100 wordt deels naar vaste rentepercentages toegerekend, deels op basis van een omslag. Vaste rentepercentages worden toegerekend aan investeringen in de wo ningbouwsector, aan niet regelmatig terugkerende investeringen van grote omvang etc. Voor zover de rentelasten niet afzonderlijk worden toegerekend, worden deze toegerekend op basis van een omslagstelsel dat gerelateerd wordt aan de boekwaarden (netto aanschafwaarde minus gecumuleerde afschrij ving Het omslagpercentage is een gemiddelde van alle percentages die voor reeds aangegane en nog aan te gane geldleningen worden berekend. Bij de berekening van het omslagpercentage wordt uitgegaan van de veronderstel ling dat voor nieuw aan te trekken vast geld 72 moet worden betaald. Bij de opstelling van de ontwerp-begroting voor 1989 bedroeg het zogenaamde financieringstekort - gerekend naar de toestand van 1 januari 1988 - 70,8 miljoen. De rente over dit bedrag wordt geraamd op 4,4 miljoen. Bij de raming van dit bedrag is ervan uitgegaan dat 39 miljoen (de zogenaamde kasgeldlimiet) van het financieringstekort wordt gefinancierd met kort geld tegen een percentage van 5 1/2. Rentecorrectie Op basis van het in het kader van de richtlijnen van de begroting voor- gecalculeerde rente-omslagpercentage wordt rente aan de investeringen toegerekend. Als de ontwerp-begroting gereed is, blijkt dat de werkelijk toe te rekenen rente altijd afwijkt van de in eerdere instantie geraamde toe te rekenen rente. Het calculatieverschil wordt dan overgeboekt naar hoofdfunctie 9. Dit calculatieverschil dient enerzijds te worden toege rekend aan investeringen, waarvan de rentelasten de budgettaire positie van de gemeente beïnvloeden (in hoofdzaak in de sector overheid) en anderzijds aan investeringen, waarvan de rentelasten de budgettaire positie van de gemeente niet beinvloeden i.e. rendabele investeringen (in hoofdzaak investeringen in de zogenaamde bedrijvensectorGebleken is dat de toegerekende rente hoger is dan de in eerdere instantie voor- gecalculeerde rente. Dit betekent uiteindelijk een rentecorrectie van 211.000 N. Functie 911; Geldleningen. Vlottende financiering. De financiering van de gemeentelijke kapitaaluitgaven vindt sinds 1 ja nuari 1987 plaats onder de vigeur van de Wet financiering lagere over heden (Filo) Op grond van deze nieuwe wet bedraagt de zogenaamde kasgeldlimiet - be drag waarbinnen de gemeente kapitaaluitgaven met vlottende middelen kan financieren - 4,82 van het totaal van de vaste schuld en de ontvangen waarborgsommen vermeerderd met de reserves en de voorzieningen zoals opgenomen als beginstand in de begroting van een bepaald jaar. Voor onze gemeente betekent dat voor 1989 een bedrag van 4,82 van ca. 812 mil joen is afgerond 39 miljoen. In 1988 maakt de gemeente voor het eerst gebruik van een nieuwe vorm van kortgeldfinancieringte weten uitzetting van Commercial Paper (CP). Het programma loopt tot 1991. Tijdens deze looptijd wordt via CP kort geld aangetrokken indien de vooruitzichten omtrent rentepercentages en liquiditeitspositie daartoe aanleiding geven. 101 Voor 1989 wordt in samenwerking met de diensten gewerkt aan een meer doelmatig kasbeheer, dat onder meer dient te resulteren in goede liqui- diteitsprognoses voor de diensten alsmede voor de gemeente als geheel. Vaste financiering. Ook in 1988 worden wederom in het verleden aangegane vaste geldleningen omgezet in leningen tegen lagere rentepercentages en wel voor in totaal 5.000.000,-. Voor de komende jaren zal onverminderd worden nagegaan welke langlopende leningen voor conversie in aanmerking komen en zullen overeenkomstig de bevindingen voorstellen worden gedaan. Hierbij zullen wij overigens behoedzaam rekening houden met ontwikkelin gen ten aanzien van het renteniveau. De herfinanciering van nog niet aflosbare langlopende leningen, afgeslo ten in de jaren 1980 tot en met 1982 met rentepercentages variërend van 10 1/42 tot 12 3/4 2 heeft eveneens de aandacht. Door toepassing van de zogenaamde Wijchense constructie kan het risico van rentestijging in de toekomst afgedekt worden. Het effect hiervan was tot en met 1992 reeds in het Beleidsplan 1988-1992 verwerkt. Voor het onderhavige beleidsplan kan hier nog eens netto 195.000,- voor 1993 aan toegevoegd worden. In 1988 wordt voor circa 40 miljoen tot herfinanciering volgens de Wijchense constructie overgegaan. Voor 1989 is een verder vervolg, van eveneens circa 40 miljoen, daarop te verwachten. Garanderen van rente en aflossing van door derden aan te gane geldlenin gen. Uit de tot de begroting voor 1989 behorende staat F blijkt, dat de ge meente per 1 januari 1989 rente- en aflossingsverplichtingen heeft gega randeerd over een leningsbedrag van 1.153 miljoen. Van dit bedrag heeft 325 miljoen betrekking op leningen, die door derden zijn aange gaan voor de financiering van de aankoop c.q. de bouw van woningen. In de beleidsperiode 1989-1993 wordt van de veronderstelling uitgegaan, dat het bedrag waarvoor de gemeente ten behoeve van de hiervoorgenoemde garantieverplichtingen zal worden aangesproken, 800.000,-- per jaar bedraagt. Hiervan kan op het Rijk 502 worden verhaald. Ten laste van de gemeente blijft dan over de gehele beleidsperiode gere kend een bedrag van 2.000.000,--. Voor de dekking die uit garantieverplichtingen voortvloeien is het Waar borgfonds garantie geldleningen ingesteld. Dit fonds wordt gevoed door middel van een bijdrage fonds perdu van degenen aan wie garantie wordt verleend Fimktie 920: Belastingen. 920.00 Onroerend-goedbelastingen. Zoals bekend zijn de bedragen die wij kunnen heffen aan onroerend-goed- belastingen (0GB) gebonden aan limieten. Deze limieten bedragen voor de gebruikers 122 en voor de zakelijk gerechtigden (meestal genoemd eigena ren) 152 van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Door de nauwe koppeling aan de algemene uitkering zijn de opbrengsten in hoge mate afhankelijk van ontwikkelingen ten aanzien van deze uitkering. Zoals bekend is op de algemene uitkering de afgelopen jaren fors gekort.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 508