120 c D 4-J G cd <d B 0) 00 CD CO CD •H (X CD X C CD C 03 00 00 ON X G G X 00 g •H 4-J CO 03 i-H CD X CO H CD <H O c u CD X (D XI 03 H Tiet jerk s teradee 355,21 113,43 458,33 146,36 Sneek 441,37 182,13 640,36 264,25 Smallin- gerland 509,97 188,09 655,23 241,67 Menaldu- madeel 626,10 220,85 672,59 237,25 Leeuwar- deradeel 491,45 174,23 533,16 188,64 Harlin- gen 569,43 1 201,44 740,05 261,80 Frane- keradeel 548,24 197,62 721,73 260,16 I B C X G G 03 CD O 4-1 CQ CO I u 03 G CD G CD (D CO O m oo <r <r m oo CN m •<r co X) X o x m m X 00 CO m T3 «V G u 1 I CD O il rH X 4-J 1 O 03 X O X O 00 3 CD CD •H >4-H g U C/3 O u CO •H X 00 00 M-H C 1 e <H u •H 00 XI 00 (D CD CD c G C c X O •H CD •rH C c O s c U 4J <D CD N O CD 01 4J MH CD s O c0 X IH T3 U 11 CJ O O U G (D 0) H O a <D O X u CO o a 3 C u 03 03 B B CD X u (D C O S G (D a 00 O- O- C G O O VN 0) •H u 4-1 C4-H X CO O X «H c rH 4J i O CD CD CO O CD CD X X CD X u G X u CO X rH CD G O 00 CD O CH u 4-J C O O «H X CJ •H 00 •H O CD G 1 u 4-J 1i CO O X CO Q) 00 G r—1 CD c 1 CD 00 CO X •H 4-J U c G CD CD •H M-H rH O •H O CO 0) 2 G U CO G co G O <D (D O rH CD N X X 00 c ■rH c o s o <r ro CN r-~ CO CO CO CO 3 c S-l cd re e B <u •a <D C O s c Vj <u a. 121 De tariefsverhogingen voor 1989. Met betrekking tot de toe te passen tariefsverhogingen voor leges en rechten voeren wij - zoals U bekend - in het algemeen een beleid waarbij de toe te passen tariefsaanpassingen zijn gerelateerd aan de gemiddelde prijsstijging overheidsconsumptie (salarissen materiële uitgaven). De als belasting aan te merken heffingen worden gerelateerd aan de gemid delde prijsstijging Nationale Bestedingen in het voorafgaande jaar. Gelet op de ontwikkeling van de hiervoor bedoelde prijsstijgingen zijn wij er in het Beleidsplan 1989-1993 voor wat betreft het jaar 1989 van uitgegaan dat voor de leges en rechten geen nominale tariefsverhogingen toegepast behoeven te worden. Voor de als belasting aan te merken hef fingen gaan wij uit van een tariefsaanpassing van 1Z. Op de hiervoor geschetste uitgangspunten geldt een aantal uitzonderin gen die voortvloeien uit eerder genomen raadsbesluiten zoals bijvoor beeld de verhoging van de afvalstoffenheffing in drie fasen opdat de kosten van de vuilophaaldienst in 1990 hiermee volledig worden gedekt. Een aantal bijzondere kostenstijgingen zoals de verwerkingskosten klein chemisch afval, een toename van de verwerkingskosten als gevolg van stijgende aanvoer en de verhoging van het verbrandingstarief rechtvaar digt onzes inziens een extra verhoging met 383.000,-- per 1990. In verband met het treffen van maatregelen voor de bestrijding van de overlast door honden is een extra verhoging van de hondenbelasting voor zien. Zoals wij al eerder vermeldden zal vermoedelijk de wetgeving tot verrui ming van de limieten van de 0GB niet voor 1 januari 1990 zijn beslag krijgen, zodat in 1989 nog sprake zal zijn van een verlies aan opbreng sten 0GB. Overeenkomstig ons tot nu toe gevoerde beleid hebben wij naar compensa tiemogelijkheden in andere gemeentelijke belastingen gezocht, waarbij de gemiddelde belastingdruk voor de verschillende groepen belasting plichtigen zoveel mogelijk gelijk blijft. Voor een nadere toelichting op onze voorstellen in dezen verwijzen wij U naar hoofdstuk II, funktie 920.00 onroerend-goedbelastingen. In het kader van het Plan van Aanpak Parkeervoorzieningen zijn voor 1989 opbrengstverhogingen met betrekking tot de parkeergelden nodig tot een bedrag van 380.000,--. Deze verhogingen kunnen deels gevonden worden door een uitbreiding van het betaald parkeren. 3.6 Artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet. In deze paragraaf bezien wij de financiële situatie van Leeuwarden van uit artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet. Eén van de voorwaarden om voor een aanvraag ex art. 12 in aanmerking te komen is dat de gemeenten hun eigen inkomsten op een redelijk peil heb ben vastgelegd. In de zogenaamde juni-circulaire wordt jaarlijks aange geven wat in een dergelijke situatie het minimum aan eigen inkomsten (afvalstoffenheffing, rioolrechten en onroerend-goedbelastingen) dient te zijn. Indien de berekening van de normopbrengst (in het minimumpakket) leidt tot overschrijding van de wettelijke limiet op één van de onderdelen van het pakket, zal compensatie gevonden moeten worden in een verhoging van de opbrengst van één of meerdere onderdelen, tenzij ook daar de wette lijke limieten dat verhinderen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 518