té I CN I I <0 4J CO a) u a. a <u bo <u CD *H H 4-1 n O O ca a) ca 3 13 U O 3 a) o Q 13 S <u a) u u cd G <U 13 <U O bo <u AS •n 13 •H Tl 13 h ui e <u xs a) co -a 4J c co cu CO AS rH <u ou x> cu 4-> AS 13 CO c (U 14 CU <u o x) Cu Cj 04 o. c O D O bO 13 <U bO G CD •h fh CO t-j *4 «h XJ U CO g CO O X> co CO E O 1 CU bO •h CD CD xj CD bO XJ •h XJ G CO C0 bO CD bO co <D u *4 co c0 G 1 CD bO •h CD CD xj bO CD •h XJ XJ CO G bO CO <D bO U CO C0 CO CO Z G u z bO I I o\ O O O O I I «3 O H O O -V o m i i i - i -- 3 - 3 O H O H O ffl O m o M - 3 O H rH CO o in X <U H O o cr> X <r cu o o o <r m C 0) co O 3 1 O 1 O CD G O G CD co <D CD CD co M bO co bO 1 G cd G 1 G <d •h •i*h <D •h G •h G "1 G •h o u o •h o U 3 B 5 U 3 u CD u u O xj <r o O rH XJ •h r-h 4J vO u I XJ G H 0J 3 (-4 N 3 XI 4-> CO 1-4 X 3 bO 3 G X H U B CU 6 4-) O 04 CO ca 13 O 4-1 O 3 H r-~ uO AS X 13 B U 3 0) 4-1 E 3 3 O 4J o 3 cu O x x Cu s N 30 I (0 <U X G H 3 X 13 CO cu 30 H bO ,x G CU H bO e h e cu CO 0) u -a i co CU C4 x 3 X 13 CO CU rG °H 00 jd G 0) •H bO fH E CD cd <D CJ XJ CO CM CO CM a CO CO 00 O co uo CO O t—H O rH O 00 rH •H <r <r rH H CN] G CO CO -H -H -H CD -H CO vO CD bO vO XJ co rH CO cO to XJ co XJ B G co rH u P <D CO O CD 4J O bO O B a U G •H a o bO •H z 4-) o CD rH 3 G CO O CD <D CD XJ O 4-J M CQ CO g <D CO 03 - CQ bO *4 G G 14 CO CD O CD rC G bO •-J G CD G •H bO •H CD CO CD G T3 X) CQ •H (D O u <D O PU CD U CD G U <D CD CD bO rH CM co e H 5-1 H CO d) *r-j CO 5 *H X *4 U XJ cd cd 5 3 O U G CD c <D XJ co XJ co •H U CD S4 CO CD CO B XJ P (D <D CD bO CD U a HJ P (D PQ 00 G CO co co G M CO CD B TD u P <D O XJ rC G 4J O CO CD O hJ G <u CD H U (D e XJ u co O <D CD e B u 3 CD B B bO U P OQ Aanpassing van de Verordening op de cursus voor oud-leerlingen speciaal onderwijs Bijlage nr. 136. Leeuwarden, 25 mei 1989. Aan de Gemeenteraad. Overal in het land zijn in de vijftiger jaren cursussen opgezet voor oud-leerlingen van het toen nog geheten buitengewoon lager onder wijs (BLO). Om de cursussen aan onze (gemeentelijke) scholen voor BLO te reglementeren werd in 1951 de eerste Verordening op de cursus oud-leer lingen BLO vastgesteld, die in 1961 en 1966 werd gewijzigd onder invloed van de maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen. Als gevolg van de ontwikkelingen op maatschappelijk gebied in het algemeen en de visie op speciaal onderwijs in het bijzonder, komt de nu bestaande Ver ordening van 1966 niet langer tegemoet aan de huidige opvattingen en is naar ons oordeel op een aantal punten daarmee zelfs in strijd. Bovendien is er aanleiding om te onderzoeken of en zo ja, op welke wijze de in stellingen voor volwasseneneducatie een adequaat vormingsaanbod zouden kunnen doen voor deze categorie jong-volwassenen eventueel ter vervan ging van de cursus oud-leerlingen speciaal onderwijs. Voor de ontwikke lingen die hebben geleid tot een actualisering van het beleid ter zake en het onderzoek naar een adequaat scholings- en vormingsaanbod voor de desbetreffende doelgroep verwijzen wij U naar de voor U ter inzage lig gende rapportage "Scholing en vorming oud-leerlingen van het (voortge zet) speciaal onderwijs" (een actualisering van het beleid in de gemeen te Leeuwarden)Volstaan wordt hier met de algemene conclusies van de rapportage, inhoudende dat: 1. Wil er sprake zijn van een netwerk aan voorzieningen, dat tegemoet komt aan de scholings- en vormingsbehoefte van oud-leerlingen spe ciaal onderwijs, dan dient een overlegsituatie tot stand te komen, waarbinnen zowel het speciaal onderwijs als de vormen van volwasse neneducatie afspraken maken over de afstemming van programma's en doelgroepen, de onderlinge verwijzing en de specifieke deskundig heden ten aanzien van de categorie oud-leerlingen speciaal onder wijs. 2. Om de cursus oud-leerlingen speciaal onderwijs aan te passen aan de huidige visies dienen er voorstellen gedaan te worden tot zowel inhoudelijke als technische wijzigingen van de Verordening van 1966. ad 1 Wij hebben inmiddels een eerste initiatief genomen voor het starten van dit overleg, waarbij als uitgangspunt is gekozen dat daar waar mogelijk en verantwoord is, deelname aan instellingen van volwasse neneducatie primair aan de orde komt. Voor die cursisten die een indringende orthopedagogische benadering nodig hebben dient de cursus oud-leerlingen te blijven voortbestaan. ad 2. De inhoud en de conclusies van de onderzoeksrapportage leveren een zodanige hoeveelheid van wijzigingen op dat uiteindelijk gekozen is voor het redigeren van een geheel nieuwe Verordening cursus oud leerlingen speciaal onderwijs. Ter toelichting op de verordening merken wij het volgende op: A. In de nota "Beleidsontwikkeling voor het openbaar speciaal en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 239