2
het Sociaal Cultureel Plan aan de onderhavige werksoort werd gege
ven, het budget t.b.v. het vrijwillig jeugdwerk terug te brengen
van 87.000,-- naar ca. 77.000,--.
Dit resulteerde, gelet op de mogelijkheden die artikel 4 van para
graaf 9 "Vrijwillig Jeugdwerk" geeft, in een bezuiniging op de
huisvestingssubsidie. Deze werd teruggebracht van 432 naar 252.
Dit voornemen was reeds opgenomen in het ontwerp-programmadat van
26 september 1988 tot 27 oktober 1988 ter inzage was gelegd, ter
wijl bovendien alle instellingen van dit voornemen op de hoogte
waren gesteld.
c. Tevens wijzen Burgemeester en Wethouders erop dat aan een toege
kend subsidie geen rechten kunnen worden ontleend. Burgemeester en
Wethouders baseren zich hierbij op de bepaling van artikel 22 van
de Algemene Subsidieverordening.
IV. Terinzagelegging van stukken en hoorzitting.
Van 7 maart 1989 tot 14 maart 1989 lagen de desbetreffende stukken voor
reclamante op de secretarie ter inzage.
Van de gelegenheid deze in te zien heeft reclamante geen gebruik ge
maakt
Op de hoorzitting d.d. 21 maart 1989 van de Raadsadviescommissie voor de
beroep- en bezwaarschriften verscheen namens de reclamante, de heer
S. Wiersma.
Tijdens de hoorzitting werd door de commissie met hem de termijnover
schrijding bij de indiening van het onderhavige bezwaarschrift doorge
sproken.
De opgeworpen bezwaren ten principale zijn in verband met voorgaande
kwestie niet meer aan de orde geweest.
V. Overwegingen en advies van de Raadsadviescommissie voor de beroep
en bezwaarschriften.
Artikel 13 van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen
bepaalt dat een bezwaarschrift binnen dertig dagen na de dag waarop de
beschikking is gegeven moet worden ingediend.
Niet-ontvankelijkverklaring blijft achterwege indien klager aantoont
dat hij het bezwaar heeft ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs
verlangd kon worden, zo blijkt uit de bepalingen van artikel 13 j.o. 9
van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen.
De commissie merkt op dat Burgemeester en Wethouders bij brief d.d.
22 december 1988, welke op deze datum eveneens werd verzonden, reclaman
te in kennis stelden van de door reclamante bestreden beslissing.
Reclamantes bezwaarschrift, gedateerd 7 februari 1989, werd op 8 februa
ri ter secretarie ontvangen. De commissie concludeert dat bovengenoemde
termijn van dertig dagen is overschreden.
Als motivering heeft reclamante aangevoerd dat haar voormalige penning-
meesteresse bovengenoemde brief van Burgemeester en Wethouders ongeopend
had laten liggen en eerst op 3 februari 1989 had overhandigd aan haar
huidige penningmeester.
De commissie merkt op dat deze vertraging is te wijten aan de organisa
tie van reclamante. Om deze reden ligt het in haar eigen risicosfeer.
Eén en ander kan de gemeente niet worden verweten.
Om bovenstaande reden adviseert de commissie reclamante in haar bezwa
ren, zoals verwoord in haar bezwaarschrift d.d. 7 februari 1989, niet-
ontvankeli jk te verklaren.
3
De commissie stelt de Raad voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd
ontwerp-besluit
wnd. Voorzitter, Secretaris,
w.g. (mr. C.O. Rommerts)
w.g. (mr. P.J. Achterhof)