2 III. Financiële gevolgen van leegstand. De huurderving als gevolg van leegstand bedroeg over de jaren 1985 t/m 1988 als volgt: Werkelijke Normatieve huur- Bovennormatieve huurderving derving 21 huurderving derving 1985 53.000 46.000 7.000 1986 115.000 47.000 68.000 1987 121.000 47.000 74.000 1988 166.000 48.000 118.000 IV. Redenen om tot verkoop over te gaan. Zoals hiervoor reeds is aangeven hebben de inspanningen van Patri monium om de woningen weer verhuurd te krijgen niet tot positieve resul taten geleid. Theoretisch behoort een huurverlaging tot de mogelijkhe den. Om t.a.v. de verhuur van de leegstaande woningen enige kans van slagen te hebben zal een huurverlaging echter van een redelijke omvang moeten zijn en zich tevens moeten uitstrekken tot de overige woningen in dit complex. Hierdoor zullen de financiële gevolgen voor Patrimonium echter ook omvangrijk zijn. In financieel opzicht is een huurverlaging derhalve geen aanvaardbaar alternatief. Een andere mogelijkheid is de leegstaande woningen door het plegen van groot onderhoud en geriefsverbeteringen meer te doen beantwoorden aan de vraag van de woningzoekenden. Nu de verbetercontingenten in de naoorlogse sector ruimschoots tekortschieten is ook deze oplossing in financieel opzicht weinig aantrekkelijk. Bovendien is het twijfelachtig of de woningen na verbetering i.v.m. de hoogte van de huur (een van de belangrijkste knelpunten) opnieuw zullen worden verhuurd. Per saldo resteert derhalve de mogelijkheid de leegstaande woningen te verkopen. Omdat op het complex wordt afgeschreven op basis van annuïteiten is van extreem hoge boekwaarden geen sprake. Om een dreigende verpaupering van het complex en een verdere financiële strop voor Patrimonium te voorkomen achten wij verkoop van de leegstaande woningen gewenst. In de volgende paragraaf zullen wij nader ingaan op de financiële gevolgen van verkoop. Ook het voorstel van de corporatie om aan de overige woningen fasegewijs voorzieningen te treffen, heeft in principe onze instemming. Op deze wijze kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan het herstelproces binnen de wijk. V. Werkwijze bij verkoop. Naar onze mening dient de werkwijze bij verkoop zoveel als mogelijk aan te sluiten bij de werkwijze die voor de woningen in Aldldn-Oost wordt toegepast. In het kort gaat het om de volgende punten: 1. de woningen dienen gedoseerd in kleine aantallen, zo mogelijk per blok, ter verkoop te worden aangeboden; 2. in principe worden alleen leegstaande woningen ter verkoop aangeboden; 3. ook woningen van zittende huurders kunnen voor verkoop in aanmerking komen, mits het verzoek van de huurder zelf uitgaat; 3 4. alle woningen die voor verkoop in aanmerking komen dienen van te voren te worden getaxeerd door een plaatselijke makelaar, die niet bij de verkoop is betrokken; 5. de standaardvoorwaarden voor verkoop dienen aan ons college ter goedkeuring te worden voorgelegd; 6. per te verkopen aantal dient vooraf toestemming aan ons college te worden gevraagd; 7. ons college dient eens per twee maanden van de verkoopresultaten op de hoogte te worden gesteld; 8. de verkoopresultaten dienen binnen een jaar te worden geëvalueerd (3e kwartaal 1990). VI. Financiële gevolgen van verkoop. De huidige boekwaarde van de woningen bedraagt gemiddeld ca. 78.000,--. De verwachting is, dat de opbrengsten van de verkopen, na aftrek van de kosten, de boekwaarden zullen overtreffen. De eventueel te realiseren boekwinsten kunnen worden aangewend t.b.v. verbetering van het complex. In een latere paragraaf zullen wij op de woningverbete ring terugkomen. Bij verkoop van de structureel leegstaande woningen zal het jaar lijks exploitatieresultaat met ca. 200.000,verbeteren. Over de periode 1990 t/m 1994 levert dit dus een beperking van de geprognoti- seerde verliezen op van 1 min. Ook in het kader van de woonlastenbeheersing is de omzetting van deze huurwoningen naar koopwoningen aantrekkelijk. Bij een modaal inko men zal de som van netto-kapitaallasten en bijkomende lasten voor een woning van 90.000,-- v.o.n. uitkomen op ca. 550,-- per maand. De kale huurprijs voor een dergelijke woning bedraagt ca. 650,--. Bij een hogere rentestand is dit voordeel uiteraard minder. VII. Criteria bij de beoordeling van verzoeken tot verkoop. Behalve toetsing aan de voorwaarden van de vigerende Rijksregeling (MG 88-37) zullen verzoeken tot verkoop dienen te worden getoetst aan een aantal gemeentelijke criteria. Naar onze mening dienen verzoeken in principe aan dezelfde criteria te worden getoetst als de verzoeken tot verkoop in AldlAn-Oost. Onderstaand treft U een opsomming aan van de criteria zoals die thans voor laatsbedoelde woningen worden gehanteerd. 1. de woningen dienen aantoonbaar geen functie meer te vervullen op de sociale huurmarkt; 2. de leegstand concentreert zich in een bepaald stadsdeel dan wel com plex of deel van een complex; 3. verkoop van woningwetwoningen moet gezien de marktsituatie een reële optie zijn; 4. verkoop van woningen moet uit financieel oogpunt voor de corporatie als het meest geëigend worden beschouwd; 5. verkoop moet worden beperkt tot kleine delen van een complex;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 320