6 meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd (artikel 10, eerste lid van de Wet op de ruimtelij ke ordening). Ook reeds met betrekking tot de vaststelling van het thans nog vigerende bestemmingsplan "Lange Marktstraat-Noord" is vanwege het goedkeurend orgaan opgemerkt, dat deze vormen van de tailhandel bij recht moeten worden toegestaan. Wij achten dit bezwaar ongegrond. Ad b Naast vorengenoemde vorm van detailhandel wordt in het bestemmings plan ook de mogelijkheid gecreëerd detailhandel toe te staan welke niet samenhangt met de kantorenfunctie en/of zakelijke dienstverle ning. Het betreft hier overigens niet uitsluitend detailhandel. Op basis van de toepassing van de vrijstellingsregeling kunnen tot een gezamenlijk oppervlak van 2.000 m2 de functies detailhandel, dienstverlenende bedrijven, maatschappelijke doeleinden en horeca bedrijven worden toegestaan. Het toelaten van een dergelijk opper vlak aan toegevoegde functies achten wij aanvaardbaar, zulks tegen de achtergrond van de volgende omstandigheden. Wij herinneren er aan, dat het vigerend bestemmingsplan "Lange Marktstraat-Noord" reeds de mogelijkheid biedt om 1.000 m2 aan horecavoorzieningen te realiseren. Voorts moet opgemerkt worden, dat in het stationsge bouw, in het te stichten Aegon-complex op het Oude Veemarkt-terrein en in gebouwen aan de Prins Hendrikstraat reeds detailhandel is toegestaan. Wij achten geen reële argumenten aanwezig op grond waarvan zou moeten worden geconcludeerd, dat op het desbetreffende onderdeel in de aanlooproute van het station naar de binnenstad detailhandel zou moeten worden verboden. Overigens is deze vrij stellingsbevoegdheid objectief begrensd in die zin, dat de beoogde activiteiten slechts toelaatbaar moeten worden geacht voor zover er geen onevenredige verstoring van de distributie-planologische situ atie in de specifieke binnenstad optreedt. Wij achten deze regeling adequaat genoeg om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen. Voorts attenderen wij U erop, dat, indien het winkelvloeroppervlak in de binnenstad - zijnde 150.000 m2 - voor ogen wordt gehouden, niet gesteld kan worden, dat er sprake is van een onevenredige toename van het winkelvloeroppervlak. Overigens zij hierbij aangetekend, dat de 2.000 m2 niet alleen detailhandel behoeft te betreffen, doch ook eerdergenoemde functies kan omvatten. Deze factoren in aanmer king nemende, achten wij deze bestemmingsregeling aanvaardbaar. Wij achten de aangevoerde bezwaren ongegrond. Onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting in haar vergadering van 23 mei 1989 heeft geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij U voor het bestemmings plan "Lange Marktstraat-Noord" vast te stellen conform het bijgevoegde concept-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester, mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 263