5-30
functie 610
Cat.
Subcat.
Omschrijving
Werkelijke of
vermoedelijke
uitgaven voor
vorig dienst
jaar
Geraamde uit
gaven volgens
oorspronkelijke
begroting vorig
dienstjaar
"Bijstandverlening!'
De Algemene Bijstandswet (A.B.W.) beoogt om iedere Neder
lander die hier te lande in zodanige omstandigheden verkeert
of dreigt te geraken, dat hij/zij niet over de middelen be
schikt om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te
voorzien, van overheidswege bijstand te verlenen.
Ook aan een hier rechtmatig te lande verblijvende vreemde
ling, die zich in een dergelijke situatie bevindt, kan bijstanc
worden verleend.
De ABW heeft een complementair karakter. Dit heeft een twee
ledige betekenis:
- de zgn. objectieve complementariteit en de zgn. subjectieve.
De objectieve complementariteit houdt in dat de ABW aanvul
lend werkt op de aanspraken die men ontleent aan het stelsel
van sociale zekerheid in de ruime betekenis. De ABW neemt
de laatste plaats in en functioneert alleen wanneer de zgn.
voorliggende voorzieningen niet of niet toerekend functioneren.
De subjectieve complementariteit brengt met zich dat de ABW
slechts aanvullend werkt op de eigen verantwoordelijkheid
voor de voorziening in het bestaan (bijv. verrichten van be
taalde arbeid) en de mogelijkheden van persoon en gezin.
Met de aanvullende functie van de ABW hangt ook samen de
toets op inkomen en vermogen, die in de ABW verder gaat dan
in andere sociale zekerheidswetten.
Tenslotte is een belangrijk uitgangspunt van verlening van
bijstand de afstemming van de bijstand op de omstandigheden
van persoon en gezin.
Het uitvoeringsorgaan heeft de verplichting na te gaan of de,
vaak genormeerde, bijstand toereikend is in het individuele
geval. De omvang van de bijstand staat dus niet bijvoorbaat
vast (het zgn. individualiseringsbeginsel)
De bijstand kan als volgt worden onderverdeeld:
a. bijstand in de algemene kosten van het bestaan;
- periodiek bijvoorbeeld voor levensonderhoud
- incidenteel: bijvoorbeeld inrichtingskosten
b. bijstand in de bijzondere kosten van het bestaan;
- periodiek bijv. deelname aan het maatschappelijk verkeer
- incidenteel: bijv. gebitsprotese, bril
De bovenstaande bijstand wordt verstrekt in de vorm van een
lening, dan wel fonds perdu.
In het Bijstandsbesluit landelijke normering (B.l.n.) zijn
nadere regels gesteld met betrekking tot de bijstandverlening
in de algemene kosten van het bestaan. De normering in dit
bijstandsbesluit is gebaseerd op het wettelijk vastgestelde
minimum-loon.
In het Bijstandsbesluit landelijke draagkrachtcriteria (B.l.d.)
worden nadere regels gesteld m.b.t. de vaststelling van de
draagkracht bij het verlenen van bijstand in de bijzondere
kosten van het bestaan. Dit bijstandsbesluit is alleen van
toepassing op niet in inrichtingen verblijvende personen.
Bijstand ter voorziening in de bijzondere kosten van het
bestaan wordt verleend met inachtneming van de financiële
draagkracht van persoon en gezin, voorzover die ligt boven
het sociaal minimum
5-31
functie 610
Geraamde
uitgaven
van het
dienstjaar
Cat.
Subcat.
Omschrijving
Werkelijke of
vermoedelijke
Inkomsten voor
vorig dienst
jaar
Geraamde in
komsten volgens
oorspronkelijke
begroting vorig
dienstjaar
Geraamde
inkomsten
van het
dienstjaar
"Bijstandverlening
