116
3.5 Heffingen en tarieven.
Tarievenbeleid 1989.
Zoals wij U reeds eerder hebben medegedeeld, is met ingang van het twee
de halfjaar van 1987 het tot dan toe geldende overheidstarievenbeleid
losgelaten. Dit betekent dat de gemeenten vrij zijn in het vaststellen
van de diverse tarieven, mits deze niet uitgaan boven de door de wet
gestelde maxima.
In dit verband merken wij op, dat het wetsontwerp tot wijziging van de
Gemeentewet op het stuk der belastingen met betrekking tot de limitering
van de onroerend-goedbelastingen (OGB) en de tariefstelling voor de
leges en rechten op 26 mei 1988 in behandeling is gegeven bij de Tweede
Kamer. Dit wetsontwerp houdt in dat de tarieven voor de leges en rechten
niet hoger mogen zijn dan de op de gemeente drukkende kosten. Tot nu toe
is het toegestaan met die rechten een zogenaamde "matige winst" te ma
ken. Deze wijziging zal tot gevolg hebben, dat een deel van de belas
tingcapaciteit bij de gemeenten wordt weggenomen. Tevens wordt een ver
ruiming van het limietensysteem voor de OGB voorgesteld, dat inhoudt dat
de maximaal toegestane opbrengst wordt afgeleid naar een bedrag van
475,-- per woonruimte. Het capaciteitsverlies bij de leges en rechten
wordt volgens het wetsvoorstel gecompenseerd door de verruiming van de
capaciteit bij de OGB.
In het wetvoorstel wordt als ingangsdatum van de wijziging genoemd 1 ja
nuari 1989. Naar verwachting zal de behandeling door de kamer echter
niet voor 1 januari 1989 zijn afgerond. In onze tariefvoorstellen zijn
wij er dan ook van uitgegaan dat nog geen rekening behoeft te worden
gehouden met het voorliggende wetsontwerp.
Indien de voorgestelde wet toch tijdig in werking zou treden, dan zullen
wij U alsnog voorstellen doen tot wijziging van de tarieven, met name
met betrekking tot de OGB in samenhang met de rioolrechten en de afval
stoffenheffing
De consequenties van het wetsontwerp met betrekking tot de belastingca
paciteit voor de gemeente Leeuwarden zullen wij door middel van een
afzonderlijke notitie voorleggen aan de Commissie voor de Financiën.
Kwijtscheldingsbeleid gemeentelijke heffingen.
Het actief kwijtscheldingsbeleid met betrekking tot de afvalstoffenhef
fing en het rioolrecht, alsmede ten aanzien van de OGB - voor zover door
de gemeente beïnvloedbaar - wordt onverminderd voortgezet.
Door middel van bijsluiters bij de aanslagbiljetten c.q. afrekeningsno
ta's van de N.V. Frigem alsmede het zenden van een extra informatiefol
der aan alle personen met een uitkering via de G.S.D., trachten wij die
groepen te bereiken die in principe voor kwijtschelding in aanmerking
komen
117
Onderstaande tabel biedt een overzicht van kwijtschelding van gemeente
lijke heffingen.
belasti ng
ONROEREND-
AFVALSTOFFENHEFFING
0VERI
GE GEMEENTE-
jaar
GOEDBELAS
LI JKE
HEFFINGEN
TINGEN
bedrag aan
aant.
aant
bedrag
aant.
aant
bedrag
ver 1 eende
verz.
inge-
aan ver I een-
verz
1 n-
aan
kwijtschei d.
w i 1
de kwijtsch.
gew.
ver I
1 i gde
verz.
kwijt
verz
sch
1984
f 3.385,—
250
200
f 12.000,—
23
19
f 1.000,—
1985
f 53.620,—
2140
1440
f 85.000,—
43
27
f 1 .700,—
1986
f 228.425,—
1600
1110
f 100.100,—
50
50
f 2.000,—
1987
f 214.445,—
1650
1125
f 120.000,—
75
37
f 2.400,—
Zoals bekend volgen wij bij de toepassing van de normen voor kwijtschel
ding het zogenaamde kwijtscheldingsregime van het Rijk. Dit kwijtschel
dingsregime is in 1987 gewijzigd. Er wordt niet langer rekening gehouden
met inwonende kinderen en de (forfaitaire) berekening van de vakantie
toeslag is iets gewijzigd.
Overigens zijn wij van mening dat de gemeenten meer ruimte geboden moet
worden voor het voeren van een eigen gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid
De regering heeft inmiddels aangekondigd door middel van deregulering en
decentralisatie van regelgeving de beleidsvrijheid van de gemeenten te
willen verruimen. In dit verband merken wij op dat wellicht per 1 janua
ri 1990 de heffing en invordering van de onroerend-goedbelastingen naar
de gemeenten zullen worden overgeheveld. Vanaf dat moment zullen de
gemeenten tevens worden belast met het afwikkelen van de verzoeken om
kwijtschelding OGB, waardoor de bemoeienis van de gemeenten met het
kwijtscheldingsbeleid zal toenemen.
Ondanks al onze maatregelen inwoners met een laag inkomen te wijzen op
de kwijtscheldingssmogelijkheden, moeten wij constateren dat de respons
beneden onze verwachtingen blijft. De indruk bestaat dat slechts een
derde deel van de voor kwijtschelding in aanmerking komende personen
daadwerkelijk een verzoek indient. Derhalve wordt in samenwerking met de
G.S.D. de mogelijkheid onderzocht om in zijn geheel af te zien van het
opleggen van een belastingaanslag indien uit de beschikbare informatie
blijkt dat men voldoet aan de normen voor kwijtschelding.
Tarievenpakket in vergelijking met andere gemeenten.
Jaarlijks worden enkele landelijke overzichten gepubliceerd, waaruit een