2 stadsgezicht; het gebied van bouwklasse 2 waarbinnen torenge bouwen kunnen worden gerealiseerd, overlapt het gebied waarvoor de beschermde status geldt. Ad a. Het is een evidente zaak, dat ontwikkelingen binnen het kader van de ruimtelijke ordening pas een korte periode vooraf te voorzien en regelbaar zijn. De omstandigheid dat de in het ontwerp-bestemmings- plan vervatte ruimtelijke ontwikkelingen ten tijde van de formule ring van de stedebouwkundige randvoorwaarden ten aanzien van het Oude Veemarkt-terrein nog niet waren uitgekristalliseerd, betekent op zichzelf niet dat de voorgestane ontwikkelingen als ongewenst dan wel als onjuist moeten worden gekwalificeerd. Wij merken op dat er ten tijde van de vaststelling van het vigerende bestemmingsplan "Lange Marktstraat-Noord" geen concrete plannen beschikbaar waren om het Oude Veemarkt-terrein te bebouwen. Ook ten tijde van de invulling van het westelijk deel van het plangebied ten behoeve van de FBTO bestonden er geen vast omlijnde plannen met betrekking tot het Oude Veemarkt-terrein. Dit gebied heeft zich in het recente verleden zowel in economisch als ruimtelijk opzicht sterk ontwik keld. Deze ontwikkelingen bevestigen derhalve een reële behoefte aan kantoorruimte. Sedertdien zijn de ontwikkelingen in nauw over leg tussen overheid en betrokkenen vormgegeven. Ook in 1986 is met betrekking tot het Oude Veemarkt-terrein intensief overleg gevoerd met de Aegon, waarbij ook als optie is aangedragen om op bepaalde lokaties een torenachtige bebouwing te realiseren. Een en ander heeft er uiteindelijk in geresulteerd, dat als uitgangspunt is gekozen een behoorlijke intensieve bebouwing van het grondopper vlak, waarbij de bouwhoogte beperkt zou kunnen blijven tot 30 k 35 meter Deze vorm van bebouwing is in relatief sterke mate van betekenis geweest voor de ontwikkeling in het gebied tussen het station en de ZuidergrachtswalDe lange bebouwingswand langs de Lange Markt straat in één maatsysteem is zeer bepalend geweest voor de ruimte lijke ontwikkeling in dit gebied. In verband met gebleken behoeften aan huisvesting in het gebied Lange Marktstraat-Noord zijn hiervoor diverse volumestudies ontwikkeld, waarbij rekening gehouden moest worden met de navolgende uitgangspunten: 1. op relatief korte termijn moest voorzien worden in een bouwvo lume van ca. 12.000 m2 toe te voegen aan het gerealiseerde volume van ca. 30.000 m2 2. de bestaande bebouwing moet worden geacht in constructief op zicht ongeschikt te zijn voor vergroting van dat volume; 3. de gerealiseerde bebouwing in verschillende fasen volgens ver schillende architectuuropvattingen is behoudens het oudste ge bouw van Avéro en het meest recente van FBTO in schaal en gele ding nogal terughoudend van aard; 4. de bebouwingswand aan de Willemskade-zuidzijde behoort tot een zone binnen het beschermd stadsgezicht, waarbij de schaal van de bebouwing in relatie tot het straat- en grachtenprofiel van betekenis wordt geacht. Deze uitgangspunten hebben ertoe ge leid, dat gekozen is voor een evenwichtige profielopbouw van de Willemskade-zuidzijde en van de Lange Marktstraat-noordzijde zij het dat aan de Lange Marktstraat-noordzijde enige duidelij ke accenten in de vorm van kantoortorens mogelijk wordt geacht. Wij wijzen er in dit verband op, dat het profiel van de Lange 3 Marktstraat asymmetrisch van aard is, hetgeen wordt herhaald in de bebouwing. De in het oog springende horizontale wand aan de zuidzijde van deze straat krijgt een tegenwicht in de vorm van een sterk gelede noordwand met herkenbare verticale elementen. Hierdoor wordt een bepaald evenwicht tot stand gebracht in de vorm en volume van de bebouwing en ontstaat een afwisselend straatpro fiel Gelet op het vorenstaande achten wij dit bezwaar ongegrond. Ad b. Ervan uitgaande dat het beeld van de Lange Marktstraat zal worden bepaald door een langgerekte horizontale bebouwingslijn aan de zuidzijde ervan en een gelede opbouw met verticale elementen aan de noordzijde hiervan, dient nader te worden bepaald welke maximale hoogten ten behoeve van de verticale accenten toelaatbaar moeten worden geacht. Hierbij geldt als algemene ervaringsregeldat een verticaal accent pas ook als reëel wordt ervaren, indien de hoogte daarvan in relatie tot de omringende bebouwing beduidend hoger is, terwijl de hoogte van het bouwelement zelf een veelvoud bedraagt van de lengte-breedte maat. De toegelaten bouwhoogte aan de Lange Marktstraat-noordzijde bedraagt 25 meter met een gemiddelde com plexbreedte van 50 meter. Dit gegeven brengt mede, dat de hoogte van de verticale elementen in betekende mate meer dan 50 meter moet bedragen om als een reëel accent in deze noordwand te worden ervaren. Ten einde een vorm relatie met de bebouwing aan de zuidzijde te bewerkstelligen, dient de schaal van de torenbebouwing een zekere overeenkomst te vertonen met de zuidelijke bebouwing. De lengte van de bebouwingswand van het in aanbouw zijnde Aegon-complex bedraagt 150 meter met een maximale hoogte van 35 meter. De maximale hoogte in het bestreden planonderdeel bedraagt 75 meter. Dit komt neer op ca. drie maal de maximale bouwhoogte aan de Lange Marktstraat-noordzijde en ander half maal de gemiddelde complexbreedte van de aan deze zijde aanwe zige bebouwing. Ten aanzien van de bebouwing aan de zuidzijde re sulteert zulks in ruim tweemaal de maximale hoogte van de bebou wing aan de Lange Marktstraat-zuidzijde en een half maal de lengte van de bebouwing langs deze zijde. Op basis hiervan is in het be stemmingsplan een maatsysteem ontwikkeld, dat een duidelijk aankno pingspunt biedt voor een evenwichtig bebouwingspatroon en een ge lijknamige profielopbouw van de Lange Marktstraat-noordzijde. Gelet ook op het feitelijke gegeven van accenten in de directe omgeving menen wij, dat de in het plan opgenomen mogelijkheid om op het Wagenplein een kantoortoren te realiseren tot de toegestane omvang en hoogtemaat niet een zodanig dominant effect teweeg zal brengen dat hierdoor aan het stadsbeeld op een onaanvaardbare wijze afbreuk zou worden gedaan. Wij achten de voorgestane planologische concep tie dan ook aanvaardbaar en de hiertegen aangevoerde bezwaren onge grond Ad c Wij attenderen erop, dat bebouwing zoals recentelijk gerealiseerd in het Stationsgebied en welke kan worden gerealiseerd ter uitvoe ring van dit ontwerp-bestemmingsplan veelal specifieke bouwkundige voorzieningen vereist. Een regeling daaromtrent behoort niet thuis in een bestemmingsplan. De bouwtechnische merites zijn geregeld in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 261