Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke orde
ning voor een deel van het Groene Stergebied.
Bijlage nr. 34. Leeuwarden, 2 februari 1989.
Aan de Gemeenteraad.
Voor een deel van het Groene Stergebied, gelegen tussen de weg
Woelwijk en de spoorlijn Leeuwarden-Groningen en ten noorden van deze
weg, hebt U op 15 februari 1988 (bijlage nr. 63) een voorbereidingsbe
sluit genomen om de aanleg ter plaatse van een golfbaan door de Stich
ting Golfbaan Leeuwarden mogelijk te maken (de raadsbrief ligt voor U
bij de stukken ter inzage). Daarbij hebt U tevens besloten de behande
ling van en de beslissing op verzoeken om vrijstelling van het geldende
bestemmingsplan ten behoeve van de aanleg van een tijdelijke oefengele
genheid over te laten aan ons college. In bedoelde raadsbrief hebben wij
de planologische situatie uiteengezet en geconcludeerd dat aan het plan
voor de aanleg van een golfbaan slechts medewerking kan worden verleend,
indien een voorbereidingsbesluit werd genomen. Hierdoor werd het moge
lijk op grond van artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening vrij
stelling te verlenen van het geldende bestemmingsplan, mits vooraf van
Gedeputeerde Staten de verklaring zou zijn ontvangen, dat zij tegen het
verlenen van vrijstelling geen bezwaar hebben. Tegen dit voörbereidings-
besluit heeft mevrouw C. Abma-Anderson c.s. te Tietjerk op grond van de
Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen een bezwaar
schrift ingediend. Op 11 juli 1988 (bijlage nr. 207) hebt U overeenkom
stig het advies van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaar
schriften besloten dit bezwaarschrift ongegrond te verklaren. Tegen dit
raadsbesluit is geen beroep ingesteld bij de Afdeling rechtspraak van de
Raad van State.
Bij besluit van 6 september 1988, nr. B 251/88, hebben wij aan de
Stichting Golfbaan Leeuwarden vergunning verleend voor het bouwen van
een afslaghut, bruggetjes, een kantine en een hekwerk ter plaatse.
Voorts hebben wij bij besluit van 23 september 1988, R.O.V. 15972 GV/GS,
aan genoemde stichting vrijstelling verleend van het geldende bestem
mingsplan ten behoeve van het inrichten (provisorisch) van drie percelen
weiland als driving range en enkele oefenholes. Deze vrijstelling heeft
o.a. betrekking op het aanleggen van afslagplaatsen en het aanbrengen
van verhardingen (waaronder parkeerplaatsen)
Mevrouw mr. C.T.M. Bloem te Zwolle heeft namens de heer J.S. Bouman
te Tietjerk bij ons college zowel een bezwaarschrift ingediend tegen de
bouwvergunning als tegen genoemde vrijstelling. Zoals U bekend is, is
een voorbereidingsbesluit - behoudens het hier niet relevante geval als
bedoeld in artikel 21, lid 7 van de Wet op de ruimtelijke ordening - één
jaar van kracht. Dit brengt met zich mee, dat het op 15 februari 1988
genomen voorbereidingsbesluit binnenkort zal vervallen. Dit feit is van
betekenis in verband met de vergunningverlening (heroverweging in het
kader van de Wet Arob) Aan de aanleg van een golfbaan kan immers
slechts medewerking worden verleend, indien er een voorbereidingsbesluit
geldt. Om procedurele redenen zal er dus opnieuw een voorbereidingsbe
sluit moeten worden genomen. Gelet op de hiervoor geschetste omstandig
heden stellen wij U dan ook voor ten aanzien van dit deel van het Groene
Stergebied opnieuw een voorbereidingsbesluit te nemen.