Nr. 9038.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 juni
1989 (bijlage nr. 164);
BESLUIT:
het niet bestede deel ad 123.322,05 van de in de gemeentebegroting
voör het dienstjaar 1988 opgenomen gemeentelijke bijdrage in de kosten
van verzorging van de in de gemeente Leeuwarden woonachtige leerlingen
van de Buitenschool te reserveren voor de uitvoering van de 5e fase van
de renovatie van het schoolgebouw J.H. Knoopstraat 2.
y Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Meerjarenprogramma restauratie monumenten.
Bijlage nr. 165. Leeuwarden, 15 juni 1989.
Aan de Gemeenteraad.
Sedert 1 januari 1986 is de Nieuwe Rijkssubsidieregeling Restaura
tie Monumenten (RRM) van kracht. Deze regeling biedt de gemeente de
mogelijkheid om bij de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
een meerjarenprogramma van restauraties in te dienen. In Uw vergadering
van 18 augustus 1986 is voor het eerst zo'n meerjarenraming voor de
gemeente Leeuwarden vastgesteld. Dit programma moet jaarlijks aangepast
worden, maar blijft steeds een globaal en voorwaardelijk karakter houden
en wordt opgesteld en bij de Minister van WVC ingediend met het oog op
de reserveringen en mogelijk te verwachten voorfinancieringsaanvragen
bij het Nationaal Restauratiefonds. Er kunnen geen aanspraken op subsi
die of voorfinanciering uit volgen.
Ook in het hierbij aangeboden programma kunnen tussentijds wijzi
gingen worden aangebracht. Artikel 3, vierde lid van de Rijkssubsidiere
geling biedt de mogelijkheid dat de Raad aan Burgemeester en Wethouders
de bevoegdheid verleent om wijzigingen in het meerjarenprogramma aan te
brengen mits deze ter kennis van de Raad worden gebracht. Voor een slag
vaardig beleid ter zake achten wij het evenals bij de vorige gelegenhe
den gewenst dat U ons die bevoegdheid verleent.
Zich baserend op het aantal en de aard van de in de gemeente gele
gen monumenten heeft de minister voor de jaren 1990, 1991, 1992 en 1993
al objectieve sleutelbudgetten toegekend, die respectievelijk 895.883,
856.065, 840.386 en 830.686 gulden groot zijn en dus in totaal een re
servering van van 3.423.020 gulden uitmaken. De uitvoering van de RRM is
opgedragen aan de Stichting Nationaal Restauratiefonds dat ook de moge
lijkheden van voorfinanciering zal bieden.
Voor de periode 1988 tot en met 1994 hebben wij vorig jaar een
geheel overzicht van de meerjarenraming opgesteld, dat U in Uw vergade
ring van 20 juni 1988 heeft vastgesteld. Die meerjarenraming treft U
hierbij in kopie aan. De minister wenst thans alleen ingelicht te worden
over de behoefte voor het financieringsjaar 1994, waardoor het thans
voorliggende meerjarenprogramma zich beperkt tot dit jaar. Naar het zich
laat aanzien zal een restauratie van de Evangelisch Lutherse Kerk aan
zienlijk kostbaarder worden dan vorig jaar geschat werd. Na vernielingen
zal ook de restauratie van het orgel van de Westerkerk een grotere fi
nanciële inspanning vergen en bij de raming van de kosten voor de res
tauratie van het orgel der Doopsgezinde Kerk is aanvankelijk geen reke
ning gehouden met het honorarium van de adviseur en de BTW, die nog een
extra subsidie zullen vergen. Zodra meer duidelijkheid bestaat over de
restauratie van de Westerkerk, die op de meerjarenplanning een sterk
stempel drukt, zal de minister een gewijzigd meerjarenprogramma moeten
worden gezonden dat aan U zal worden voorgelegd.
Onder mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting U in haar vergadering van 13 juni 1989 heeft geadvi-