té
I
CN
I
I
<0
4J
CO
a)
u
a.
a
<u
bo <u
CD *H
H 4-1
n
O
O
ca a)
ca
3
13
U
O
3
a)
o
Q
13
S
<u
a)
u
u
cd
G
<U
13
<U
O
bo
<u
AS
•n 13
•H Tl 13
h ui e
<u xs a)
co -a
4J c
co cu
CO AS
rH <u
ou x>
cu
4->
AS 13
CO
c
(U
14
CU
<u o x)
Cu Cj 04
o. c O
D O bO
13
<U
bO
G
CD
•h
fh
CO
t-j
*4
«h
XJ
U
CO
g
CO
O
X>
co
CO
E
O
1
CU
bO
•h
CD
CD
xj
CD
bO
XJ
•h
XJ
G
CO
C0
bO
CD
bO
co
<D
u
*4
co
c0
G
1
CD
bO
•h
CD
CD
xj
bO
CD
•h
XJ
XJ
CO
G
bO
CO
<D
bO
U
CO
C0
CO
CO
Z
G
u
z
bO
I
I
o\
O
O
O
O
I
I
«3
O H
O
O
-V
o
m
i i
i - i --
3 - 3
O H O H
O ffl O
m o
M
- 3
O H
rH CO
o in
X
<U
H O
o cr>
X <r
cu
o
o
o
<r
m
C
0)
co
O
3
1
O
1
O
CD
G
O
G
CD
co
<D
CD
CD
co
M
bO
co
bO
1
G
cd
G
1
G
<d
•h
•i*h
<D
•h
G
•h
G
"1
G
•h
o
u
o
•h
o
U
3
B
5
U
3
u
CD
u
u
O
xj
<r
o
O
rH
XJ
•h
r-h
4J
vO
u
I XJ
G H
0J 3
(-4 N
3
XI 4->
CO 1-4
X 3
bO 3
G X
H U
B CU
6 4-)
O 04 CO ca 13
O 4-1 O 3 H
r-~
uO
AS
X
13 B
U 3
0) 4-1
E 3
3 O
4J o
3
cu
O
x
x
Cu
s
N
30
I
(0
<U X
G H
3
X 13
CO cu
30 H
bO ,x
G CU
H bO
e h
e cu
CO 0)
u -a
i
co
CU
C4 x
3
X 13
CO CU
rG °H
00 jd
G 0)
•H bO
fH
E CD
cd <D
CJ XJ
CO
CM
CO
CM
a
CO
CO
00
O
co
uo
CO
O
t—H
O
rH
O
00
rH
•H
<r
<r
rH
H
CN]
G
CO
CO
-H
-H
-H
CD
-H
CO
vO
CD
bO
vO
XJ
co
rH
CO
cO
to
XJ
co
XJ
B
G
co
rH
u
P
<D
CO
O
CD
4J
O
bO
O
B
a
U
G
•H
a
o
bO
•H
z
4-)
o
CD
rH
3
G
CO
O
CD
<D
CD
XJ
O
4-J
M
CQ
CO
g
<D CO
03
- CQ
bO
*4
G
G
14
CO
CD
O
CD
rC
G
bO
•-J
G
CD
G
•H
bO
•H
CD
CO
CD
G
T3
X)
CQ
•H
(D
O
u
<D
O
PU
CD
U
CD
G
U
<D
CD
CD
bO
rH
CM
co
e
H 5-1 H
CO d) *r-j
CO 5 *H
X *4
U XJ
cd cd
5
3
O
U
G
CD
c
<D
XJ
co
XJ
co
•H
U
CD
S4
CO
CD
CO
B
XJ
P
(D
<D
CD
bO
CD
U
a
HJ
P
(D
PQ
00
G
CO
co
co
G
M
CO
CD
B
TD
u
P
<D
O
XJ
rC
G
4J
O
CO
CD
O
hJ
G
<u
CD
H
U
(D
e
XJ
u
co
O
<D
CD
e
B
u
3
CD
B
B
bO
U
P
OQ
Aanpassing van de Verordening op de cursus voor oud-leerlingen speciaal
onderwijs
Bijlage nr. 136. Leeuwarden, 25 mei 1989.
Aan de Gemeenteraad.
Overal in het land zijn in de vijftiger jaren cursussen opgezet
voor oud-leerlingen van het toen nog geheten buitengewoon lager onder
wijs (BLO). Om de cursussen aan onze (gemeentelijke) scholen voor BLO te
reglementeren werd in 1951 de eerste Verordening op de cursus oud-leer
lingen BLO vastgesteld, die in 1961 en 1966 werd gewijzigd onder invloed
van de maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen. Als gevolg
van de ontwikkelingen op maatschappelijk gebied in het algemeen en de
visie op speciaal onderwijs in het bijzonder, komt de nu bestaande Ver
ordening van 1966 niet langer tegemoet aan de huidige opvattingen en is
naar ons oordeel op een aantal punten daarmee zelfs in strijd. Bovendien
is er aanleiding om te onderzoeken of en zo ja, op welke wijze de in
stellingen voor volwasseneneducatie een adequaat vormingsaanbod zouden
kunnen doen voor deze categorie jong-volwassenen eventueel ter vervan
ging van de cursus oud-leerlingen speciaal onderwijs. Voor de ontwikke
lingen die hebben geleid tot een actualisering van het beleid ter zake
en het onderzoek naar een adequaat scholings- en vormingsaanbod voor de
desbetreffende doelgroep verwijzen wij U naar de voor U ter inzage lig
gende rapportage "Scholing en vorming oud-leerlingen van het (voortge
zet) speciaal onderwijs" (een actualisering van het beleid in de gemeen
te Leeuwarden)Volstaan wordt hier met de algemene conclusies van de
rapportage, inhoudende dat:
1. Wil er sprake zijn van een netwerk aan voorzieningen, dat tegemoet
komt aan de scholings- en vormingsbehoefte van oud-leerlingen spe
ciaal onderwijs, dan dient een overlegsituatie tot stand te komen,
waarbinnen zowel het speciaal onderwijs als de vormen van volwasse
neneducatie afspraken maken over de afstemming van programma's en
doelgroepen, de onderlinge verwijzing en de specifieke deskundig
heden ten aanzien van de categorie oud-leerlingen speciaal onder
wijs.
2. Om de cursus oud-leerlingen speciaal onderwijs aan te passen aan de
huidige visies dienen er voorstellen gedaan te worden tot zowel
inhoudelijke als technische wijzigingen van de Verordening van
1966.
ad 1
Wij hebben inmiddels een eerste initiatief genomen voor het starten
van dit overleg, waarbij als uitgangspunt is gekozen dat daar waar
mogelijk en verantwoord is, deelname aan instellingen van volwasse
neneducatie primair aan de orde komt. Voor die cursisten die een
indringende orthopedagogische benadering nodig hebben dient de
cursus oud-leerlingen te blijven voortbestaan.
ad 2.
De inhoud en de conclusies van de onderzoeksrapportage leveren een
zodanige hoeveelheid van wijzigingen op dat uiteindelijk gekozen is
voor het redigeren van een geheel nieuwe Verordening cursus oud
leerlingen speciaal onderwijs.
Ter toelichting op de verordening merken wij het volgende op:
A. In de nota "Beleidsontwikkeling voor het openbaar speciaal en