2
doorgerekend op basis van de daarvoor in aanmerking komende factoren en
vergeleken met de feitelijk gesignaleerde auto-intensiteiten. De aldus
gecorrigeerde rekenfactoren zijn gehanteerd voor de berekening van het
wegennet in twee sociaal-economische modellen (trendmatige en taakstel
lende ontwikkeling van Leeuwarden).
Voor wat betreft de eventuele gevolgen van arbeidsduurverkorting op
het verkeersbeleid zij vermeld, dat op grond van de gehanteerde hypothe
sen en uitgevoerd onderzoek niet de conclusie gerechtvaardigd is, dat
ten gevolge van deze maatschappelijke verandering een toe- of afname van
het verkeer in het werkdagavondspitsuur valt te verwachten; zonodig zal
het model op eenvoudige wijze bijgesteld kunnen worden. Voorts is er bij
de prognose van uitgegaan, dat de geconstateerde verschillen in autobe
zit, zowel wat betreft de achterstand in de provincie Friesland in rela
tie tot het landelijk beeld al voor wat betreft het achterblijven van
het autobezit in Leeuwarden vergeleken met de rest van de provincie, in
dezelfde mate zullen blijven bestaan. Ten aanzien van het sociaal-econo
misch aspect wijzen wij erop, dat voor de bevolkingsontwikkeling in
Nederland is uitgegaan van de meest waarschijnlijk geachte middenvariant
van het CBS. Ten behoeve van de voorliggende verkeersprognose is uitge
gaan van de laatste prognose van het CBS. Zoals hierboven vermeld zijn
voor de gemeente Leeuwarden twee varianten gehanteerd. Alhoewel deze
varianten verschillende resultaten te zien geven, kan worden geconsta
teerd dat deze verschillen geen effect hebben op de benodigde
infrastructuur
Op ons verzoek is ook een variant doorgerekend waar een reductie
van de trend-variant ten gunste van het fietsverkeer is aangenomen. Ook
in deze variant blijft de dimensionering van het wegennet gelijk. Dit
neemt niet weg, dat wij ons beleid blijven richten op een stimuleren van
het in Leeuwarden toch al hoge fietsgebruik. Daarmee worden de verkeers-
leefbaarheid in het algemeen en de veiligheid voor de fietser in het
bijzonder bevorderd. Bovendien verwachten wij als effect van dit beleid
dat ook op langere termijn de dimensionering van de wegen beperkt kan
blijven.
Op bijlage 2 van de notitie van de D.S.O. is aangegeven welke ge
volgen de geconstateerde auto-intensiteiten hebben voor de dimensione
ring van de hoofdwegen (rijbanen en rijstroken). Daarbij is ervan uitge
gaan dat het doorgaande verkeer op de hoofdwegen buiten het centrum
behoort te rijden en daar een redelijk vlot afwikkelingsniveau krijgt
aangeboden. Naarmate het verkeer het centrum nadert mag het afwikke
lingsniveau lager zijn. Dat betekent dat voor de hoofdwegen buiten het
centrum eerder besloten zal worden tot rijstrookverdubbeling.
In paragraaf III van de notitie van de D.S.O. worden de belangrijk
ste verschillen met het oude model puntsgewijs besproken en wordt aan
dacht gegeven aan de consequenties van het model voor een aantal loka-
ties
In paragraaf IV van deze notitie zijn de beleidsaanbevelingen ver
woord. Kortheidshalve verwijzen wij U daarnaar. Wij kunnen ons met deze
aanbevelingen verenigen waarbij wij nog de volgende kanttekeningen wil
len maken. In de eerste plaats memoreren wij hier dat U in Uw vergade
ring van 26 september 1988 nleen afzonderlijk besluit hebt genomen
ten aanzien van de Egelantierstraat en de Esdoornstraat.
Vervolgens willen wij nog eens onderstrepen dat aan het hoofdwegen
net uit het Verkeersstructuur- en Uitwerkingsplan voor de gemeente Leeu
warden (1978) de zuid-westelijke ontsluiting via de Newtonweg, James
Wattstraat, Fahrenheitweg en Marshallweg moet worden toegevoegd. Deze
rechtstreekse aansluiting op de Hendrik Algraweg (zuidtangent) is van
3
toenemend belang voor de ontsluiting van het kantorengebied "Oude Vee
markt". Gegeven het belang van deze ontsluitingsroute verwachten wij U
binnenkort voorstellen voor reconstructie te kunnen voorleggen.
Ten slotte hebben wij toegezegd (raadsvergadering 11 juli 1988 naar
aanleiding van punt J van de mededelingenlijst) dat bij de vaststelling
van het rapport Verkeersprognoses wij zouden terugkomen op het verzoek
van de Stichting wijkkomitee Schepenbuurt om af te zien van verdubbeling
van de Pieter StuyvesantwegUit de prognoses blijkt overduidelijk dat
ter plaatse de auto-intensiteiten dusdanig zijn dat aan verdubbeling van
het aantal rijstroken niet valt te ontkomen. Wel zal uiteraard te zijner
tijd over de exacte uitvoering van die rijstrookverdubbeling contact met
de direct betrokken wijkorganisaties worden gezocht.
De aanbevelingen uit de notitie van de D.S.O. zijn verwoord in
concreet te nemen beslissingen in bijgevoegd ontwerp-raadsbesluit
Onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting in haar vergadering van 2 mei 1989 heeft geadviseerd
met vorenstaande in te stemmen, stellen wij U voor te besluiten overeen
komstig bijgevoegd ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.