Wijziging art. 2a Bezoldigingsverordering in verband met bevoegdheid hanteren
andere schaal dan de functieschaal.
Bijlage no. 173 Leeuwarden, 15 juni 1989
Aan de Gemeenteraad.
In een procedure bij de Centrale Raad van Beroep, waarin het ging om de duur
doorgebracht in de aanloopschaal, heeft de Raad het door ons genomen besluit
nietig verklaard, omdat het artikel waarop de regeling gebaseerd is, i.e.
art. 2a van de Bezoldigingsverordening niet volstaat om een bevoegdheid aan ons
toe te kennen tot het hanteren van een andere schaal dan de functieschaal.
Door deze uitspraak is er geen formele grond (meer) om een aanloopschaal te
hanteren of een huidige schaalindeling bij wijze van garantie te handhaven.
Weliswaar is de gewraakte regeling thans vervangen door een andere regeling,
opgenomen in de Procedureregeling functiewaardering, maar ook hiervan is het de
vraag of deze regeling een dergelijke toets kan doorstaan.
In deze lacune dient zo spoedig mogelijk te worden voorzien om te voorkomen
dat alle besluiten waarin sprake is van een aanloopschaal, herzien moeten wor
den. In de meeste gevallen is dit voor de desbetreffende ambtenaren financieel
nadelig.
Door het huidige artikel 2a van de Bezoldigingsverordening te vervangen door
het voorgestelde artikel 2a is naar onze mening de materie rondom de schaalin
deling op de juiste plaats op een zodanige wijze geregeld dat weer een formele
basis geschapen is voor het door ons gevoerde beleid.
De Commissie voor Georganiseerd Overleg is schriftelijk gehoord en is
akkoord.
Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.