van de ge meente om op het terrein van het ouderenwerk aan een eigen beleid ge stalte te geven onlangs zijn uitgebreid, doordat de beleidsverantwoor delijkheid voor het gecoördineerd ouderenwerk, het flankerend ouderenbe leid en de woontussenvoorzieningen - onder het regiem van de Welzijns wet - op gemeentelijk niveau is gebracht. Naast de rol die de gemeente speelt op het gebied van de huisvesting van ouderen, zijn nu ook be leidsinstrumenten verworven waarmee het zolang mogelijk zelfstandig wonen van ouderen kan worden bevorderd. Op welke wijze aan een dergelijk beleid inhoud kan worden gegeven, zullen wij in de genoemde beleidsnoti tie uiteenzetten. Overigens merken wij op dat de plannen van het kabinet ten aanzien van de structuur en de financiering van de gezondheidszorg (Commissie Dek ker) ook ingrijpende gevolgen zullen hebben voor de zorg voor ouderen. Zoals bekend is het de bedoeling om essentiële onderdelen van de oude 78 renzorg, zoals gezinszorg, kruiswerk, bejaardenoorden en verpleeghuizen onder te brengen in het zogenaamde basisverzekeringspakket. Daarmee worden deze voorzieningen, die "tot nu toe grotendeels via de begrotin gen van Rijk of provincie werden bekostigd, geheel onder de sfeer van de verzekeringsfinanciering gebracht. De financiers van de zorg (de verze keraars) en de aanbieders van de zorg (de instellingen) zullen dan geza menlijk de inhoud van het te bieden zorgpakket bepalen. Of de plannen van het kabinet doorgaan en zo ja, welke dan de gevolgen zullen zijn voor de desbetreffende zorgvoorzieningen voor ouderen kan op dit moment niet worden overzien. Wel is duidelijk dat de in het recente verleden onzerzijds wel geopperde gedachte van de mogelijke doordecentralisatie van de bevoegdheden over de bejaardenoorden van het provinciale naar het gemeentelijke niveau, tegen de achtergrond van de bovenstaande ontwikke lingen in een ander daglicht komen te staan. Het vervoersproject, dat in 1988 is gestart ten behoeve van het project dagopvang in het Dienstencentrum Huizum, heeft bevredigende resultaten opgeleverd. Het project bleek een nuttige aanvulling op het bestaande aanbod aan voorzieningen voor zelfstandig wonende ouderen. Het project wordt in 1989 uitgebouwd tot een meer stedelijke voorziening, die het minder mobiele ouderen beter mogelijk moet maken om van het aanbod in de dienstencentra gebruik te maken. De afwikkeling van de sluiting van Sonnenborgh, waartoe in het kader van de uitvoering van het Plan Ouderenvoorzieningen door de provincie Frie sland werd besloten, zal ook in 1989 nog de nodige aandacht van het bestuur van het bejaardenoord en van het provinciaal bestuur vragen. De belangrijkste zorg is dat de gedwongen verhuizing van de bewoners op een verantwoorde wijze kan worden gerealiseerd. Of de beoogde datum van 1 januari 1989 daarbij haalbaar zal zijn, kan thans nog niet worden voorzien. Op initiatief van de gemeente werd een werkgroep gevormd, die plannen heeft ontwikkeld voor de toekomstige bestemming van de gebouwen, die met de sluiting van het bejaardenoord vrijkomen. De gedachten gaan uit naar een woonbestemming voor ouderen, met daaraan gekoppeld een aantal plus-voorzieningen, die voor een deel in de sfeer van gemeen schappelijke ruimten liggen en voor een deel in de sfeer van zorg op maat. Het gesprek met de provincie over de beschikbaarstelling van (ex tra) woningbouwcontingenten zal in het najaar plaatsvinden. Voor de financiering van de zorgfunctie zal op gemeentelijk niveau een oplos sing moeten worden gevonden. Wij zullen U ter zake zonodig voorstellen voorleggen 620.05 Sociaal-cultureel werk in het kader van maatschappelijk werk. Kinderopvang In het door U begin 1988 vastgestelde Sociaal-Cultureel Plan 1988-1992 is de verdere ontwikkeling van de kinderopvang als beleidsprioriteit aangemerkt De financiële situatie in onze gemeente is echter niet zodanig dat alle wensen op het terrein van de kinderopvang kunnen worden vervuld. In verband daarmee hebben wij het initiatief genomen om in nauw overleg met de verschillende besturen van de kinderopvangvoorzieningen te komen tot een knelpuntennota met betrekking tot het terrein van de kinderop vang, op grond waarvan de ter zake te maken beleidskeuzes nader kunnen worden onderbouwd en waarin een meerjarenperspectief kan worden aange-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 493