I 4 Daarnaast zullen wij de mogelijkheden onderzoeken om te komen tot een hoogwaardige busverbinding met Amsterdam/Schiphol en eventueel met s-Gravenhage Ook voor wat betreft de verbindingen binnen het noordelijk landsdeel zal aan het openbaar vervoer meer aandacht geschonken moeten worden. In dit verband achten wij de aangekondigde partiële verdubbeling van de spoorverbinding Leeuwarden - Groningen onvoldoende. Wil deze verbinding kunnen concurreren met het particuliere autoverkeer en gelet op de mi lieu-aspecten, dan is onzes inziens totale verdubbeling en elektrifika- tie noodzakelijk. Het voornemen om de projecten ter verbetering van het stadsgewestelijk openbaar vervoer te beperken tot die stadsgewesten die zijn aangewezen tot stedelijk knooppunt, wordt door ons ten zeerste van de hand gewezen indien dat zou impliceren dat verbeteringsprojecten in Leeuwarden niet zullen worden ondersteund. Juist in Friesland, waarin Leeuwarden als grote centrale kern, gelegen in een grotendeels landelijk gebied, een opvallende en belangrijke centrumpositie bekleedt, is stadsgewestelijk openbaar vervoer van uitermate groot belang om het autogebruik in het woon-werk-verkeer terug te dringen. Grote delen van Friesland zijn qua werkgelegenheid, verzorging en voorzieningen in belangrijke mate afhan kelijk van het aanbod ter zake in Leeuwarden. Goede openbaar vervoers voorzieningen met Leeuwarden bepalen dan ook in hoge mate of bepaalde voorzieningen wel of niet toegankelijk zijn voor vele inwoners van deze provincie. Openbaar vervoersvoorzieningen zijn derhalve essentieel voor de leefbaarheid van het Friese platteland. Projecten. In deel III van het Tweede SW staan uitvoeringsgerichte projecten, die in een aantal gevallen ook van belang zijn voor de gemeente. De toelichting op die projecten geeft een indicatie in welke richting de minister concreet denkt bij de uitwerking van het Tweede SW. Projecten die voor Leeuwarden van belang zijn op lokaal/regionaal ni veau, zijn onder meers Project 09 - Verbetering stadsgewestelijk openbaar vervoer. Naar onze mening dient ook het stadsgewest Leeuwarden voor dit project in aanmerking te komen. Het gemeentebestuur zal samen met de FRAM, de provincie en de andere betrokken gemeenten een plan voor stadsgeweste lijk openbaar vervoer ontwikkelen. Daarbij zal tevens, conform de pro jecten 13 en 14, aandacht besteed worden aan de speciale vereisten in het landelijke gebied en aan de stille uren in de stad. Project 73 - Openbaar-vervoerverplichting bij evenementen. De suggestie om bij het afgeven van vergunningen voor evenementen een verplichting op te nemen om te zorgen voor goed openbaar vervoer, zullen wij nader onderzoeken op de toepasbaarheid voor Leeuwarden. Projecten 107 en 114 - Hiërarchische verkeersstructuur Een doelstelling van het SW is om te komen tot verkeersveilige en ade quaat ingerichte verkeersaders en verblijfsgebieden. Dit is reeds gerui me tijd eveneens de doelstelling in het gemeentelijk verkeersbeleid. Het in 1978 vastgestelde Verkeersstructuurplan is hiervoor het kader. 5 Aan het hoofdwegennet wordt al jaren gewerkt. Voor de verblijfsgebieden is in 1988 begonnen met een programma voor verkeersluwe verblijfsgebie den. In de toelichting op het project gaat de minister ervan uit dat door de aanleg van goede verkeersaders als vanzelf verkeersluwe verblijfsgebie den ontstaan. De praktijk heeft geleerd dat dit niet zo is. Wij zullen er bij de regering dan ook op aandringen de Bijdrageregeling voor stede lijke verkeersvoorzieningen expliciet van toepassing te verklaren voor het Leeuwarder programma voor verkeersluwe gebieden. Tevens zullen wij ons aanmelden voor het project met betrekking tot een experiment met de G.A.V. (Gebiedsgewijze Aanpak van Verkeersongevallen). Hiervoor is 2 miljoen gulden beschikbaar. Project 117 - Blik van straat. Met dit project wordt beoogd het parkeren op de openbare weg terug te dringen. Gemeenten met meer dan 50.000 inwoners kunnen een premie ont vangen als ze in een periode van drie jaar de op straat geparkeerde auto's met minstens 10Z kunnen terugdringen. Met de ontvangen premie kan dan wellicht de onrendabele top van de gecreëerde parkeervoorzieningen gedekt worden. Wij zullen de implicaties van een eventuele aanmelding door Leeuwarden voor dit project nader onderzoeken. Wij stellen u voor bovenstaand commentaar als reactie van de ge meente Leeuwarden op het Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer in te zenden naar het Centraal Punt Inspraak. De Commissie voor de Ruimtelijke Ordening heeft in haar vergadering van 21 februari 1989 geadviseerd in te stemmen met bovengenoemd voor stel Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.L. van Harinxma thoe Slooten loco-Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 10