Nr. 6969 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; overwegende, dat bij zijn besluit van 9 juni 1987, nr. 9486, voor het plangebied "Oranjewijk" een voorbereidingsbesluit is genomen, waaraan een werkingsduur van twee jaar is verbonden; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 3 mei 1989 (bijlage nr. 122); gelet op artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening; BESLUIT: de termijn waarvoor het voorbereidingsbesluit van 9 juni 1987, nr. 9486 (plangebied "Oranjewijk") is genomen, met ten hoogste een jaar te verlengen. ?Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Nota Studentenvoorzieningen. Bijlage no. 123 Leeuwarden, 3 mei 1989, Aan de Gemeenteraad. 1Inleiding. Een aantal jaren geleden werd het hoger onderwijs, d.w.z. het wetenschap pelijk en hoger beroepsonderwijs, geconfronteerd met verschillende taakverde- lings- en concentratie-operaties. Vooral in het h.b.o. heeft dat geleid tot talloze fusies. Als gevolg hiervan is het beeld van het hoger onderwijs in een paar jaar sterk veranderd, zowel op landelijk niveau als in Leeuwarden. Overi gens zijn met name in het h.b.o. de verschillende operaties nog niet afgerond, maar gaat het proces van taakverdeling en concentratie nog voort. Voor de inhoud van de diverse operaties en voor de consequenties voor Leeuwarden verwijzen wij U naar de ter inzage gelegde stukken. Bovenstaande ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat Leeuwarden is uitgegroeid tot een belangrijk centrum op het terrein van het h.b.o. Het aantal studenten is de afgelopen jaren sterk gegroeid en bedraagt thans ongeveer 12.000. In hoeverre dat aantal in de komende jaren nog verder zal groeien, is moeilijk te voorspellen; veel zal afhangen van maatregelen en ontwikkelingen op landelijk niveau, zoals verdere taakverdelingsoperaties, stijging van het deelnamepercentage en arbeidsmarktperspectieven. Met het stijgen van het aantal studenten is er ook meer vraag gekomen naar een gemeentelijke visie op het terrein van de studentenvoorzieningen. Om aan deze vraag te voldoen is in juni 1988 de concept-beleidsnota Studentenvoor zieningen uitgebracht en met het verzoek om commentaar naar het onderwijsveld gezonden. Ook is de concept-nota besproken in de vergadering van de Commissie voor het Onderwijs van 22 juni 1988. Voor een overzicht van de ingekomen reac ties en de wijze waarop deze reacties in de tekst verwerkt zijn, verwijzen wij U naar bijlage 4 van bedoelde nota. In aansluiting hierop merken wij het volgende op. 2. Ontstaansgeschiedenis van de Nota Studentenvoorzieningen. De thans aan U ter vaststelling aangeboden nota heeft een lange ontstaans geschiedenis achter de rug. De afgelopen jaren zijn op ambtelijk niveau diverse aanzetten gegeven, maar het bleek in de praktijk moeilijk tot een samenhangende beleidsvisie op dit terrein te komen. Zowel bij de behandeling van de concept nota in de vergadering van de Commissie voor het Onderwijs als in de ingekomen reacties is teleurstelling geuit over de inhoud van de nota. Als positief werd ervaren dat het belang van dit beleidsterrein door het uitbrengen van een beleidsnota werd erkend, maar de inhoud van de nota werd als (te) mager ervaren. In hoofdstuk 5 van de thans voorliggende nota zijn wij in algemene zin op deze kritiek ingegaan. Wij erkennen dat met deze nota het laatste woord over het gemeentelijk beleid op het gebied van studentenvoorzieningen niet is gezegd. Veeleer moet deze nota als een eerste plaatsbepaling en standpuntbepaling van de gemeente ter zake beschouwd worden. Uit een aantal reacties blijkt dat de gedachte heeft postgevat dat, waar er op het zeer brede terrein van de studentenvoorzieningen elementen voor verbetering vatbaar zijn, het gemeentebestuur daar als eerst verantwoordelijke aangesproken kan en moet worden. Deze gedachte is naar onze mening in zijn algemeenheid onjuist. Weliswaar heeft het gemeentebestuur een algemene verantwoordelijkheid voor de gang van zaken binnen de gemeentegrenzen,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 152