RAADSADVIESCOMMISSIE VOOR DE BEROEP- EN BEZWAARSCHRIFTEN.
Advies inzake het bezwaarschrift van de Stichting Jongeren Ontmoetings
centrum Leeuwarden tegen de toekenning van subsidie 1989, vallende onder
categorie project voor mensen zonder werk op grond van het Programma
Sociaal-Cultureel Werk 1989.
Bijlage nr. 139. Leeuwarden, 10 mei 1989.
Aan de Gemeenteraad.
I. Inleiding.
Bij het besluit van 13 december 1988 heeft de Raad het Programma Soci
aal-Cultureel Werk 1989 vastgesteld en tevens een besluit genomen tot
toekenning van een subsidie voor het jaar 1989 ten behoeve van de Stich
ting Jongeren Ontmoetingscentrum Leeuwarden, hierna te noemen JOL. Dit
subsidie valt onder de categorie "projecten mensen zonder werk"
Burgemeester en Wethouders hebben hiervan bij brief d.d. 22 december
1988 aan JOL mededeling gedaan.
Tegen dit besluit heeft JOL bij zijn brief d.d. 20 januari 1989, inge
volge de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen, bezwaar
ingediend.
Ingevolge artikel 2 van de Procedureverordening Raadsadviescommissie
voor de beroep- en bezwaarschriften, is het bezwaarschrift om advies in
handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaar
schriften.
II. Bezwaarschrift.
Het bezwaarschrift komt samengevat op het volgende neer:
A. 1. Er is JOL nauwelijks de tijd gegeven om te reageren op de be
sluitvorming m.b.t. het Programma Sociaal-Cultureel Werk, name
lijk 1 dag.
2. Het programma had moeten worden besproken, voor zover het be
treft rechtspositionele consequenties en/of personele consequen
ties, in het zgn. drie-partijenoverleg binnen de welzijnssector.
B. 1. De onderhavige subsidie-aanvraag betreft de houtwerkplaats welke
een fundamentele plaats binnen JOL is toegekend. Dit is naar
voren gebracht in gesprekken met ambtenaren en wethouders.
2. Per jaar moet JOL zelf 10.000,dragen in de loonkosten van
de werkmeester.
JOL meent dat de gemeente ook deze kosten zou moeten subsidi
ëren. Een dergelijk verzoek is gerechtvaardigd, indien men JOL
vergelijkt met soortgelijke instellingen die soortgelijke func
tionarissen in dienst hebben.
3. De gemeente stelt als eis dat er een deelnemersgroep moet zijn
van minimaal 10 personen. Het is echter in verband met de be
schikbare ruimte onmogelijk dat een dergelijk aantal deelnemers
permanent aanwezig is in de houtwerkplaatsdie een oppervlakte
heeft van ongeveer 50 m2