-2- 4. Burgemeester en Wethouders wijzen een aanvraag om geldelijke steun bovendien af: a. indien en voor zover de geraamde kosten van de te treffen voor zieningen per woning hoger zijn dan de kosten van vergelijkbare nieuwbouw, zoals die door de minister voor de betrokken lokatie bin nen de gemeente zijn vastgesteld; •b. indien de geraamde kosten van de voorzieningen per woning minder bedragen dan f 5.000, c. indien het plan betrekking heeft op een woning die is gereedgekomen in een van de 15 kalenderjaren die direct voorafgaan aan het tijdstip van indiening van het plan; d. indien voor de woning in een van de 15 kalenderjaren die direct voorafgaan aan het tijdstip van indiening van het plan, geldelijke steun voor het treffen van voorzieningen op grond van de rijksre geling is verleend; e. indien eerder in hetzelfde kalenderjaar waarin het plan is ingediend voor dezelfde woning een plan is ingediend; f. indien ten tijde van de aanvraag reeds een begin met de werk zaamheden is gemaakt, tenzij met toestemming van Burgemeester en Wethouders met het oog op de bouwkundige staat; g. indien verlening van geldelijke steun zou leiden tot een overschrijding van het op dat moment door het Rijk aan de gemeente toegekende budget; h. indien verlening van geldelijke steun zou leiden tot een overschrijding van een door de Raad vastgesteld deelbudget; i. indien de opgegeven huurprijs na verbetering niet is berekend overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Huurprijzenwet woonruimte; j. indien een verzoek om het verlenen van geldelijke steun ten behoeve van één of meerdere particuliere huurwoningen niet vergezeld gaat van een bereidverklaring tot terugbetaling van geldelijke steun, ingeval niet wordt voldaan aan één van de hierna onder punt 5 sub a. tot en met m. genoemde voorschriften. 5. Burgemeester en Wethouders verlenen geldelijke steun voor het treffen van voorzieningen aan huurwoningen met inachtneming van de volgende voorschriften en bepalingen: a. binnen zes maanden na verlening van de geldelijke steun dient een begin gemaakt te zijn met de werkzaamheden; b. de werkzaamheden dienen binnen een door Burgemeester en Wethouders te stellen termijn voltooid en aan Burgemeester en Wethouders gereedgemeld te zijn; c. aan door de gemeente en Rijk met controle belaste personen dient op door Burgemeester en Wethouders te bepalen tijdstippen: 1. toegang te worden verleend tot het gebouwd onroerend goed; 2. inzage te worden verleend in de op het treffen van voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen; 3. de op het treffen van voorzieningen betrekking hebbende gegevens te worden verstrekt; 4. gelegenheid te worden gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens; - 3 - d. de verlening van geldelijke steun zal slechts plaatsvinden onder de voorwaarde dat de gemeente van het Rijk geldelijke steun tot een gelijke omvang zal ontvangen; e. afwijkingen van de werkzaamheden als omschreven in de werkomschrij— ving zijn niet toegestaan, behoudens voorafgaande toestemming van Burgemeester en Wethouders; f. alle overige informatie en gegevens die Burgemeester en Wethouders nodig oordelen om de kosten van de voorzieningen te kunne beoordelen dienen door of vanwege de aanvrager verstrekt te worden; g. de woning (bij meerdere woningen wordt voor woning gelezen: woningen) zal niet dan na toestemming van Burgemeester en Wethouders worden gesloopt, anders worden gebruikt dan als huurwoning of bedrijfsmatig in kamers worden verhuurd; h. de woning zal niet dan na toestemming van Burgemeester en Wethouders worden gesplitst in appartementsrechten als bedoeld in artikel 875a van het Burgerlijk Wetboek; i. de huurprijs van de woning zal na het treffen van de voorzieningen niet dan na toestemming van Burgemeester en Wethouders verhoogd wor den, anders dan met de jaarlijkse trendmatige huurverhoging of, indien van toepassing, de jaarlijkse huurharmonisatie; j. Burgemeester en Wethouders kunnen aan de toestemming als bedoeld in sub a, b en c nadere voorschriften verbinden; k. de woning zal naar genoegen van Burgemeester en Wethouders worden onderhouden; 1. bij overtreding van het bepaalde in sub g, h, i, en j alsmede van de voorwaarden als bedoeld in sub k. zullen Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn de verleende geldelijke steun terug te vorderen, met dien verstande dat in het eerste jaar na de uitbetaling van de geldelijke steun 50% van de verleende geldelijke steun teruggevor derd zal worden; daarna wordt een jaarlijkse vermindering volgens onderstaande tabel toegepast: Terugvordering in procenten in het eerste jaar 50 in het tweede jaar 45 in het derde jaar 40 in het vierde jaar 35 in het vijfde jaar 30 in het zesde jaar 25 in het zevende jaar 20 in het achtste jaar 15 in het negende jaar 10 in het tiende jaar 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 34