94 visie met betrekking tot het streekplan en het stadsgewest. Wij zijn voornemens om structureel prognoses op te stellen over de kwan titatieve woningbehoefte. Daarnaast zullen wij door middel van kleine projectgeoriënteerde onderzoeken het kwalitatieve beleid continu onder bouwen. Onze bijzondere aandacht gaat uit naar de mogelijkheid voor de bouw van studenteneenheden en de bouw van woonvormen voor ouderen. In de jaarlijkse nota's inzake de planning en programmering zullen de uitkom sten van de uitgevoerde onderzoeken worden verwerkt. In het algemeen wordt getracht de ontwikkeling van de woningmarkt zo goed mogelijk te volgen en het volkshuisvestingsbeleid snel op de veran derde omstandigheden in te laten spelen. Dit betekent dat er meer onder zoeken zullen worden gedaan. Deze onderzoeken zullen geringer van omvang zijn en zich richten op een specifiek onderwerp of project. Wij zijn voornemens de besluitvorming inzake de onderzoekplanningde opdracht verlening en de verwerking in het beleid in overleg met de Raadscommis sie R.O.V. te doen plaatsvinden. In 1989 zijn onderzoeken voorzien naar: jongerenhuisvesting; seniorenwoningen; portiekflats; zorgwoningen In relatie tot de problematiek van de verkoop van moeilijk verhuurbare huurwoningen in AldlSn wordt voorgesteld de vraag naar deze woningen op korte termijn te evalueren op basis van de eerste verkoopresultaten. Met betrekking tot het woningvoorraadbeleid zijn wij voornemens in aan sluiting op de Nota Woningbouwbeleid een Nota Woningvoorraadbeleid te doen opstellen. Deze nota zal naar verwachting eind 1989 in ontwerp gereed zijn. In deze nota zal onder meer aandacht worden geschonken aan de uitkomsten van het onderzoek naar de situatie in de naoorlogse wijken dat op dit moment wordt uitgevoerd en aan de leegstand, die ten onrechte soms als problematisch wordt aangemerkt. In het woningvoorraadbeleid komt de belangrijkste doelstelling van het woonruimteverdelingsbeleid aan de orde. Het gaat daarbij niet om de toewijzingsregels maar om het gebruik van de woningvoorraad in relatie tot het gevoerde inschrijvingsbeleid en de waargenomen tekorten en over schotten. Decentralisatie Per 1 januari 1988 is de Regeling geldelijke steun huurwoningen Normkos tensysteem 1988 in werking getreden. Hiermee is een eind gekomen aan een periode van 4 jaar experimenteren met de ontwikkeling van het Normkostensysteem. Omdat de gemeente al in de experimentele fase aan dit decentralisatieproject heeft deelgenomen, heeft deze invoering voor ons geen consequenties. Financiering Volkshuisvesting. Het terugtreden van de overheid manifesteert zich ook in het volkshuis vestingsbeleid Onder andere komt dit tot uiting doordat geen rijksleningen meer worden verstrekt en het Rijk terughoudender wordt met het deelnemen in garan ties Deze ontwikkeling baart ons om twee redenen zorg. In de eerste plaats 95 vrezen wij stagnaties in de bouw omdat kapitaalmarktleningen slechts zeer moeizaam kunnen worden verkregen gezien de lage rendementen waarvan de minister uitgaat. In de tweede plaats neemt voor de gemeente het risico uit garanties toe. Wij hebben inmiddels met de corporaties overeenstemming bereikt over de manier waarop leningen kunnen worden aangetrokken tegen een relatief lagere rente. Het rentevoordeel wordt daarbij in een fonds gestort waar uit risico's gedekt moeten worden. Over de financiering van de sociale huursector vindt landelijk nog over leg plaats tussen ministerie, VNG en koepels van corporaties. Wij delen het VNG-standpunt dat de voorkeur uitgaat naar terugkeer naar rijksleningen. Is dat niet haalbaar, dan gaat de voorkeur uit naar een gemeentelijk financieringsmodel. Wij zullen U te zijner tijd over de uitkomsten daarvan informeren. Nieuwbouw. De nieuwbouw in stadsvernieuwingsgebieden is nog immer zeer omvangrijk. De planvoorraad neemt echter wel enigszins af, zodat verwacht mag worden dat de bouw van met name sociale huurwoningen in Camminghaburen zal toenemen. De programmering van de bouw van woningen in de stadsvernieu wingsgebieden zal zich op het aantrekken van gezinnen moeten blijven richten. Naast de ontwikkeling van de vrijesectorkavels in het deelgebied Water- buurt-Zuid in Camminghaburen, streven wij ernaar voor de gegadigden voor woningen in de vrije sector een gevarieerder aanbod te bewerkstelligen. Een eerste aanzet hiertoe is al aan de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting voorgelegd. Woningverbetering Bij de particuliere woningverbetering in de huursector zijn de laatste jaren verscheidene grotere complexen opgeknapt. (Eigen brood bovenal, Nieuw St. Anthony Gasthuis). Thans wordt de mogelijkheid bezien om ook in geval van gemengd bezit complexmatige aanpak na te streven (project Rembrandtdwarsstraten) 820.02 Woningbedrijf. De toekenning van renteloze leningen uit 's Rijks kas zal in de komende beleidsperiode corrigerend werken op de financiële positie van het Wo ningbedrijf. De huidige verbeteringsregeling voor het naoorlogse woning- bezit en de beperkte subsidie-contingenten dwingen ons prioriteiten te stellen ten aanzien van de uitvoering van verbeteringsplannen. Aangezien gemeentelijke woningbedrijven worden uitgesloten van uitkeringen uit het van rijkswege nog in te stellen Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting is het van groot belang de ontwikkeling van de financiële positie op de voet te volgen. In de komende beleidsperiode wordt daarom een kwalita tieve inventarisatie van het gemeentelijk woningbezit uitgevoerd, ten einde de verbeteringsbehoefte en daarmee samenhangend de behoefte aan financiële middelen tijdig te signaleren en tot een juiste prioriteit stelling te komen op grond van technische kwaliteit.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 504