- 2 -
Nr.
Naam van
de koper
Adres van
de koper
1
2.
3.
4.
5.
Kad. omschr.
perceel
H. Bos Willem Lorê- Lwd G 13381
straat 140
W. Hasker Vogelkers- Lwd G 14463
straat 24
S. Hibma Euterpe-
straat 16
J. Hof c.s. Wiarda-
straat 35
J. Noord- Engelse-
Lwd D 8120
1/15 onverdeeld
aandeel in
Lwd D 8129
Hzm B 3822
Lwd D 2616
huis
straat 49
Oppervl
van het
perceel
111 ca
139 ca
16 ca
160 ca
127 ca
Plaatseli jke
bekendheid
van het per
ceel
Willem Loré-
straat 140
Vogelkers
straat 24
Verdistraat
autobox)
Wiardastraat
35
Engelsestraat
49
Prijs
van
de
grond
f 7.659,
f 10.425,
f 2.843,
f 9.280,
f 10.922,
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Beleid inzake de verhuur van het jachtgenot op gemeentegronden.
Bijlage nr. 100. Leeuwarden, 17 maart 1988.
Aan de Gemeenteraad.
De bevoegdheid tot verhuur van het jachtgenot op bij de gemeente in
eigendom zijnde gronden heeft Uw Raad ingevolge artikel 3 van de Veror
dening beheersbevoegdheden Commissie Openbare Werken en Milieu gedele
geerd aan deze commissie. In totaal wordt op ca. 300 ha land het jacht
genot verhuurd. Jaarlijks ontvangt de gemeente hiervoor een bedrag van
ongeveer 1.430,aan huurpenningen.
Het feit dat enige tijd geleden de termijn van een aantal ter zake
met de desbetreffende jagers gesloten huurovereenkomsten was verstreken,
vormde voor ons college de aanleiding zich te beraden over de vraag of
de verhuur van het jachtgenot "op gemeentegronden moet worden voortge
zet. Wij kwamen daarbij tot de conclusie dat deze vraag in ontkennende
zin moet worden beantwoord en stelden de Commissie voor Openbare Werken
en Milieu voor in het vervolg van deze verhuur af te zien.
Bij de over dit voorstel gehouden stemming bleek de commissie niet
tot besluitvorming te kunnen komen. Zowel over het voorstel af te zien
van de verhuur van het jachtgenot als over een op dit voorstel inge
bracht amendement om het jachtgenot onder bepaalde voorwaarden te verhu
ren, staakten de stemmen in de voltallige commissievergadering van
11 januari 1988.
De verschillende standpunten binnen de commissie kunnen als volgt
worden omschreven. Vier commissieleden zijn van mening dat - nu op dit
moment uit een oogpunt van schadebestrijding de jacht op het gemeente
lijk grondbezit niet noodzakelijk is en ook om preventieve redenen de
gemeentegronden niet behoeven te worden bejaagd - afgezien dient te wor
den van de verhuur van het jachtgenot. Indien te zijner tijd zou blijken
dat zich ter zake ongewenste, op dit moment niet voorziene, ontwikkelin
gen zouden voordoen, kunnen alsnog maatregelen worden genomen.
De overige vier commissieleden staan op het standpunt dat kan wor
den doorgegaan met het verhuren van het jachtgenot op gemeentegronden.
Aan deze verhuur dienen dan wél zodanige voorwaarden te worden verbonden
(b.v. het opstellen van een wildbeheerplan)dat uitsluitend wordt ge
jaagd ter bestrijding of voorkoming van schade.
Over de uitoefening van zogenaamde plezierjacht bestaat binnen de
commissie geen meningsverschil: alle commissieleden keuren op ethische
gronden deze vorm van jacht af.
Om toch tot besluitvorming te komen besloot de commissie in haar
vergadering van 1 februari 1988 deze zaak aan Uw Raad voor te leggen.
Aangezien U de bevoegdheid tot verhuur van het jachtgenot zonder nader
voorbehoud aan de Commissie voor Openbare Werken en Milieu heeft gedele
geerd, is het evenwel niet mogelijk dat door U ter zake een besluit
wordt genomen, alvorens artikel 3 van eerdergenoemde beheersverordening
wordt gewijzigd.
Wij geven er de voorkeur aan om een onderzoek naar de noodzaak om
deze beheersverordening (en eventueel ook andere) te wijzigen ten einde
dit soort problemen te voorkomen, te betrekken bij de periodieke evalua
tie van het commissiestelsel, die zal plaatsvinden tegen het einde van
de huidige zittingsperiode van Uw Raad.
Ten einde op korte termijn tot een oplossing te komen, heeft de
commissie besloten Uw Raad te verzoeken in deze aangelegenheid aan haar
een bindend advies uit te brengen. De Verordening beheersbevoegdheden
Commissie Openbare Werken en Milieu behoeft daarvoor niet te worden ge-
