-2- maar dat betekent niet dat het gemeentebestuur in alle gevallen primair verant woordelijk is voor het opheffen van welke tekorten dan ook. Veeleer is er sprakt van een gezamenlijke en gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokkenen. In onderling overleg zal dan moeten worden bekeken wie het initiatief neemt tot b.v. het tot stand brengen van nieuwe voorzieningen of het opzetten van activi teiten. In dit verband moet er overigens op gewezen worden dat er op het terrei: van de coördinatie nog wel het een en ander verbeterd kan en moet worden. Bij het opstellen van de concept-nota is gebleken dat veel informatie niet alle betrokkenen bereikt. Voor het voeren van een effectief beleid is het struc tureren van de informatiestromen een eerste vereiste; de in de nota aanbevolen Externe Overlegcommissie Studentenvoorzieningen zal in dit verband een belangrijke taak kunnen vervullen. De in juni 1988 uitgebrachte concept-nota is tot stand gekomen mede aan de hand van discussies in de ad hoe Werkgroep Studentenvoorzieningen. Nadat de not! nog voor de zomervakantie naar het onderwijsveld is gezonden, heeft het geruime tijd geduurd voordat de reacties ontvangen waren. De laatste reacties zijn, na aandringen onzerzijds, pas in de loop van januari 1989 ontvangen. Mede hierom et omdat de prioriteit bij de beleidsvoorbereiding in het najaar van 1988 is uitge gaan naar het voortgezet onderwijs, heeft het geruime tijd geduurd alvorens de reacties verwerkt waren en de definitieve Nota Studentenvoorzieningen aan U ter vaststelling kon worden aangeboden. 3Beleidsaanbevelingen. Naar verwachting zal het aantal studenten, na een hoogtepunt in het begin van de jaren negentig, langzaam gaan dalen. In welke mate en tot welk niveau da; zal zijn, is thans moeilijk aan te geven. Het gevolg van deze ontwikkeling zal echter zijn een toename van de concurrentie tussen de instellingen voor hoger onderwijs, maar ook tussen de verschillende steden. Het beleid zal wat dat betreft gericht zijn op het handhaven en zo mogelijk vergroten van het "marktaandeel". Wil Leeuwarden zijn huidige positie kunnen handhaven, dan zal in de komende jaren een actieve publiciteitscampagne gevoerd moeten worden. Het is naar onze mening met het oog hierop gewenst een Werkgroep Propaganda en Voorlichting in te stellen met vertegenwoordigers van de gemeente, de hogescho len en studenten(organisaties)In deze werkgroep zouden ideeën ontwikkeld moeten worden over de wijze waarop doelgerichte propaganda- en voorlichtingscam pagnes opgezet en uitgevoerd zouden moeten worden. Voor de voorbereiding en uit voering van deze werkzaamheden is 0,1 formatieplaats noodzakelijk. Hierboven hebben wij reeds opgemerkt dat bij het opstellen van de concept nota gebleken is dat de onderlinge informatie-uitwisseling voor verbetering vat baar is. Voorts is het om gericht beleid te kunnen voeren, noodzakelijk dat duidelijk wordt welke verlangens er op een bepaald terrein leven, in welke mate daaraan via bestaande voorzieningen tegemoet wordt gekomen en welke verdere activiteiten in dat verband ondernomen moeten worden. Naar onze mening is het noodzakelijk dat binnen het gemeentelijk apparaat een centraal aanspreekpunt wordt gecreëerd; de betrokken functionaris zal als intermediair fungeren, zal voorlichting dienen te geven en verwijst door; hiervoor dient 0,2 formatieplaat;! beschikbaar te worden gesteld. Met het oog op de coördinatie van de informatie en het te voeren beleid, stellen wij U tevens voor een Externe Overlegcommissie Studentenaangelegenheden in het leven te roepen; voor de voorbereiding en uit voering van de noodzakelijke werkzaamheden is 0,1 formatieplaats noodzakelijk. -3- Met betrekking tot de beleidsvoornemens aangaande de Stichting Jongerenhuis vesting Leeuwarden merken wij het volgende op. In het kader van de aanvullende herwaardering 1987-1991 bent U akkoord gegaan met ons voorstel de secretariële ondersteuning van het bestuur van de stichting te beëindigen. Bij dit voorstel is uitgegaan van de gedachte dat de stichting een dermate groot woningbestand zou gaan beheren, dat uit de daaraan verbonden inkomsten deze secretariële ondersteuning betaald zou kunnen worden. Zoals in de nota ook wordt aangegeven, is deze gedachte nog niet bewaarheid. Het door de stichting beheerde aantal woningen is daarvoor te klein, terwijl ook om andere redenen de positie van de stichting enigszins onzeker is. Om deze redenen stellen wij U voor het door U genomen besluit vooralsnog niet te effectueren, maar daarmee te wachten tot de interne discussie binnen de stichting is afgerond. Een en ander betekent dat een bezuiniging van 0,2 formatieplaats op het personeel van de gemeentesecretarie vooralsnog niet zal moeten doorgaan. In het kader van de aanvullende herwaardering 1987-1991 is voor de secretarie-afdeling Onderwijs m.b.t. het afstoten van taken op het terrein van studentenvoorzieningen tot het volgende besloten: afstoten taken realisering en instandhouding studentenvoorzieningen; afstoten taken m.b.t. studentendecanaat en FÜns Universitaire Festiging Fryslftn (FUFF afstoten taken m.b.t. de Stichting JHL. Totaal zou de formatieruimte van de afdeling Onderwijs daarmee met 0,6 for matieplaats worden ingekrompen. Met betrekking tot de Stichting JHL wijzen wij op hetgeen hierboven is opgemerkt. De taken m.b.t. het studentendecanaat zijn reeds beëindigd (door het opheffen van het Centraal Studentendecanaat), terwijl t.a.v. het FUFF afspraken inzake de overname van de werkzaamheden zijn gemaakt met de provincie. Ten einde de in de Nota Studentenvoorzieningen genoemde taken naar behoren te kunnen uitvoeren, is naar onze mening 0,4 formatieplaats noodzakelijk (dit afgezien van de taken m.b.t. de Stichting JHL). Deze ruimte zou gevonden kunnen worden door een deel van de hierboven aangegeven herwaarderingstaakstelling, te weten 0,4 formatieplaats, niet te effectueren; structureel is hiermee een bedrag van f 36.000,gemoeid. Ten slotte wijzen wij U op het Fonds Studentenvoorzieningen, waarvoor U met ingang van 1989 jaarlijks een bedrag van f 25.000,beschikbaar stelt. Dit fonds is uitdrukkelijk bedoeld voor activiteiten waarvoor binnen de aanwezige kanalen geen financiële middelen beschikbaar zijn. Aangezien op voorhand niet duidelijk is welke activiteiten het zou kunnen betreffen, zijn de formuleringen in de bij dit voorstel gevoegde verordening betrekkelijk ruim gehouden. Wel is duidelijk dat het moet gaan om activiteiten die in Leeuwarden plaatsvinden t.b.v. studenten van hogescholen In Leeuwarden. Wij stellen U voor met de des betreffende verordening, die ook als bijlage bij de nota is opgenomen, akkoord te gaan. 4. Conclusies In de thans aan U ter vaststelling aangeboden Nota Studentenvoorzieningen zijn de hoofdlijnen van het gemeentelijk beleid op het terrein van de studenten voorzieningen aangegeven. In de komende jaren zal aan dit voorgenomen beleid verder uitvoering moeten worden gegeven. Regelmatig overleg tussen de gemeente, de instellingen voor hoger onderwijs en studenten(organisaties) is daarbij van belang. De thans voorliggende nota kan daarbij als uitgangspunt dienen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 153