99
Hoofdfunctie 9. FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN.
Algemeen.
Hoofdfunctie 9 beslaat de uitgaven en inkomsten die niet aan één van de
voorgaande inhoudelijke hoofdfuncties toe te rekenen zijn, maar die
voortvloeien uit de financiële verhouding van het Rijk, uit algemene
inkomstenbronnen, het reservebeleid en de financiering.
De belangrijkste bron van eigen middelen voor de gemeente vormt de alge
mene uitkering uit het Gemeentefonds. In deze paragraaf wordt in finan-
cieel-technische zin ingegaan op de recente ontwikkelingen met betrek
king tot deze uitkering.
Daarnaast gaan wij in op de gemeentelijke belastingen, met de onroerend-
goedbelastingen als belangrijkste element. De verwachting bestaat dat in
1989 opnieuw geen sprake zal zijn van verruiming van de limieten van de
onroerend-goedbelastingen vanwege opgetreden vertraging in de behande
ling van het desbetreffende wetsvoorstel.
Functie 910; Reserves en voorzieningen.
De stand van de algemene reserve, de bestemmingsreserves en fondsen
wordt per 1 januari 1989 geraamd op ruim 24 miljoen, gespecificeerd
als volgt:
- algemene reserve 5,7 miljoen
- overige reserves en fondsen f 18,5 miljoen
24,2 miljoen
Overigens zij verwezen naar bijlage 3 (staat D) bij de ontwerp-begro-
ting. De in deze staat opgenomen "papieren" reserves (bijvoorbeeld het
fonds stadsvernieuwing) of reserves van derden zijn in bovenstaand be
drag buiten beschouwing gebleven.
De algemene reserve wordt gebruikt voor het dekken van vermogensverlie-
zen, alsmede voor het dekken van incidentele begrotingstekorten. Ten
einde de dekking van eventuele vermogensverliezen mogelijk te maken is
de bodem van deze reserve bepaald op 3 miljoen. Op grond van inciden
tele begrotingstekorten kan het echter soms onvermijdelijk zijn dat de
reserve in de beleidsperiode beneden de vastgestelde bodem van 3 mil
joen daalt.
Ten aanzien van de bestemmingsreserves en fondsen merken wij op dat de
middelen van deze reserves, in tegenstelling tot de algemene reserve,
een bijzondere bestemming hebben en niet zonder meer ter vrije beschik
king staan.
Rente
Bij de opstelling van de ontwerp-begroting en het ontwerpbeleidsplan is
uitgegaan van een rentepercentage van 7 voor lang geld en van 5 1/2 voor
kort geld.
Rente-omslagpercentage
Het is gebruikelijk dat niet voor elke uitgaaf op de kapitaaldienst een
afzonderlijke geldlening wordt aangetrokken. De gemeente leent naar
behoefte. De door de gemeente te betalen c.q. intern te verrekenen rente