102 De weerslag op de limieten van de 0GB betekent onder andere dat geraamde verhoogde opbrengsten door toename van het aantal objecten, niet gerea liseerd kunnen worden, ondanks de verlichting door de Tijdelijke Limie tenregeling, waardoor bepaalde ombuigingen voor de berekening van de limieten geacht mogen worden niet te hebben plaatsgevonden. De rijksoverheid heeft deze problematiek onderkend en heeft voorstellen gedaan tot verruiming van de limieten door een limiet vast te stellen die is gerelateerd aan een bedrag van 475,- per wooneenheid. Inmiddels is een wetsvoorstel tot wijziging van de bepalingen inzake gemeentelijke belastingen in de Gemeentewet bij de Tweede Kamer inge diend. Dit wetsvoorstel dat naast de beperking van de zogenaamde matige winst met betrekking tot leges en rechten onder meer de verruiming van de limieten onroerend-goedbelasting moet regelen, dient volgens het kabinet voor 1 januari 1989 kracht van wet te hebben. In de juni-circulaire 1989 wordt nog van de oude wetgeving uitgegaan aangezien de Staten-Generaal het wetsontwerp nog in behandeling moeten nemen. Gelet op de vele bezwaren die tegen het wetsvoorstel zijn inge bracht door de VNG alsmede de Raad van State verwachten wij niet dat met ingang van 1 januari 1989 een verruiming van de limieten zal kunnen plaatsvinden. In onze toelichting op deze functie in het Beleidsplan 1988-1992 hebben wij U uiteengezet dat wij als gevolg van de limietenproblematiek geen kans zagen een bedrag van 1.032.000,-- te heffen. In de verwachting dat de betreffende problematiek per 1 januari 1989 zou zijn opgelost, hebben wij U voorstellen gedaan tot een incidentele belastingmaatregel (deze bleek door het verschijnen van de september-circulaire 1987 overi gens beperkt te kunnen worden tot 855.000,--). Wij zien ons nu genood zaakt die maatregel ook van toepassing te verklaren voor het jaar 1989. Nu de verruiming van de limieten per 1 januari 1989 naar wij verwachten wederom uitblijft, ontstaat nogmaals een tegenvaller van 739.000,--. Bovenop de verlenging van de incidentele belastingmaatregel 1988 stellen wij U voor dit verlies te beperken door middel van een eenmalige extra verhoging van het rioolrecht en een incidentele (in feite vervroegde verhoging 1990) verhoging van de afvalstoffenheffing. Met ingang van 1990 zullen de incidentele belastingmaatregelen 1988 en 1989 ongedaan kunnen worden gemaakt en zullen de tegenvallers leiden tot een extra verhoging van de tarieven voor de 0GB. Bij ons voorstel tot vaststelling van de tarieven 0GB 1988 constateerden wij dat er meer objecten zouden kunnen worden belast dan in de primitie ve begroting 1988 voorzien. Aangezien de maximale opbrengst (limiet) vaststond, hebben wij deze belastingcapaciteit niet kunnen benutten en de tarieven moeten aanpassen. Met de verruiming van de limieten per 1 januari 1990 menen wij die onbedoelde voordelen voor de belastingbeta ler ongedaan te kunnen maken via een extra verhoging van de tarieven (effect 571.000,-- ingaande 1990/1991). Ingaande 1990 kan tevens de tijdelijke vrijstelling van een aantal gemeentelijke objecten vervallen. Het vrijstellen van een aantal gemeentelijke objecten heeft indirect geleid tot een verhoging van de tarieven 0GB. Met het vervallen hiervan kan dat effect ongedaan worden gemaakt. Voor de consequenties op de tarieven van de hiervoor bedoelde incidente le belastingmaatregel 1989 alsmede voor vergelijkingen met betrekking tot de belastingdruk verwijzen wij U naar Hoofdstuk III, onderdeel 3.5. 103 920.01 Hondenbelasting. In verband met de voorgenomen invoering van de hondepenning is de ra ming van de opbrengst hondenbelasting ingaande 1989 met 28.000,-- verhoogd. Daarnaast is over de jaren 1989 tot en met 1991 rekening gs- houden met een jaarlijkse verhoging van 28.000,-- ten behoeve van het treffen van maatregelen voor bestrijding van overlast door honden. Functie 921: Algemene uitkeringen. 921.00 Algemene uitkering uit het Gemeentefonds. In hoofdstuk IV van dit beleidsplan, de meerjarenramingen, is onder deze subfunctie een gedetailleerde getalsmatige uitwerking gegeven van de ontwikkelingen gedurende de beleidsperiode 1988 ten opzicht van de pri mitieve begroting 1988. In deze paragraaf wordt specifiek ingegaan op ontwikkelingen tot en met 1992 die in het beleidsplan 1988-1992 niet waren voorzien. Een aantal daarvan is overigens wel opgenomen in de Voorjaarsnota 1988. I. Ontwikkelingen in hoofdlijnen. a. Ombuigingen en uitvoering Bestuursakkoord. De in het regeerakkoord voor 1989 opgenomen ombuigingen ad 114,4 miljoen zijn thans verwerkt in de schaalbedragen per woonruimte in plaats van in het uitkeringspercentage. Deze nadere verdeling heeft voor de gemeente Leeuwarden een nade lig effect van 45.000,-- voor 1989 en volgende jaren. In het kader van de opstelling van de rijksbegroting 1988 zijn aanvullende ombuigingen op het Gemeentefonds opgenomen tot een bedrag van 49,1 miljoen. In 1988 is hiervoor al een bedrag opgenomen van 30 miljoen, zodat voor 1989 een bedrag resteert van 19,1 miljoen. Voor de gemeente Leeu warden betekent dit een verdere verslechtering van 125.000,--. In het kader van de opstelling van de rijksbegroting 1989 zijn voor 1989 en 1990 verdere ombuigingen op het gemeente fonds opgenomen tot een bedrag van 58,7 miljoen. Voor de gemeente Leeuwarden leiden deze voorshands tot een verslech tering van 390.000,-- ingaande 1989/1990. Het aandeel in de rijksbezuinigingen waarvoor het Gemeente en Provinciefonds zijn aangeslagen (evenredigheidspercenta ge) is verlaagd van 7,5 naar 7,0Z. Voorts is de verhouding tussen beide fondsen iets bijgesteld ten gunste van het gemeentefonds. Voor de gemeente Leeuwarden betekent dit een verbetering van 96.000,--. In het kader van het Bestuursakkoord is overeengekomen dat de gemeenten niet alleen meedelen in ombuigingen op de rijksbegroting, maar ook behoren te profiteren van beleids intensiveringen op de rijksbegroting. Voor de jaren 1989 tot en met 1992 betekent dit voor de gemeente Leeuwarden een verbetering van 89.000,--. Per saldo een tegenvaller van 375.000,--.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 509