12 Voor de volledigheid merken wij op dat het beschikbare bedrag voor aan passing van bestaande woningen zo mogelijk dient te worden ingezet in een project waarbij ook andere subsidiebronnen kunnen worden aangewend, met name de woningverbeteringsregeling. Bij de toewijzing van het budget voor de woningverbetering in 1989 is een bedrag van 170.000,-- apart toegewezen voor de verbetering van bestaande complexen in combinatie met de aanpassing voor ouderenhuisvesting. Voor 1989 zou op deze wijze 230.000,-- 250.000,--beschikbaar zijn voor de subsidiering van initiatieven voor ouderenhuisvesting, hetgeen overeenkomt met een inves tering van 500.000,--. Wij stellen U voor akkoord te gaan met deze gewijzigde aanwending van deze begrotingsmiddelen. Over de besteding zullen wij U nog nader informeren bij de behandeling van de budgettering van de woningverbetering. VI. De marktsectoren. De regelingen voor de subsidiëring van woningen in de marktsector zijn op een aantal punten gewijzigd. De belangrijkste wijzigingen betreffen het beperken van de premie-A-regeling tot de lagere inkomens, de intro ductie van een systeem van 5 jaarlijkse bijdragen voor premiehuurwonin gen van beleggers en een nieuwe regeling voor vergoeding van bouwplaats- kosten voor de gesubsidieerde marktsector. Voor een overzicht van de wijzigingen mogen wij U kortheidshalve verwij zen naar de voor U ter inzage gelegde samenvatting van het zogenaamde "Najaarspakket Volkshuisvestingsregelingen" (onderdelen 6,9,10 en 11). Deze informatie is reeds in november 1988 ter kennisname aan de raads commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting gezonden. In verband met de wijzigingen in de premie-A-regeling en de introductie van een nieuwe regeling voor vergoedingen voor bouwplaatskosten in de markt sectoren merken wij het volgende op. VI. 1 Kosten-kwaliteitstoetsing en bijdragen-ineens in de bouwplaatskop kosten voor de projecten in de marktsector. aPremiekoop-A-woningen. Omdat het Rijk niet langer een eigen controle op de verhouding tussen kosten en kwaliteit zal uitvoeren, maar wel een zekere ga rantie wil hebben omtrent de uitvoering van het beleid inzake de doelmatige besteding van subsidies, wordt de gemeente opgedragen hieraan vorm te geven. Voor het toelaten van plannen met premie-A- subsidie dient de gemeente te verklaren, dat de verhouding tussen kosten en kwaliteit goed cq acceptabel is. Hiermee wordt de gemeen te opnieuw tot uitvoerend orgaan van een Rijksregeling gemaakt, zonder dat terzelfder tijd een financiële compensatie voor de extra kosten en werkzaamheden wordt geboden. Wel heeft het Rijk een "Mo- deltoetsontwikkeld, die echter de beoordeling van een terzake kundig ambtenaar vereist. b. Bijdrage-ineens in de bouwplaatskopkosten. In 1989 is een geheel nieuwe regeling voor het bouwen in het be staand stedelijk gebied geïntroduceerd. Sinds 1986 is getracht het bouwen in de marktsector in de stadsvernieuwing te stimuleren door het verstrekken van hoge bijdragen ineens in combinatie met de 13 premie-C-regeling. Thans is echter de werking sterk verbreed door een kopkostenvergoeding aan te bieden voor alle marktcategorieën. De hoogte van de bijdrage is evenwel aanzienlijk verlaagd tot ge middeld 6.500,-- per woning. Leeuwarden heeft recht op 94 van deze bijdragen voor evenzovele woningen, mits gebouwd in het be staand stedelijk gebied ouder dan 50 jaar. De bijdrage mag worden gedifferentieerd. Voor 1990 wordt een budgetregeling voor deze kopkostenvergoeding overwogen. Gezien de beperkte referentiemogelijkheden en verschillen in de aard en omvang van de projecten, stellen wij voor de bijdrage van 6.500,vooralsnog niet nader te differentiëren. Differentiatie betekent meer onderbouwing en onderzoek dan thans door het ambte lijk apparaat en de begroting kan worden gedragen. Om de doelmatigheid van deze vergoedingen voor bouwplaatskosten te bevorderen is door het Rijk ook in dit geval een gemeentelijke verklaring omtrent de verhouding tussen kosten en kwaliteit ver plicht gesteld. Werkwijze bij toetsing kosten-kwaliteit en toekennen bijdragen- ineens in de bouwplaatskopkosten van projecten in de marktsector. Gezien het feit, dat - op basis van de huidige contingentering - in 1989 nog slechts 7 premiekoop-A-plannen en 2 projecten met een bijdrage in de bouwplaatskopkosten zullen kunnen worden gereali seerd, streven wij naar een zo eenvoudig mogelijke werkwijze met betrekking tot de toetsing van kosten en kwaliteit en de toekenning van een bijdrage-ineens Wij menen dat op basis van de volgende uitgangspunten een regeling voor de toetsing in de marktsectoren kan worden getroffen. 1. De aanvragers van premie-A-subsidies of van een kopkosten- bijdrage dienen de door het Rijk ontwikkelde modeltoets uit te voeren. 2. De gemeente zal door het ontbreken van de specifieke kennis de ingevulde toetsingsformuliewren laten controleren door de voor de gemeente reeds werkzame kosten-deskundigen van het Raadgevend Ingeniersbureau DHV te Amersfoort. 3. De gemeente betaalt de controle door DHV ten laste van de bestaande begrotingspost voor bouwplantoetsingen in 1989. 4. De gang van zaken zal eind 1989 worden geëvalueerd; de hui dige regeling draagt daardoor een voorlopig karakter. 5. Gezien het ontbreken van nader inzicht en de beperkte refe rentiemogelijkheden, wordt de bijdrage niet nader gediffe rentieerd 6.500,--).

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 29