1 Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 ning ten behoeve van de reconstructie Leeuwarden-Stiens van de Wet op de ruimtelijke orde van (een gedeelte van) het wegvak Bijlage nr. 194. Leeuwarden, 17 augustus 1989. Aan de Gemeenteraad. Ten behoeve van de reconstructie van (een gedeelte van) het wegvak Leeuwarden-Stiens hebt U op 20 juni 1988 (bijlage nr. 185) een voorbe reidingsbesluit genomen (de raadsbrief ligt voor U bij de stukken ter inzage)Op basis van de uitgangspunten van het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan en na een onderzoek naar de knelpunten op het wegvak Leeu warden-Stiens, is (door de provincie Friesland) n.l. een plan voor de verbetering van dit wegvak opgemaakt. In het kader van de voorbereiding van bedoelde reconstructieplannen heeft de plv. directeur Hoofdgroep Waterstaat en Milieu van de provincie Friesland begin 1988 verzocht het tracé voor zover in de gemeente Leeuwarden gelegen, planologisch in te passen en voor dit werk een verzoek om vrijstelling van het geldende bestemmingsplan ingediend. Het betreft hier het gedeelte van de Mr. P.J. Troelstraweg tussen (globaal) het kruispunt Vierhuisterweg- Keegsdijkje en de gemeentegrens (Tsjessingawei)Op 20 juni 1988 hebt U tevens besloten om de behandeling van en de beslissing op bedoeld ver zoek om vrijstelling over te laten aan ons college. In genoemde raadsbrief hebben wij de planologische situatie uiteen gezet en geconcludeerd dat aan de reconstructie van dit gedeelte van het wegvak slechts medewerking kan worden verleend indien een voorberei dingsbesluit werd genomen. Hierdoor ontstond de mogelijkheid vrijstel ling te verlenen van het geldende bestemmingsplan, mits vooraf van Gede puteerde Staten de verklaring zou zijn ontvangen dat zij tegen het ver lenen van vrijstelling geen bezwaar hebben. Bij besluit van 11 april 1989 hebben wij aan de plv. directeur Hoofdgroep Waterstaat en Milieu van de provincie Friesland bedoelde vrijstelling verleend. De heer A. Visser te Berlikum heeft namens de heer A.S. Faber, Mr. P.J. Troelstraweg 258 te Leeuwarden een bezwaarschrift ingediend tegen ons besluit van 11 april 1989 (men had in het kader van de vrij stellingsprocedure ook reeds bezwaren ingediend). Zoals U bekend is, is een voorbereidingsbesluit - behoudens het hier niet relevante geval als bedoeld in artikel 21, lid 7 van de Wet op de ruimtelijke ordening - één jaar van kracht. Dit brengt met zich mee, dat het op 20 juni 1988 geno men voorbereidingsbesluit inmiddels is vervallen. Dit feit is van bete kenis in verband met het verlenen van vrijstelling (heroverweging in het kader van de Wet arob). Aan het reconstructieplan kan immers slechts medewerking worden verleend, indien er een voorbereidingsbesluit geldt. Om procedurele redenen zal er dus opnieuw een voorbereidingsbesluit moeten worden genomen. Gelet op de hiervoor geschetste omstandigheden stellen wij U dan ook voor ten behoeve van de reconstructie van bedoeld gedeelte van het wegvak leeuwarden-Stiens opnieuw een voorbereidingsbesluit te nemen. Onder mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting U in haar op 4 juli 1989 gehouden vergadering heeft geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester, mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 356